Dossier MKZ24 maart 2001

Ongemerkt sloop mkz-virus bij veebedrijf van Van der Weerd binnen

„Je wordt ineens stilgezet”

Door H. van den Berge
Melkveehouder Jan van der Weerd uit Welsum blikt in zijn stal. Het is er doodstil. Al het vee is weg. „Hier word ik ijskoud van”, zegt de gedupeerde boer. Ongemerkt sloop het mkz-virus het bedrijf binnen. „Ik heb nog geen tijd gehad om alle gevolgen goed te kunnen overdenken.”

Het is grauw en grijs. Er is bijna geen verkeer op de lange IJsseldijk richting Zwolle. Aan de ene kant van de dijk dobbert onbekommerd een aantal zwanen in de volgelopen uiterwaarden. Maar aan de andere kant is de spanning en angst zichtbaar. Felle blauwe bordjes waarschuwen voor besmettingsgevaar. Roodwitte linten schermen de boerderijen af. Bij de dam staan ontsmettingsbakken. Soms ligt er zelfs een spuit bij om de autobanden goed af te kunnen spoelen.

Het kerktorentje en de molen van Welsum steken strak af tegen de donkere lucht. De rust in het Overijsselse dorpje was gisteren weergekeerd na de hectiek van woensdag en donderdag.

Verdriet
Bij de oprit van het tweede door mond- en klauwzeer getroffen bedrijf in ons land hangt een bord ”Welkom, fam. Van der Weerd”. Een geel lint blokkeert echter de toegang. De boerderij is verboden gebied sinds woensdagmorgen vroeg mkz werd ontdekt. Jan (30) wil absoluut geen risico's nemen, vertelt hij door de telefoon. De gevolgen van de onverwachte uitbraak van de zeer besmettelijke ziekte ervaart hij nu tot zijn grote verdriet aan den lijve. De leegte is door de grote open staldeuren duidelijk te zien.

Tot ruim een week geleden verwachtte Jan niet dat er mond- en klauwzeer in Nederland zou uitbreken. „De ziekte heerste weliswaar al in Groot-Brittannië en Frankrijk, maar dat is ver van hier. Bovendien waren er in ons land scherpe voorzorgsmaatregelen genomen”, aldus de veehouder.

Nietsvermoedend ging hij begin vorige week zijn broer Gerrit helpen, die in het vlakbij gelegen Oene een geitenfokkerij had. „Ik ging daar de dieren verzorgen, want mijn broer kon niets doen omdat hij zich in zijn been had gesneden.” Zelf had Jan een bedrijf met 61 melkkoeien –„prima dieren, met een productie van 9500 liter melk per jaar”, plus jongvee, 40 mestkalveren en 13.000 mesteenden.

Bloed aftappen
Vorige week woensdagavond na de biddagdienst is Jan voor het laatst op het bedrijf van zijn broer geweest. „Enkele geiten hadden toen wel wat ziekteverschijnselen, maar van mond- en klauwzeer was nog niets bekend. Daar komt nog bij dat we het ook niet hadden verwacht.”

Donderdag belde Gerrit in overleg met de dierenarts dat het beter was dat Jan niet meer op zijn bedrijf kwam. „Het was een voordeel dat we allebei dezelfde dierenarts hebben, want deze kent onze beide veestapels goed.”

Ook die donderdag was er nog geen sprake van mkz. De dierenarts schakelde uit voorzorg wel de Rijksdienst voor de keuring van Vee en Vlees (RVV) in. „'s Avonds is er bij de geiten bloed afgetapt, maar daaraan was niets te zien. We hadden er het volste vertrouwen in dat er niks aan de hand was.”

Toch ging vorige week vrijdag het gerucht al dat er op de geitenfokkerij misschien mond- en klauwzeer was. Om geen enkel risico te nemen, besloot de RVV zaterdag het bedrijf te ruimen. Maar ook verder onderzoek zag er gunstig uit. Uit voorzorg bleef rond het bedrijf wel een vervoersverbod van kracht, terwijl dat in de rest van het land maandag werd opgeheven. Dinsdag bleek ineens dat de geiten waarschijnlijk toch mkz hadden. Halsoverkop werd het vervoersverbod weer ingesteld. De definitieve uitslag kwam pas donderdag. De geiten zijn volgens minister Brinkhorst van Landbouw waarschijnlijk besmet door Ierse kalveren die Jans broer recent op zijn bedrijf had gekregen.

