Opinie 15 april 2000

Monarchie geeft Nederland rust en stabiliteit

Rituele dans rond kroon

De discussie over de macht van de Koningin woedt weer in alle hevigheid. Gaat vanzelf over, verwachten ir. B. J. van der Vlies en drs. M. de Bruyne. Veranderingen in de positie van de Koningin vinden zij overbodig. Het staatshoofd geniet vertrouwen, bindt samen en staat in een bijzonder geslacht.

Iedereen kon het aan zien komen; het broeide al een paar weken rond de monarchie. En ja hoor, dit keer was het D66-fractievoorzitter De Graaf die de lont in het kruitvat stak. De democraat „morrelt aan de positie van het staatshoofd.” Dat wil zeggen: hij wil de Koningin politiek monddood maken.

Om de zoveel tijd schijnt er in Nederland gediscussieerd te moeten worden over de monarchie. Nu eens is het deze partij, dan weer gene persoon die dit debat aanzwengelt. In het begin van de vorige eeuw waren het de communisten en de socialisten die de monarchie wilden aanpakken. Daarna (jaren zestig) namen erkende republikeinen en provo's het staatshoofd onder schot, en nu zijn het democraten, GroenLinksers en enkele loslopende sociaal-democraten die de Koningin staatsrechtelijk willen onttronen. Wie die eerdere debatten kent, loopt daarom niet direct rood aan als de positie van Oranje weer eens ter discussie wordt gesteld. Het republikeinse tromgeroffel dat opnieuw weerklinkt, hoort kennelijk bij die periodiek op te voeren rituele dans rond de monarchie. Daar moeten we niet al te onrustig over doen. Het gaat vanzelf weer over.

Op zich is er ook niets op tegen wanneer er op een volwassen manier over de monarchie wordt gesproken. We kunnen best begrijpen dat iemand als D66-leider De Graaf, die nu eenmaal democraat is tot ver achter de komma, dit –zijns inziens– ”ondemocratische vlekje” in ons staatsbestel wil wegwerken. Maar wij als SGP'ers, denkend vanuit een geheel andere invalshoek, denken daar volslagen anders over. Het is onze vaste overtuiging dat als alle argumenten nog eens op een rijtje worden gezet, de huidige monarchale praktijk uittroont boven alle andere staatsrechtelijke alternatieven die zijn en worden aangedragen. Om een aantal redenen.

Vertrouwen
Reden een. Er is niemand in Nederland die meer vertrouwen geniet dan koningin Beatrix. In alle lagen van de bevolking, van hoog tot laag en van links tot rechts, is de Koningin gezien. Natuurlijk is dat vertrouwen aan fluctuatie onderhevig (dat zien we nu weer), maar geen partij of persoon zal ooit zo gewaardeerd worden en zal zo breed gezag in kunnen boezemen dan de Koningin. Dat gezag en vertrouwen heeft niets te maken met sympathie voor haar opvattingen of ideeën, maar rust op de waardering voor de vele verdiensten die het Oranjehuis voor Nederland heeft gehad en op de voorbeeldige wijze waarop ook koningin Beatrix haar taak uitoefent, keurig binnen de constitutionele kaders. En zo dat anders was, moet dat toegerekend worden aan de verantwoordelijke bewindslieden, niet aan de Koningin.

Reden twee. Een staatshoofd dat zonder campagne en ander verkiezingsgeweld op de troon kan komen, heeft op een gekozen president voor dat hij of zij mensen bindt. In een land waar zo veel verschillen zijn en waar die verschillen door allerlei ontwikkelingen in de samenleving alleen maar toenemen, is dat een goede zaak. In koningin Beatrix beleven we met z'n allen dan ook in zekere zin onze eenheid. Zij herinnert ons aan de (historische) banden die ons verbinden. Daarom is Oranje zo bij uitstek geschikt om 'ons' in en tegenover het buitenland te vertegenwoordigen en gezicht te geven. Wat dat betreft kijkt men in het buitenland soms met steelse blikken naar Nederland!

Dan reden drie. Koningin Beatrix staat garant voor bovenpartijdigheid. Die is haar als het ware door haar moeder Juliana met de paplepel ingegoten en sindsdien onafgebroken ingeprent. Die bovenpartijdigheid stelt de vorstin in staat om het schip van staat, als dat op een dood punt is aangeland, weer in beweging te krijgen. Anderen, bijvoorbeeld een president, zouden dat natuurlijk ook kunnen, maar bij de Koningin hoeven we er niet bang voor te zijn dat zij op dit soort momenten gehinderd wordt door partijbelangen of politieke bijbedoelingen. Niet voor niets zet de Grondwet, na eerst de grondrechten opgesomd te hebben, in met het koningschap. Voor ons is dat een van de fundamenten onder ons staatsgebouw.

De vierde reden waarom we toch wel gehecht zijn aan de monarchie is de continuïteit die erdoor gewaarborgd wordt. Ministers en andere bewindslieden gaan na korte of langere tijd, maar Hare Majesteit blijft op haar post.

Gratie Gods
Ten slotte voor ons een van de meest wezenlijke dingen die in deze discussie meewegen. SGP'ers belijden dat de geschiedenis niet bestaat uit reeks toevallige gebeurtenissen, maar dat in de historie Gods almachtige, wijze en genadige hand te zien is. Koningin Beatrix herinnert ons aan de strijd die haar voorgeslacht voerde voor de onafhankelijkheid van ons land. De Oranjes streden tégen tirannie en dwingelandij en vóór de vrijheid om God te kunnen dienen overeenkomstig de Bijbel, Zijn Woord. Willem van Oranje, niet voor niets bekroond met de eretitel ”vader des vaderlands”, ging ons allen daarin voor.

Koningin Beatrix is dan ook nog altijd Koningin ”bij de gratie Gods”. Dat is meer dan zomaar een lege formule of vermolmde antiquiteit. Daarin wordt, ook al is het dan anno Domini 2000, onomwonden uitgesproken dat er óók nog een Koning der koningen is.

De auteurs zijn respectievelijk voorzitter van de SGP-fractie in de Tweede Kamer en voorlichter van de SGP-fractie.