Dossier MKZ18 april 2001

Boeren met overvolle stallen dreigen met protestacties

„Varkenshouderij in oorlogstijd”

Door J. Visscher
DALFSEN – De varkenshouderij zit in de verdrukking. Door de mond- en klauwzeercrisis kunnen veel boeren hun dieren niet kwijt aan de slachterij. De stallen puilen uit. Reikhalzend zien de boeren uit naar een opkoopregeling. Maar minister Brinkhorst is daar niet erg happig op. Acties dreigen. „Het is oorlogstijd.”

Lang laat boer Dick van der Vegt uit Dalfsen bezoekers niet in het ongewisse over zijn passie. Twee stenen varkentjes markeren het hek voor het erf. Achter het hek staat de bekende bak met ontsmettingsvloeistof, waar bezoekers hun schoeisel in dienen te dopen. Het mkz-monster kan immers van alle kanten toehappen. Daarom ook moet de verslaggever een kijkje in de stallen uit zijn hoofd zetten. Foto's van de volle hokken maakt boer Van der Vegt zelf.

Het zijn barre tijden. Van der Vegt kan z'n varkens aan de straatstenen niet kwijt. Normaal gesproken bevolken zo'n 3700 varkens (300 zeugen, 1500 biggen, 1900 vleesvarkens) de stallen. Nu, na vier weken mkz, lopen er 4300 varkens rond. En dat worden er met de dag meer. „De situatie is zeer ernstig”, vertelt Van der Vegt in zijn woonkamer. „Iedere week worden er bij ons 150 biggen geboren. Normaal gesproken gaan er wekelijks ook weer 150 varkens uit naar de slachterij. Door het verbod op het vervoer van dieren kan dat niet. De stallen zijn overvol. Zitten er normaal tien biggen in een hok van 7 vierkante meter, nu liggen er vijftien in zo'n hok.”

Spelende varkens
Om de druk van de ketel te halen, zag de varkensboer zich genoodzaakt drastische maatregelen te nemen. Gisteren stuurde hij samen met z'n vrouw Cheriette en enkele medewerkers ruim 200 biggen een omheind stuk erf op. Ook is de machineschuur leeggehaald. Kunnen daar nog wat varkens terecht.

„Je zit met je handen in je haar”, gebaart Van der Vegt, bestuurslid varkenshouderij binnen de regionale boerenorganisatie GLTO. „Wat moet je? Je kiest voor de minst kwade oplossing. Zo overdag lijkt het nog wel wat, 200 van die spelende varkens in de openlucht. Maar feitelijk is het een grote zooi. Normaal gesproken had ik de AID, de Milieu-inspectie en de Dierenbescherming allang op m'n dak gehad. De varkens zitten te dicht op elkaar, de mest loopt niet goed weg, 's nachts is het buiten maar een paar graden, terwijl de varkens binnen een temperatuur van een graad of 24 gewend zijn.”

Scheppen met geld
Van der Vegts bedrijf ligt in een zogeheten toezichtsgebied. Dat is een ring van ongeveer 15 kilometer rondom de gevreesde mkz-driehoek Apeldoorn-Zwolle-Deventer. In zo'n toezichtsgebied mogen geen varkens (en trouwens ook geen andere evenhoevige dieren) worden vervoerd. Naar schatting gaat het in het toezichtsgebied rond de driehoek om 400.000 varkens. Dat is tien keer zo veel als in de driehoek zelf.

De mond- en klauwzeercrisis kost Van der Vegt en zijn vrouw scheppen met geld. „Ik krijg al vier weken geen geld binnen”, vat de boer het probleem samen. Geschatte schade tot nu toe: 120.000 gulden. Groot pijnpunt is de lage vleesprijs. Ging een kilo varkensvlees een maand geleden nog voor 4 gulden de deur uit, nu betaalt de slachterij niet meer dan 1,50 gulden. Dan zijn er nog diverse andere kostenposten: er moet geld komen voor extra stallen en extra voer. Biggen groeien als kool (driekwart kilo per dag) en grotere varkens hebben uiteraard meer voer nodig.