Grote slag
Door gezondheidsproblemen bij de geiten hield Jan zijn eigen runderen sinds maandag extra goed in de gaten. „Dinsdag konden de dierenarts en ik nog niets zien.”

Woensdagmorgen vroeg kwam de grote slag. „Ik vertrouwde één koe niet, omdat het dier zijn voer niet opat. Onder het melken hield ik het dier goed in de gaten. Toen het weer niets at, vertrouwde ik het helemaal niet meer.”

Ondertussen was er een vrachtwagen met voer voor de eenden gekomen. „Daar ging ik even naartoe, maar toen ik terugkwam heb ik de koe onderzocht en in de bek gekeken. Ik schrok geweldig. Ik had de lappen vel van haar tong in mijn handen. Toen was ik er vrij zeker van dat het dier mond- en klauwzeer had.” Jans vader, die ook op het bedrijf meewerkt, had vroeger ook mkz meegemaakt. Hij herkende de ziekte onmiddellijk.

Het was half negen. De boer belde direct zijn dierenarts met de boodschap dat een koe de verschijnselen van mkz had. „Deze twijfelde niet en zei dat ik het bedrijf moest blokkeren. Zelfs de vrachtwagen van voerfabrikant De Heus mocht niet meer het erf af. De dierenarts is vervolgens de hele dag op het bedrijf gebleven. Ook de volgende dag was hij ons tot grote steun.”

Toen de RVV „pas na ruim vier uur” kwam, aarzelden de controleurs geen moment. Hoewel de koe nog geen koorts had, waren de verschijnselen overduidelijk. De RVV nam monsters van de poten, lip en mond van het dier, die pijlsnel naar het onderzoeksinstituut ID-Lelystad werden gebracht. Het instituut bevestigde gelijk dat het om symptomen van mond- en klauwzeer ging. Onbedoeld en ongewild was het virus van de geiten op het bedrijf van Jan terechtgekomen.

Woensdagavond laat werd bekendgemaakt dat er in Welsum een tweede geval van mkz was. „Dat de eerste uitbraak in Olst, hemelsbreed een kilometer verderop aan de andere kant van de IJssel, was, hoorde Jan woensdag pas later.

Melken
Razendsnel volgden de ontwikkelingen elkaar op. „Woensdagmiddag lichtte ik gelijk mijn familie en de buren die vee hebben in.”

Het bedrijf moest zo snel mogelijk worden geruimd. „In één keer was het een chaos. Het erf moest worden afgezet en RVV'ers en andere specialisten renden af en aan. „Je verliest de macht op je eigen bedrijf. Alles wordt geregeld en je kunt niets tegenhouden. Maar toen ik zeker wist dat het virus op het bedrijf was, kon het mij allemaal niet snel genoeg gaan.”

's Avonds laat kwamen de taxateurs om de waarde van de ruim honderd koeien en kalveren te bepalen. De andere morgen zouden ze worden afgemaakt. De eenden mochten voorlopig blijven leven, omdat ze niet vatbaar zijn voor mkz.

Over de taxatie is de veehouder in eerste instantie tevreden. „Vanaf twaalf uur 's nachts tot donderdagmorgen zes uur hebben ze van alle runderen stuk voor stuk de waarde bepaald.” De boer was er de hele tijd bij. 's Morgens heeft hij de koeien voor het laatst gemolken en gevoerd. „Er gaat dan heel wat door je heen”, zegt Jan achteraf zakelijk. Ook bij andere dieren waren toen inmiddels mkz-verschijnselen te zien.

Schoonmaken
Inmiddels stond het op de dam zwart van de media. „Het was ongelooflijk hoe snel ze hier waren. Een Franse televisieploeg was er bijna als eerste. Omdat ikzelf in de stal bij de taxateurs was, merkte ik er niet veel van, maar mijn vrouw, die naar bed was gegaan, werd 's nachts om één uur door een omroep wakker gebeld. Dat was vervelend, want ze heeft haar rust nodig, omdat we nog niet zo lang geleden een baby hebben gekregen.”

