Opinie8 april 2000

Avondklok

Door drs. G. Ligtenberg
Burgemeester drs. J. H. Boone van Gouda wil een avondklok instellen voor kinderen onder de twaalf jaar. „Ze horen 's nachts in bed en niet op straat”, zo motiveert hij zijn plannen om een eind te maken aan de overlast die jonge kinderen 's nachts geven. Mag de overheid de taak van de ouders in de opvoeding van hun kinderen overnemen?

• Directeur N. Verdouw van de reformatorische basisschool Graaf Jan van Nassau in Gouda heeft „beslist begrip” voor het voorstel van burgemeester Boone. „Als heel jonge kinderen 's nachts op straat rondzwerven en ingezet worden bij inbraken, dan heeft de overheid het recht om een avondklok in te stellen. Ouders zijn verantwoordelijk voor hun kinderen. Wanneer ze die verantwoordelijkheid niet nemen, mag de overheid corrigerend optreden.” Verdouw spreekt alleen over de Goudse situatie. „Je moet het middel van de avondklok alleen in buitengewone omstandigheden en onder bepaalde voorwaarden toepassen.” Een avondklok voor heel Nederland ziet Verdouw daarom niet zitten. „Daar moet je terughoudend in zijn. Ik zou zoiets per geval willen bekijken.” Heel nadrukkelijk wil de schooldirecteur ook de ouders aanspreken. „Het is van belang dat de politie hen wijst op hun verantwoordelijkheid. Anders blijft het bij symptoombestrijding.”

• Persvoorlichter Klaas Wiltink van de Amsterdamse politie zit niets in het plan van Boone. „Als om 2 uur 's nachts in Amsterdam-West een 10-jarig kind op straat loopt, dan vraagt een politieagent echt wel wat hij daar doet. Komt er geen bevredigend antwoord, dan brengt hij het kind naar z'n moeder.” Volgens Wiltink heeft de politie geen avondklok nodig om te kunnen ingrijpen als kinderen bij nacht en ontij op straat rondzwerven. „Als het om een structureel geval gaat, kan de politie de officier van justitie inschakelen. Desnoods kunnen ouders uit de ouderlijke macht worden ontzet. Het wetboek geeft de politie mogelijkheden genoeg om op te treden.” Volgens Wiltink heeft een avondklok zelfs nadelen. „Als kinderen op straat ronddolen, is duidelijk dat er iets mis is. Blijven ze binnen, dan weet je niet wat zich daar afspeelt.”

• Jolanda Hoogendoorn, moeder van een 4 maanden jonge baby, woont in de wijk Korte Akkeren, waar zich veel problemen zouden voordoen. „Zwaar overtrokken”, noemt ze de ophef over kinderen die 's nachts op straat zouden rondlopen. „Ik heb ze nooit gezien. Er zijn inderdaad een paar straten waar problemen zijn, maar die hebben meer met drugs te maken. Voor het overige is het hier goed wonen. Het plan van burgemeester Boone om een avondklok in te stellen, stelt de wijk weer in een negatief daglicht. Het gemeentebestuur wil waarschijnlijk laten zien dat het de zaak niet op zijn beloop laat.”

• Korpschef J. Spoelstra van Urk kan wel begrijpen waarom Boone met zijn voorstel komt. Toch vindt hij een avondklok veel te ver gaan. „Zoiets past alleen bij zeer ernstige problemen. Bovendien doet het me denken aan de oorlog. Het is een zwaarbeladen begrip.” Volgens Spoelstra zijn er ook nog allerlei andere middelen om de problemen op te lossen. „Die moeten we niet ongebruikt laten. Ik zou veel liever de ouders op hun verantwoordelijkheid willen aanspreken. Dat kan direct of via de scholen. We leven in een tijd waarin door welvaart en vrijheid veel waardevolle zaken overboord zijn gezet. Weten ouders wel waar hun kinderen rondhangen? Of hebben ze alleen aandacht voor werk en geld?” Spoelstra vindt wel dat Boone iets heeft losgemaakt. „Hij zet de problematiek uit een soort gevoel van onmacht op de kaart. In deze kwestie blijkt maar weer dat wie God verlaat, smart op smart heeft te vrezen. Maar een avondklok beschouw ik als een laatste redmiddel. En alleen als tijdelijke maatregel.”

• Burgemeester P. IJssels (PvdA) van Gorinchem vindt dat een avondklok strijdt met de grondrechten van onze Nederlandse staat. „We kennen nu eenmaal vrijheid van vergadering en samenscholing. Daar moet je niet aan knabbelen. De avondklok is alleen bedoeld voor oorlogssituaties en calamiteiten. In 1995 hadden we in Gorinchem een verbod op samenscholing in verband met dreigende dijkdoorbraak.”

IJssels zal zelf niet gauw een avondklok instellen. „De situatie moet wel heel ernstig zijn, wil ik dat overwegen. Bovendien lost een avondklok de onderliggende problemen niet op. Je zou nog aan een tijdelijke maatregel kunnen denken voor de periode van enkele weken. Maar dan moet er tegelijkertijd een programma lopen dat de problematiek bij de wortel aanpakt.” De Gorinchemse burgemeester denkt aan het „niet al te zachtzinnig medeverantwoordelijk stellen van ouders voor de daden van hun kinderen.”

• CDA-Tweede-Kamerlid T. W. Rietkerk vindt ”avondklok” een ongelukkige term, maar beschouwt de maatregel als een „logisch” gevolg van de situatie in Gouda. „Het gaat om een heel kleine groep jeugdigen die voor problemen zorgt. Als niet tijdig wordt ingegrepen, zullen de kinderen op iets oudere leeftijd alleen maar crimineler gedrag vertonen.” Wel is het kamerlid van mening dat de ouders normbesef moet worden bijgebracht. „Het liefst zouden wij hulp van een gezinscoach of opvoedingsondersteuning verplicht stellen. Maar daarvoor is helaas geen wettelijke basis. Wij vinden het daarom een goede zaak dat de politie optreedt. Mits het daar niet bij blijft en er nazorg richting de ouders plaatsheeft.”