Overige betrokkenen

Bulatovic
De ex-president van Montenegro, Momir Bulatovic, is op de hand van Milosevic en wil zijn post in Podgorica terug. Bulatovic en Milosevic konden voor de NAVO-aanvallen in Montenegro rekenen op de trouwe steun van naar schatting de helft van de 650.000 Montenegrijnen. Bulatovic en Milosevic kunnen ervan uitgaan dat hun aanhang in de lift zit en dat het tijd is om met Djukanovic af te rekenen. De NAVO maakt zich grote zorgen over Milosevic' sluipende machtsovername in Montenegro, maar kan weinig doen. De politiek in Montenegro wordt echter net als elders in de regio sterk bepaald door clanachtige structuren. De clan van Djukanovic heeft veel politieagenten achter zich en die zijn goed bewapend. Hetzelfde geldt echter voor de tegenstanders van Djukanovic, die hun soldaten en reservisten goed bewapenen. De clangeest en de grote hoeveelheid wapens in omloop voorspellen weinig goeds voor dit conflict tussen de prowesterse vernieuwers en de behoudende socialistische garde van Momo en Milosevic.

Clinton
Als president van de Verenigde Staten is de Democraat Bill Clinton nauw betrokken bij de oorlog in Kosovo. Als leider van een toonaangevende natie kijkt iedereen met belangstelling naar de woorden en daden van Clinton. De bevolking van de VS steunt de NAVO-acties en de voortrekkersrol die de VS daarbij inneemt, al zal de steun snel veranderen mochten er doden vallen onder Amerikaanse soldaten. Met zijn minister van Buitenlandse Zaken Madeleine Albright houdt hij de situatie in het voormalig Joegoslavië nauwlettend in de gaten.

Demaci
Adem Demaci was tot september 1998 de politiek leider van de etnisch-Albanese strijders in Kosovo. Hij zou zijn besluit om medische redenen hebben genomen. Volgens analisten in Pristina echter zou zijn vertrek op onenigheid onder de rebellen duiden. Demaci zou ruzie met het hoofdkwartier van het Bevrijdingsleger van Kosovo (UCK) hebben gehad over de weigering van rechtlijnigen om met iets anders dan totale onafhankelijkheid van Kosovo akkoord te gaan. Door het aftreden van Demaci zal het UCK vermoedelijk nog verder worden teruggedrongen. De positie van de door het Westen gesteunde pacifistische leider Ibrahim Rugova lijkt hierdoor te worden versterkt. Het UCK en Demaci betwistten de positie van Rugova vanwege zijn bereidheid overeenkomsten te sluiten die niet in de volledige onafhankelijkheid van Kosovo voorzien.

Djukanovic
Milo Djuaknovic is de president van Montenegro. De verhouding tussen Milosevic en het staatshoofd van de kleinste partner in de Joegoslavische federatie (Servië en Montenegro) is gespannen sinds de presidentsverkiezingen in Montenegro in oktober 1997. De hervormingsgezinde en pro-westerse Djukanovic versloeg toen de beschermeling van Milosevic, Momir Bulatovic. Milosevic heeft de overwinning van Djukanovic nog steeds niet erkend. Djukanovic boycot de federale regering.

Holbrooke
De Amerikaan Richard Holbrooke is een van de topdiplomaten die nauw betrokken is geweest bij diverse bemiddelingspogingen. Holbrooke werd als architect van het 'Dayton-akkoord' wereldberoemd.

Kontic
De oud-premier van Joegoslavië, Radoje Kontic, werd in mei vorig jaar ten val gebracht door toedoen van Milosevic-getrouwen in het parlement. De Montenegrijn Kontic moest weg omdat hij te weinig tegenspel bood aan de hervormingsgezinde leiders in Montenegro. Kontic was premier sinds 1993 en nam in het openbaar nooit afstand van Milosevic. Ook betuigde hij nooit steun aan Djukanovic. Maar het einde van zijn politieke carrière kwam in zicht nadat hij in januari 1998 de beëdiging van Djukanovic als president had bijgewoond. Die ceremonie werd geboycot door alle Milosevic-aanhangers. De benoeming van Djukanovic was immers een klap in het gezicht van Milosevic.

Milutinovic
Milan Milutinovic is de president van Servië. Hij was minister van buitenlandse zaken van Joegoslavië en de kandidaat van de Joegoslavische president Slobodan Milosevic. Milosevic was de laatste president van Servië, maar hij mocht die functie na twee ambtsperiodes niet langer vervullen.