Dossier MKZ24 maart 2001

Veehandelaar
„onbeschrijfelijk
gelukkig”

HERPEN – Veehandelaar Theo Egelmeer uit de buurtschap Koolwijk bij Herpen is volgens eigen zeggen de gelukkigste man van de wereld.

Gistermorgen bleek dat er op zijn bedrijf geen mond- en klauwzeer is aangetroffen. Zijn 56 schapen, dertien geiten en vijftien herten zijn vorige week vrijdag preventief geruimd.

Ondanks die maatregel is Egelmeer enorm opgelucht. „Ik kan niet zeggen hoe gelukkig ik ben. Het is onbeschrijfelijk. Voor mezelf, maar ook voor de anderen in de buurtschap hier. Dat zijn allemaal vrienden en kennissen van me. Ik krijg vanmiddag de officiële papieren en dan neem ik er een flinke borrel op”, aldus de geëmotioneerde Egelmeer. „Ik ben ook niet verdrietig omdat mijn beestjes nu voor niets gedood zijn, want dat kon toen niet anders. De AID en de RVV hebben zeer correct gewerkt en mij keurig behandeld.”

Egelmeer is ook heel blij dat nu vaststaat dat hij het virus niet naar Nederland heeft gebracht. „Ik had dubbele pech: een maand geleden was ik nog in het besmette gebied in Frankrijk geweest om dieren te halen en vorige week kreeg ik dieren van de besmette boerderij in Oene. Dat er nu niets aan de hand is hier, is bijna onvoorstelbaar”, aldus de veehandelaar.

Burgemeester I. Keijzer van Ravenstein, waar Herpen bij hoort, had het nieuws nog niet gehoord. Hij is, zegt hij, blij met het schitterende bericht, vooral voor de betrokken veehandelaar. „De vlag uit, hoera,” roept Keijzer. Maar hij is ook verstoord dat hij het nieuws voor de zoveelste keer via de media moet vernemen. „Ravenstein is vanaf 16 maart betrokken in het crisisoverleg. Dinsdagavond hebben we nog allerlei richtlijnen gekregen. Ik vind het niet zoals het hoort dat het ministerie mij nu niet rechtstreeks benadert. We hebben totaal geen helder beeld.”