Elektrocutiewagen
Met grote spanning wachten de boeren in het toezichtsgebied op een varkensopkoopregeling. De knoop wordt een dezer dagen doorgehakt. Van der Vegt hoopt op een „redelijke prijs” per kilo.

Hoe verder van mkz-gebied, hoe minder centen je krijgt. Zo lijken momenteel de kaarten te liggen. Naar verluidt wil minister Brinkhorst van Landbouw de varkensboeren buiten de toezichtsgebieden uitsluiten van de opkoopregeling. Dan gaat het om varkensboeren uit bijvoorbeeld Drenthe, Groningen en Twente. Die kunnen dus slechter af zijn dan hun collega's in de toezichtsgebieden. De 1,50 gulden die de slachterij biedt, kan immers onder de prijs van de opkoopregeling liggen.

Hoe het ook zij, Van der Vegt staat geenszins te juichen bij een opkoopregeling. „Het klinkt allemaal heel mooi, maar het komt erop neer dat al mijn varkens worden vernietigd. Gezonde dieren worden bij het grof vuil gezet. De kans is groot dat er een elektrocutiewagen mijn erf op komt. Dat is verschrikkelijk. Normaal gesproken komen mijn varkens na een aantal maanden ook in de slachterij terecht, maar dan weet je dat je dat ergens voor doet. Dan gaat het vlees naar de consument.”

Slaaf
Deze weken blijkt eens te meer dat Nederland „slaaf is van de vrije markt”, stelt Van der Vegt vast. Het ergert hem dat groothandels in Nederland deze weken varkensvlees uit het buitenland halen. „Terwijl we in Nederland met grote voorraden zitten. Dan gaat het gewoon om goed, gezond vlees, maar uit een of andere vrees kopen grossiers dat niet. Dat is belachelijk. De minister staat erbij en kijkt ernaar. Terwijl hij een daad zou moeten stellen. Het is nu oorlog. Die import zou niet moeten mogen.”

Waardeloos
Het „steekt” Van der Vegt dat getroffen rundveehouders „goed worden gecompenseerd”, terwijl varkensboeren „het gelag moeten betalen.” „Ik zeg dat niet uit jaloezie, maar ik vind het wel wrang dat melkveehouders elke liter melk die ze in het riool laten lopen, krijgen uitbetaald, terwijl wij veel schade lopen door bijvoorbeeld de bouw van extra stallen.”

De boer uit Dalfsen wijst erop dat het mkz-virus tot dusver níét via varkens is verspreid. „Dat geeft toch te denken. In de varkenshouderij hebben we onze zaken beter op orde dan in de rundveehouderij, dat durf ik te zeggen. Wat dat betreft hebben wij geleerd van de varkenspest, vier jaar geleden. De hygiëne is aangescherpt. Wagens van de slachterij gaan tegenwoordig niet meer bij vijf verschillende adressen langs.”

Varkensboeren kondigen protestacties aan als Brinkhorst niet over de brug komt met een opkoopregeling. Een varkensboer uit Friesland verbrandde gisteravond zes kadavers van biggen. „Waardeloos, dat soort acties”, oordeelt Van der Vegt. „Het doet ons broze imago geen goed.”

Zegeningen
Hoe boert het, in deze tijd van rampspoed? Van der Vegt: „Na de varkenspest hebben we drie jaar in de ellende gezeten. De prijzen waren laag. We begonnen net weer wat op te krabbelen. En nu kampen we met de gevolgen van mond- en klauwzeer. Toch hebben we veel zegeningen. We krijgen kleding, onderdak, en bovenal, we hebben elkaar. We hebben vijf kinderen, van vijf maanden tot dertien jaar. Soms is het geloof een worsteling. God heeft ons geen zakelijk succes beloofd, maar wél dat Hij met ons meegaat.”