Brinkhorst zoekt oorzaak uitbraak bij invoer Ierse kalveren
Stukjes mkz-puzzel vallen in elkaarDoor H. van den Berge SPRANG-CAPELLE Over de oorzaak van de uitbraak van mond- en klauwzeer in Nederland is nog niet alles duidelijk. Het meest waarschijnlijk is volgens minister Brinkhorst van Landbouw dat de ziekte over de grens is gekomen door de invoer van besmette Ierse kalveren via het Franse Mayenne. We zijn op het goede spoor, maar we hebben alles nog niet voor 100 procent in kaart. Een reconstructie.
Vorige week donderdag maakte Brinkhorst bekend dat de zeer besmettelijke ziekte door de import van besmette Ierse kalveren in ons land is gekomen. Het gaat om een transport dat op donderdag 22 februari vanuit Ierland vertrok. De 230 dieren waren bestemd voor de Nederlandse veehandelaar en kalvermester H. Rijken uit Sprang-Capelle. Naar het zich nu laat aanzien hadden de dieren bij vertrek de zeer besmettelijke ziekte nog niet onder de leden. Op dat moment heerste mond- en klauwzeer alleen in Groot-Brittannië, waar het virus waarschijnlijk terecht is gekomen via besmet voedselafval uit een vliegtuig dat aan het vee is gevoerd. Het Ierse transportbedrijf kwam op vrijdag 23 februari met de beesten aan bij een 'dierenmotel' in het Franse departement Mayenne. Uit welzijnsoogpunt moeten kalveren tijdens een transport na circa tien uur rusten. Ze moeten dan de vrachtwagen uit en krijgen eten en drinken. De volgende dag ging het transport verder richting Sprang-Capelle. Van de 230 kalveren bleven er 75 bij Rijken, terwijl er 75 naar geitenfokker Van der Weerd in Oene, die ook kalveren houdt, gingen. Verder werden er tachtig naar een bedrijf in Beesd gebracht. Er leek niets aan de hand. Het was een transport zoals er al zo veel waren geweest. Brandhaard Ruim twee weken later, op 12 maart, deed zich de eerste uitbraak van mkz op het Europese vasteland voor. Zes koeien van een veehouder uit het Franse departement Mayenne bleken de ziekte te hebben. Ze waren besmet door recent ingevoerde Britse schapen die bij de buurman stonden. De schrik op het continent was groot. Minister Brinkhorst stelde dinsdag 13 maart een vervoersverbod voor vee en vlees in. In totaal werden 51 Nederlandse bedrijven die na 24 januari mkz-gevoelige dieren uit Frankrijk hadden ingevoerd, gecontroleerd. Hiertoe behoorden ook de boerderijen van het bewuste transport van 22 februari. De geiten op het bedrijf in Oene bleken op donderdag 15 maart mkz-symptonen te hebben. Vrijdag 16 maart meldde de minister echter dat er op de 51 bedrijven geen tekenen van mond- en klauwzeer waren gevonden. Het bedrijf in Oene bleef door de ziekteverschijnselen wel verdacht. Daarom werd besloten deze zaterdags te ruimen. Bovendien bleef in dit gebied een vervoersverbod van kracht. Omdat het goed leek te gaan, besloot de minister zondag een week geleden het vervoersverbod op te heffen. Maar al 's woensdags moest een aangeslagen Brinkhorst de Tweede Kamer onverwacht meedelen dat er in Olst mond- en klauwzeer was uitgebroken. De paniek was groot. Er kwam weer een vervoersverbod. Maar de ziekte leek zich al verspreid te hebben. Nieuwe uitbraken zijn inmiddels vastgesteld op de bedrijven van Van der Weerd in Welsum (woensdagavond), geitenfokker Van der Weerd (zijn broer) uit Oene (donderdag), Kluin uit Nijbroek (zaterdag) en Kieskamp uit Oene (gisteren). De brandhaard van de ziekte ligt momenteel duidelijk rond Oene. Op het goede spoor Afgelopen woensdag kreeg het ministerie van Landbouw informatie van Frankrijk dat de rustplaats in Mayenne ook besmet was. Het virus is daar waarschijnlijk via besmette Britse schapen terechtgekomen. Een Franse handelaar die een eindje verderop woonde, had de beesten, waarvan misschien niet duidelijk was of ze mkz hadden, vermoedelijk op de rustplaats verstopt. Door de Franse informatie werd ineens veel duidelijk. Er is namelijk een duidelijke lijn van Mayenne via Sprang-Capelle naar Oene. Brinkhorst denkt op het goede spoor te zitten. Zaterdag zei hij weliswaar dat niet kan worden gezegd dat alles voor 100 procent in kaart is gebracht, maar dat de stukjes van de puzzel wel in elkaar vallen. Na de informatie over Mayenne zijn het ministerie van Landbouw en de boerenorganisatie LTO-Nederland bang voor meer uitbraken. Reden is dat een viertal transporten van Iers vee in de periode vlak voor 22 februari mogelijk ook via de besmette rustplaats is gereisd. Inmiddels is bekend dat er inderdaad één dat heeft gedaan. Het bedrijf van de handelaar in het Gelderse Doornspijk en de bedrijven in Nunspeet en het Utrechtse Overberg waar hij de kalveren aan had geleverd, zijn geruimd. De drie andere transporten zijn niet in Mayenne geweest. Brand meester Opvallend is dat het zo lang heeft geduurd voordat de tussenstop in het besmette Mayenne bekend werd. De minister vindt het onplezierig dat de Franse overheid pas afgelopen woensdag met belangrijke gegevens kwam. Toch lijkt ook zijn eigen departement niet helemaal vrijuit te gaan bij de late vaststelling. Het ministerie had een week eerder de oorzaak van de uitbraak in ons land vast kunnen stellen als het direct na de problemen bij de geitenfokker in Oene op 15 maart de route waarlangs de dieren in Nederland waren gekomen, had nagegaan. Ook dan was Mayenne in beeld gekomen. Wellicht had dit uitbraken kunnen voorkomen, al dient hierbij wel opgemerkt te worden dat achteraf praten altijd gemakkelijk is. Zaterdag zei Brinkhorst dat er nu gelukkig meer helderheid over de oorzaak is. Of er nog andere bronnen zijn, zal moeten blijken. We hopen dat het hierbij blijft, maar we kunnen nog niet het sein brand meester roepen. |