De ruiming donderdag liet eerst op zich wachten. „Het duurde mij allemaal erg lang.” Pas om 's middags twee uur werd begonnen. Daar ben ik zelf niet bijgeweest. Dat wilde ik niet zien. De twee andere kinderen –van drie en zes jaar– werden weggebracht. „Ik heb het erg op prijs gesteld dat toen ze tegen de avond terugkwamen, alles werd stilgelegd.”

De kinderen hebben wel de grijper en vrachtwagens gezien. „Dat vind ik wel goed, want dan weten ze wat er met de dieren is gebeurd. Op zich was de ruiming niet nieuw voor de kinderen, want ze wisten dat dat ook bij oom Gerrit was gebeurd.”

Hoewel de veehouder de ruiming zelfs niet wilde aanzien, verbaast hij zich erover dat de beelden bijna live op de televisie te volgen waren. „Blijkbaar hebben ze erg goede camera's.”

Na de ruiming begon gelijk de ontsmetting van het hele bedrijf. Er waren scherpe regels. Iedereen die het erf afging, moest bijvoorbeeld douchen. „Ze namen geen enkel risico.” Ook gisteren ging het ontsmetten nog door.

Ontzettend druk
Gistermiddag was de rust weer een beetje teruggekeerd. Toch had hij nog geen tijd gehad om alle gebeurtenissen goed op zich te laten inwerken. „Het is zo ontzettend druk geweest. Je bent moe, ik heb twee nachten niet geslapen en bovendien heb ik vele tientallen telefoontjes gehad van familie, buren, vrienden, collega's, ds. Van den Herik uit Oene en de wijkouderling. Ook bel je veel met veehouders van geruimde bedrijven. Op die manier kun je elkaar tot steun zijn. Voor mij geldt dat het praten over de gebeurtenissen helpt bij het verwerken.” De veehouder is wel blij dat de eenden er nog zijn. „Dan heb ik gelukkig nog wat te doen en val ik niet helemaal in een gat.”

In de afgelopen hectische dagen heeft Jan duidelijk de beperktheid van de mens ervaren. „Je wordt ineens stilgezet. Je staat machteloos. Het is een ramp waar niets aan te doen is. Er werd gedacht dat we in ons land alles onder controle hadden, in Nederland gelden zelfs de strengste hygiënevoorschriften, maar nu blijkt duidelijk dat er Eén boven staat. De afgelopen maanden besloot de Europese Unie dat vanwege het overschot aan vlees door de bse-crisis duizenden en duizenden gezonde runderen moesten worden vernietigd. En nu gebeurt dit.”

Prachtig vee
De komende tijd moet er nog veel worden gedaan. „Alles moet brandschoon worden gemaakt en nog twee keer worden ontsmet. Ik kan het allemaal nog niet overzien wat er verder nog moet gebeuren.”

Binnen een straal van één kilometer van de boerderij worden ongeveer zeven bedrijven preventief geruimd. „Daar zit ik nu nog het meest over in. Het gaat om je buren en om gezond vee. Ik vind het heel erg dat ook hun dit overkomt.”

Jan wil in ieder geval graag verder met het melkveebedrijf. Het vinden van een veestapel van eenzelfde kwaliteit zal volgens hem niet gemakkelijk zijn. „Het bedrijf is eerst van mijn vader en opa geweest. Wij hadden bij de dieren een bloedlijn van honderd jaar oud. Een koppel met een zo'n hoge productie is haast niet te vervangen. Het was prachtig vee.”

Door de mkz-epidemie en de daarmee gepaard gaande ruimingen van vele bedrijven is de verwachting dat de veestapels duurder zullen worden. „Ik heb de dagwaarde gekregen en dat bedrag zal wel eens een stuk lager kunnen liggen dan het geld dat voor het nieuwe vee moet worden betaald.” Toch wil Jan „zeker doorgaan met koeien. Ik ben boer in hart en nieren.”