Dossier MKZ24 maart 2001

Mond- en klauwzeer komt zeer sporadisch bij mensen voor

„Hij leek zelf een beetje op een koe”

Door G. Wolvers
APELDOORN – Geen tand was zichtbaar in zijn mond. Zó was zijn tandvlees opgezwollen. „Ik kon niet meer eten, alleen nog maar wat drinken. Ik had blaasjes op mijn tong en hoge koorts, tegen de 40 graden. Pas na drie weken begon ik wat op te knappen.”

Hij heeft mond- en klauwzeer gehad. A. P. Schot uit Schoonhoven is ervan overtuigd. Kan niet, zeggen de veterinaire overheden. Sporadisch wel, zegt dé deskundige van Nederland.

De 39-jarige Schot weet het nog als de dag van gisteren. Tijdens de voorlaatste uitbraak van mond- en klauwzeer (mkz) in Nederland, in 1984, ging hij ondanks zijn keelontsteking naar zijn verloofde. De boerendochter woonde destijds op een rundveehouderij in Nieuwer-Ter-Aa. Schot: „Ik heb gewoon in de stal gelopen.” Daar deed hij mogelijk de besmetting op.

„Toen hij thuiskwam, zag ik direct dat er wat aan de hand was”, vertelt zijn moeder, zeventien jaar na dato. „Hij leek zelf een beetje op een koe: een open mond, blaasjes op de tong, en kwijlen. Onze huisarts, Van Gelder, zei dat het mond- en klauwzeer was. Ik heb 's avonds nog een vervanger laten komen omdat hij zo'n hoge koorts had. Ook die huisarts zei dat het mond- en klauwzeer was.”

A. A. van Gelder, huisarts in Ridderkerk, kan zich het voorval nog vaag herinneren, maar kan het geval niet meer documenteren. „De papieren zijn naar Schots nieuwe huisarts gegaan.” Hij betwijfelt of het echt mond- en klauwzeer is geweest. Hij denkt eerder aan de veel vaker voorkomende hand-, voet- en mondziekte, die ook blaren en jeuk in de mond veroorzaakt. Ook suggereert hij het syndroom van Stevenson Johnson, dat soortgelijke symptomen in verhevigde mate veroorzaakt. „Maar misschien hebben we gekscherenderwijs gezegd dat het mond- en klauwzeer was.”

Als 13-jarig meisje had boerendochter B. van Muilwijk uit Bleskensgraaf mogelijk ook mond- en klauwzeer. Dat was in 1966, tijdens een andere uitbraak van mkz. „Waarschijnlijk heb ik het van het drinken van rauwe koeienmelk gekregen, dat deden we toen altijd. Erg ziek was ik ervan. Ik had een mond vol blaren, heel pijnlijk, kon alleen maar vloeibaar voedsel tot me nemen en ben veel afgevallen. Ik weet niet meer wat eraan is gedaan, alleen dat ik mijn mond moest spoelen met bosbessensap.”

Sporadisch
Veterinair viroloog prof. dr. A. D. M. E. Osterhaus van de Erasmus Universiteit, op dit gebied dé Nederlandse deskundige, erkent dat mond- en klauwzeer bij mensen „sporadisch kan voorvallen.” Deze incidenten komen nooit voor buiten het „mkz-seizoen”, dus nooit buiten een uitbraak van mkz om.

Osterhaus onderzocht onlangs nog het aantal wetenschappelijk vastgestelde gevallen van mond- en klauwzeer bij mensen. Hij kwam op een krappe veertig. „Het gaat om een milde klinische vorm bij mensen die beroepsmatig met de dieren bezig waren.” De hoogleraar virologie onderschrijft ook het artikel dat drie Engelse deskundigen op 10 maart in het gezaghebbende British Medical Journal schreven. Daarin stellen zij dat mkz bij mensen kan voorkomen, als gevolg van het drinken van rauwe melk.

Osterhaus' uitspraak is opmerkelijk. Het ministerie van Landbouw ontkent op zijn internetsite dat mkz bij mensen kan voorkomen. „Mond- en klauwzeer is niet gevaarlijk voor de mens. Alleen evenhoevige dieren (zoals runderen, varkens, schapen, geiten en herten) krijgen er last van.” De landelijke GGD's zeggen op hun site: „Hand-, voet- en mondziekte mag niet verward worden met mond- en klauwzeer; die ziekte komt alleen bij vee voor!” En de Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziekten zegt bij hand-, voet- en mondziekte hetzelfde: „Vooral niet verwarren met mond- en klauwzeer, dat uitsluitend voorkomt bij vee en door een ander virus veroorzaakt wordt.”

Osterhaus zegt echter dat beide virussen wel tot dezelfde groep behoren. Deze familie is de Picornaviridae genus Aphthovirus, waarvan zeven types zijn. Mensen zijn vooral gevoelig voor type O. Dat is precies het type dat de huidige mond- en klauwzeerepidemie in Europa veroorzaakt.

Geen ongerustheid
Hand-, voet- en mondziekte wordt veroorzaakt door het Coxackie A-virus. Vooral kinderen tot tien jaar zijn daar vatbaar voor als ze door besmette mensen worden aangehoest of -geniest. Het veroorzaakt huiduitslag, blaren in de mond, misselijkheid, lichte koorts. De huiduitslag geneest meestal binnen een week. Deze ziekte veroorzaakte grote epidemieën in Azië. Japan had in 1978 36.000 patiënten, terwijl in Taiwan in 1997 en 1998 zelfs 130.000 gevallen werden gemeld.

Een mogelijk verontrustend signaal komt vanuit Zuidwest-Engeland, waar mond- en klauwzeer sterk heerst. Dr. Christopher Rollinson zegt op de site van de British Medical Journal in reactie op het verhaal in maart dat „vanuit persoonlijke waarneming hier in het zuidwesten er een toename van mensen lijkt te zijn die ziek zijn en hoge koorts hebben, wat gewoonlijk bij griep voorkomt. Zou dit een uiting kunnen zijn van mond- en klauwzeer bij mensen? Ik constateer ook dat het O-type van het virus de meest waarschijnlijke bron van infectie in de mens is.”

Toch is er geen enkele reden tot ongerustheid, benadrukt Osterhaus. „Mond- en klauwzeer is absoluut geen volksgezondheidsprobleem. We hoeven ons geen zorgen om de volksgezondheid te maken. Maar wel om de diergeneeskunde, dat mag duidelijk zijn.”