Ziekteverwekker vertoont afwijkend gedrag in lab en in stallen
Virus verspreidt zich als veenbrandVan onze wetenschapsredactie LELYSTAD Het virus dat mond- en klauwzeer (mkz) veroorzaakt, verspreidt zich als een veenbrand: ondergronds. Voordat dieren ziek worden, verspreiden ze de ziekteverwekker al op grote schaal. Het huidige virus lijkt nog iets verraderlijker. Het duurde ruim vijf dagen voordat de deskundigen bij ID-DLO in Lelystad het konden detecteren. Daarvoor moest het hele arsenaal aan tests uit de kast worden getrokken.
Volgens woordvoerster Erna Balk van ID-DLO boden diverse tests die de virologen vorige week inzetten, aanvankelijk onvoldoende duidelijkheid. Niet alleen in de cellijnen van ID-DLO vertoonde het virus afwijkend gedrag, maar ook in de stallen. Na een mkz-besmetting worden alle dieren in een stal meestal vrij snel achter elkaar ziek, maar dit keer bleef het bij enkele dieren en vertoonde de rest geen symptomen. Wat was er aan de hand met de geiten op een boerenbedrijf in Oene? Om te bewijzen dat het om mkz ging, moesten de deskundigen óf het virus aantonen óf de antistoffen ertegen. Beide pogingen leden aanvankelijk schipbreuk. De celkweek die in het laboratorium werd gebruikt om virussen aan te tonen, stierf af. Later leek er wel virusgroei in de cellen aantoonbaar, maar de manier waarop de cellen groeiden, leek niet op wat bekend is van mkz. Toen een virologe van ID-DLO uit Engeland terugkeerde met de nieuwste bevindingen die de Britten hadden opgedaan, werden de gebruikelijke cellijnen van varkensniercellen opzij gelegd en ingeruild voor andere cellijnen. De eerste ontdekking van het virus volgde vorige week maandag, maar bood nog onvoldoende vastigheid. Pas na uitgebreide genetische tests kregen de virologen zekerheid. Vrijwel tegelijkertijd kwam de melding binnen dat een dierenarts in Olst er zeker van was dat koeien op een boerderij in deze plaats mond- en klauwzeer hadden. Dragers De Ierse kalveren die in Nederland voor de mond- en klauwzeeruitbraak hebben gezorgd, waren zogenoemde natuurlijke dragers: dieren die het virus droegen en besmettelijk waren, maar zelf geen symptomen vertoonden. Wandelende tijdbommen, noemt viroloog dr. S. J. Barteling van ID-DLO deze beesten. Barteling verwacht dat juist deze natuurlijke dragers de komende maanden voor grote problemen gaan zorgen. Natuurlijke dragers staan gewoon in de wei zonder dat iemand kan zien dat ze het virus in zich hebben. Hoewel ze zelf niet ziek zijn, besmetten ze wel andere dieren. Barteling komt tot deze conclusie na het bestuderen van de tijdsperiode tussen het transport van de bewuste kalveren en het uitbreken van mond- en klauwzeer in Nederland. De kalveren zijn zeer vermoedelijk in het dierenhotel in Mayenne besmet. Daarna zijn de dieren getransporteerd naar boerderijen in Nederland. Het duurde vervolgens nog drie weken voordat op de bewuste bedrijven mkz werd geconstateerd, terwijl in de regel een dier na besmetting met mkz al binnen enkele dagen duidelijke ziekteverschijnselen vertoont. De bewuste kalveren, die inmiddels zijn afgemaakt, hebben volgens Barteling nooit blaasjes of kwijl rond de bek of de kapotte hoeven gehad. De viroloog verwacht dat er in Nederland nog wel meer natuurlijke dragers rondlopen. De situatie in Engeland is volgens Barteling dramatisch. Naast de zichtbare gevallen van mkz lopen er in het Verenigd Koninkrijk ook vele onzichtbare rond. Over enkele maanden, als men in Engeland denkt de mkz-uitbraak de baas te zijn, kunnen die onzichtbare dragers worden geëxporteerd met alle gevaren van dien. Verspreiding Het mkz-virus kan lang overleven, niet alleen in dragers. In sommige vleessoorten behoudt het nog lang zijn activiteit. Zo kon het virus ooit gekweekt worden uit ham van vijf maanden oud. Het voeren van ongesteriliseerde vleesresten en afval (swill) aan vee is daarom gevaarlijk en sinds 1986 in ons land verboden. Ook het voeren van keukenafval uit het eigen huishouden is volgens het ministerie uiterst riskant en daarom verboden. Zo'n verbod geldt echter niet in Engeland en enkele andere Europese landen. Vermoedelijk is het virus via deze route bij het Engelse bedrijf terechtgekomen waar de epidemie is begonnen. Het afval zou afkomstig zijn van een partij vlees uit het Verre Oosten dat werd geserveerd in een Chinees restaurant. De resten gingen naar varkens in de plaats Heddon-on-the-Wall in Northumberland, zo bericht The Times vandaag. Als het virus eenmaal vaste voet aan de grond heeft gekregen, zijn draconische maatregelen nodig om verdere verspreiding te voorkomen. Alle dieren van een boerenbedrijf waar de ziekte is vastgesteld, moeten worden vernietigd. Ook dieren op belendende boerderijen worden geruimd. De betrokken bedrijven worden vervolgens enkele malen met een zure of een basische oplossing ontsmet. Daar kan het virus niet tegen. Onder de huidige weersomstandigheden, bij temperaturen tussen de vier en zeven graden en tamelijk vochtig weer, kan het virus op de grond en in mest een kleine maand overleven, maar onder optimale omstandigheden kan dat zelfs een jaar zijn. Zomers is dat maar drie dagen. Het virus kan niet tegen de krachtige ultraviolette straling van de zon. De ideale omstandigheden voor het virus zijn donker en nat. In droge uitwerpselen houdt het virus het twee weken uit, in urine meer dan vijf weken en in drijfmest zes maanden, afhankelijk van de temperatuur. Luchtverplaatsing Het mkz-virus kan zich via de lucht verspreiden. In 1981 stak een besmetting in Frankrijk het Kanaal over naar Engeland, over een afstand van circa 150 kilometer. Iets dergelijks kan gebeurd zijn in Olst, maar waarschijnlijker is dat virusdeeltjes zijn meegenomen door familieleden, dierenartsen, veehandelaren of andere bezoekers uit Oene. Deskundigen menen dat het risico dat het virus zich verder dan vijf kilometer door de lucht kan verplaatsen, gering is. Een Britse veearts wijst er echter op, dat de ventilatoren op de daken van varkensstallen virusdeeltjesbevattende relatief warme lucht uit de stallen met kracht naar buiten blaast in de hogere luchtlagen. Uit luchtverspreidingsmodellen van het ID-DLO blijkt, dat bij matige wind uit een schuur met tien besmette varkens zoveel virusdeeltjes kunnen ontsnappen, dat een koe op een afstand van tien kilometer benedenwinds nog tien virusdeeltjes kan inademen. Dat is in principe voldoende voor een volgend ziek dier. Bij varkens en schapen, die minder lucht inademen dan koeien, geldt overigens een kortere afstand, namelijk twee kilometer. Verderop zouden ze weinig risico meer lopen. Het gaat om modellen, maar als ze kloppen, betekent het dat in het winderige, dichtbebouwde en beboerde Nederland het virus nog vele mogelijkheden heeft. Informatie over mkz op internet: dossier mkz op www.refdag.nl, www.minlnv.nl/mkz en aleffgroup.com/avisfmd |