Dossier MKZ | 28 maart 2001 |
Boeren Sprang-Capelle vragen én weigeren afmaken veestapelEen ontredderde roep om ruimingDoor G. ten Voorde Dinsdagmiddag. Voor het huis van boer Kuijsten drommen tientallen mensen samen. Nieuwsgierig. Niet wetend wat er staat te gebeuren. Camera's zoemen. Van beide kanten komen politieauto's de straat inrijden. Met een rood-wit gestreept lint zet de politie de Van der Duinstraat, in de kom van het dorp, af. Overal ernstige gezichten. Een man in een wit ontsmettingspak spuit met een lange slang de stoep voor de boerderij schoon. Uit voorzorg. Ter ontsmetting. Langzaam loopt hij al sproeiend de smalle inrit op. Een geel busje voert vanaf rechts dranghekken aan, een blauw busje vanaf links ME'ers. Grommend rijdt even later een oranje shovel met een grote, ijzeren grijper het erf op. Eerst wielen en onderkant ontsmetten. Terwijl de politie nieuwsgierigen van de weg plukt, draait een vrachtwagencombinatie met twee enorme containerbakken de straat in. Klaar voor verwerking. Luguber. Verbijsterend. Snel plaatst de ME bouwhekken met zwart landbouwplastic. Ruiming zonder pottenkijkers. De gordijnen van de boerderij zijn gesloten. Midden op straat staan twee predikanten. Beschikbaar voor pastorale bijstand. Schrijnend Twee boeren uit Sprang-Capelle weigerden zich de afgelopen dagen neer te leggen bij de gedwongen ruiming van hun veestapel. Jan en Piet de Rooij hebben samen met een collega een rechtszaak aangespannen bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven tegen de gedwongen ruiming. De twee hobbyboeren springen in de bres voor hun twintig koeien. Het duo is gisterochtend tot grote verrassing van velen in het gelijk gesteld. De ruiming zou niet mogen doorgaan, zolang niet officieel is vastgesteld dat Sprang-Capelle besmet is met mkz. Toch ruimen De martelende onzekerheid van de afgelopen dagen is boer Kuijsten te veel geworden. Wel ruimen, niet ruimen? Terwijl de broers De Rooij gisteren aanvankelijk even opgelucht adem konden halen door het verkregen uitstel, heeft Kuijsten uit pure wanhoop gevraagd de ruiming van zijn veestapel hoe dan ook door te zetten. Pakweg honderd koeien en één stier zijn gisteren afgevoerd. Stuk voor stuk eigen fok. Geen KI, geen import. Aanspreekbaar is de boer voorlopig niet meer. Pastoraat Zo zijn boeren na veel strijd en moeite tot de overgave gekomen. Zij staan machteloos. De enige mogelijkheid om hiermee om te gaan is een zekere schikking in het lot. En als het dan toch moet, dan maar snel. Het is volgens de pastor onbarmhartig om het besluit van de ene boer uit te leggen als een vrijwillige ruiming. De nood is meer dan groot. De beslissing is dan ook niet lichtvaardig genomen. De predikant wijst erop geen adviseur in de kwestie te zijn geweest, maar een pastor die luisterend en biddend wil meeleven. Uiteraard zijn in de telefonische en persoonlijke gesprekken bijbelse en ethische vragen aan de orde gesteld. Mag je op deze manier gezonde dieren doden? De pastor wil daar op dit moment geen uitspraken over doen. De situatie is daarvoor nog te prematuur. Hij wijst daarbij nadrukkelijk op de gespannen toestand in het dorp en de voortdurend veranderende situatie. Ik zie een enorme toename van angst, woede en frustratie. Mensen worden gemobiliseerd. Overal hangen protestborden en worden pamfletten uitgedeeld. De predikant maakt zich grote zorgen over deze ontwikkeling. Het is onze taak om een brugfunctie in te nemen. Niet om al een definitieve mening te hebben. Tegelijkertijd benadrukt ds. Van der Aa dat voor hem het welzijn van de mens dat hier rechtstreeks in het geding is boven dat van een dier gaat. Tegen het doden van dieren zeg ik nee, maar op hetzelfde moment moet je vaststellen dat er ook maatregelen nodig zijn. Helden Jan en Piet zijn de enige boeren in de omgeving die hun twintig koetjes en kalfjes waarvan één blind 's ochtends en 's avonds nog met de hand melken. Ambachtelijk. Met een krukje in de wei. Ze zijn gehecht aan hun dieren. Zolang niet absoluut zeker is dat er mkz is, laten ze die daarom niet ruimen, vertelt Wilma Goossen, een verre buurvrouw. Jan en Piet houden de pers op grote afstand. Achter het huis zwaait een zwart geverfde staldeur van Raadhuisstraat 36 open. Piet rijdt een zware vracht mest met de kruiwagen naar de mesthoop. Het erf ligt er aangeharkt bij. Drie kruiwagens keurig op een rij, drie kliko's in het gelid. Buurvrouw Wilma werpt zich op als spreekbuis voor de broers. Met zwarte en bonte vlekken in het haar, op het gezicht, witte broek en shirt probeert ze een koe na te bootsen. Het zijn schatjes, zegt ze, wijzend op de broers. Wij posten 's nachts voor het bedrijf. De broers zijn bang dat hun vee stiekem meegenomen wordt. Vreselijk koud, gruwt John Goossen met een rood gezicht. Jan en Piet staken hun verzet. Als Sprang-Capelle besmet is, dan leggen ze zich neer bij de situatie. De afgelopen nacht was het onrustig in het dorp. Zo'n 300 vooral jonge Sprang-Capellenaren staken uit protest op een rotonde autobanden in brand. Korte tijd nadat de brandweer het vuur had geblust, brandden de banden opnieuw. In het dorp was vanochtend de rust weergekeerd. Kinderen deelden op verschillende punten actiepamfletten uit. Voor de boerderij van de broers De Rooij was het stil. Een truck blokkeerde nog altijd de ingang van de stal. Op de stoep staat lederverkoper Goossens uit Waspik. Al veertig uur onafgebroken, meldt hij trots vanonder zijn leren cowboyhoed. Wilma is na de uitspraak van de rechter in het voordeel van Brinkhorst minder enthousiast. De sfeer is bedompt. Het wachten is begonnen. De burgemeester heeft me beloofd dat er voor 12.00 uur geen ruimingen plaatshebben, zegt Wilma. De actievoerders laten zich niet van de wijs brengen. De broers willen geen harde confrontatie. Het actiecomité organiseert voor vrijdag een stille tocht. De veestapel is waarschijnlijk reddeloos verloren. |
![]() |