Dossier MKZ13 april 2001

De ene vaccinatie
is de andere niet

RIJSWIJK – In het debat rond de bestrijding van mond- en klauwzeer gaat het vaak over verschillende soorten vaccinaties. Hier een overzicht.

Non-vaccinatiebeleid van de Europese Unie: in 1991 besloot de Unie runderen niet meer te vaccineren tegen mkz. Dit zou voor een hogere standaard in het dierenwelzijn zorgen. Bovendien versterkt het niet-vaccineren tegen mond- en klauwzeer de exportpositie van de Unie. Nederland heeft dit beleid zonder discussie in de Tweede Kamer aangenomen.

Preventieve vaccinatie: het halfjaarlijks inenten van evenhoevig vee tegen alle mogelijke types mond- en klauwzeer. Met de huidige uitbraak van het virus wordt de roep om preventieve vaccinatie steeds sterker. Landbouworganisatie LTO, de Dierenbescherming en veel politieke partijen zijn voor, de Europese Commissie is voorlopig tegen.

Nadelen zijn de hoge kosten en het verlies van enkele exportlanden. Bovendien is nog helemaal geen vaccin beschikbaar dat zich onderscheidt van de besmetting zelf. Wel wordt hard gewerkt aan zo'n 'markervaccin'.

De Europese Unie is verdeeld over het afschaffen van preventieve vaccinatie. Een meerderheid van de lidstaten wil na de huidige crisis wel bekijken of vaccinatie zinvol kan zijn.

Nood- of ringvaccinatie: inentingen in gebieden waar mkz is uitgebroken, om verspreiding te voorkomen. Door de inenting zijn de dieren na enkele dagen niet meer vatbaar voor het virus. Na inenting worden ze zo snel mogelijk vernietigd, uiterlijk binnen twee maanden.

Nederland geeft noodvaccinaties in ringen van 1 of 2 kilometer rond besmettingshaarden. De Europese Commissie gaf Nederland echter ook toestemming voor uitgebreidere noodvaccinaties in de driehoek Apeldoorn-Zwolle-Deventer. Voor 54.000 runderen mocht de regering hier kiezen tussen twee soorten noodvaccinatie. Gisteren koos het kabinet voor de eerste optie, suppressieve/onderdrukkende vaccinatie.

Onderdrukkende (suppressieve) vaccinatie: alle evenhoevige dieren in een gebied krijgen vaccinatie, ingeënte dieren worden zo snel mogelijk vernietigd. Ruiming mag in slachthuizen in plaats van op bedrijven. Na ruiming van het laatste dier gelden nog dertig dagen lang beperkingen in het inentingsgebied. Na drie maanden mag volgens de Europese richtlijnen weer worden geëxporteerd naar andere landen. Door voor dit type vaccinatie te kiezen worden 54.000 runderen gedood.

Beschermende (protectieve) vaccinatie: runderen mogen blijven leven, maar kunnen het gebied twaalf tot achttien maanden niet verlaten. Producten van deze dieren (melk en vlees) mogen slechts na een speciale behandeling worden geconsumeerd, en dan alleen binnen een beperkt gebied. Producten moeten duidelijk zijn te onderscheiden.

Volgens minister Brinkhorst van Landbouw kleven aan het in leven laten van de runderen op veterinair, economisch en sociaal gebied te veel nadelen. Daarom heeft het kabinet gekozen voor het doden van alle dieren in de Veluwe-driehoek.