Dossier MKZ April 2001

Mond- en klauwzeer
meest gevreesde veeziekte

Hieronder volgt een overzicht van de feiten over mond- en klauwzeer op basis van informatie van het ministerie van Landbouw, het Instituut Diergeneeskunde in Lelystad en de Universiteit Wageningen.

BESMETTELIJK – Mond- en klauwzeer is een zeer besmettelijke en ernstige virusziekte die voorkomt bij evenhoevige dieren: runderen, schapen, geiten, varkens, wilde zwijnen, herten, olifanten, tapirs en stekelvarkens.

SYMPTOMEN – Koorts, sufheid, overmatige speekselproductie en blaren in de bek en op de snuit, kreupel lopen door blaren op de kroonrand van de hoeven en tussen de hoeven (tussenklauwspleet). Runderen geven geen melk meer. Biggen en kalveren sterven acuut. Symptomen van de ziekte worden over het algemeen binnen twee tot vijf dagen zichtbaar, soms kan dit echter wel veertien dagen duren. In die tijd vermenigvuldigt het virus zich razendsnel. Via alle lichaamsopeningen, dus via speeksel, melk, mest en urine, scheiden de dieren het virus uit. Het verraderlijke is dat dit al op grote schaal gebeurt voordat de eerste ziektesymptomen zichtbaar zijn.

VERSPREIDING – De verwekker van mkz kan zich razendsnel over een veestapel verspreiden. Nederland loopt daarbij meer risico, omdat hier relatief veel boerenbedrijven dicht bij elkaar staan. Bovendien zijn er veel internationale contacten (import/ export). Verspreiding geschiedt vooral door het verplaatsen van besmette dieren (inslepen), vandaar het totale vervoersverbod. De ziekte kan zich tevens via de lucht over tientallen kilometers verspreiden, zo is in een beperkt aantal gevallen aangetoond. De gangbaarste routes van verspreiding zijn via dier-diercontact en via dier-menscontact. Mensen kunnen het virus bijvoorbeeld via kleding verspreiden. Dieren raken vooral besmet door inademing van het virus, maar kunnen ook via de bek en de huid het virus binnenkrijgen.

WEER – Het mond-en-klauwzeervirus houdt volgens Britse deskundigen van vochtig en kil weer. Tijdens dat weertype gedijt het virus het beste. Warm, droog en zonnig weer is voor het virus veel minder geschikt. De ultraviolette straling van het zonlicht doodt het virus in korte tijd.

BESTRIJDING – Mond- en klauwzeer is een virusinfectie. Het geven van antibiotica heeft dus geen zin omdat deze middelen alleen bacteriën doden. De gangbare visie is daarom dat besmette of mogelijk besmette dieren moeten worden afgemaakt en vernietigd. Dat is ook de reden waarom boerderijen in een straal van een kilometer rond een besmettingshaard preventief worden geruimd. In een straal van 3 kilometer worden de bedrijven extra scherp gecontroleerd. Bovendien wordt rond een boerderij waar mkz is vastgesteld binnen een straal van 10 kilometer een vervoersverbod afgekondigd. Bedoeling is het virus op deze manier uit te schakelen en verdere verspreiding te voorkomen. Andere, ingrijpende maatregelen die daar eveneens op zijn gericht zijn: een vervoersverbod voor eenhoevige dieren, paarden, melk, voer en mest voor 72 uur na de eerste ontdekking van mkz in heel Nederland. Het land wordt in zones en buffergebieden ingedeeld. Strikte hygiëne is noodzakelijk (douchen, ontsmetten van schoeisel, kleding en materialen). Boerderijen moeten het aantal bezoekers zo veel mogelijk beperken.

VACCINATIE – Sinds 1991 is er in de Europese Unie een non-vaccinatiebeleid. De belangrijkste reden om te stoppen met preventief vaccineren is het mogelijk maken van de export van vee en vlees naar landen als de VS en Japan. Door inenting ontwikkelen gezonde dieren dezelfde antistoffen als zieke. Er kan echter nog geen onderscheid worden gemaakt tussen deze antistoffen. De VS en Japan zijn mkz-vrij en eisen dat er geen enkel spoor van het virus in het ingevoerde vee of vlees zit.

De Nederlandse diergeneesmiddelenproducent Intervet heeft enkele dagen geleden echter bekendgemaakt een test te hebben ontwikkeld die dit verschil wel zichtbaar maakt. In het najaar kan de test op de markt komen. De test kan ook aan het licht brengen of een gevaccineerd dier toch met mkz is besmet. Het zijn met name de VS en Japan die geen (vlees van) gevaccineerde dieren willen importeren.

Na vaccinatie duurt het een dag of vier voordat een dier antistoffen tegen mkz heeft gemaakt en beschermd is tegen de aandoening. De dieren verspreiden het virus dan ook niet meer. Omdat niet alle dieren tegelijk kunnen worden afgevoerd, wordt voor de achterblijvers noodvaccinatie overwogen. Deze beesten worden op een later tijdstip alsnog afgemaakt en getransporteerd naar de twee destructiebedrijven van Rendac in Friesland (Sumar) en Brabant (Son).