Koninklijk huis 1 december 1999

IJzeren bescherming
privacy Koninklijk Huis

Door Bea Versteeg
De verhouding tussen het Koninklijk Huis en de pers is een bijzondere. De pers wil, gedreven door de lezers, luisteraars of kijkers die zij bedient, graag het naadje van de koninklijke kous weten. Het Koninklijk Huis, met koningin Beatrix en prins Claus voorop, meent slechts te kunnen functioneren door een ijzeren bescherming van hun privacy.

Wat tot het privédomein van het koninklijk leven behoort, is veel. Dat botst weleens met de rol van de pers. Een bekend voorbeeld is het schimmenspel rond de hersenvliesontsteking die koningin Beatrix in 1987 tijdens een vakantie in Zuid-Frankrijk opliep. De pers moest het toen doen met vage mededelingen van de Rijksvoorlichtingsdienst. Die kon daar ook weinig aandoen, omdat zij door het hof onvoldoende werd geïnformeerd. De Koningin vindt haar vakantie nu eenmaal een privé-aangelegenheid. Maar door deze opstelling maakte zij het de RVD, die belast is met de voorlichting over haar en haar huis, wel erg moeilijk.

Aan de andere kant schroomt de Koningin niet om via de pers zaken recht te zetten, die haar bezighouden. Journalisten kregen de afgelopen jaren tijdens de gesprekken tijdens de staatsbezoeken met een steeds openhartiger Koningin te maken. Wat oorspronkelijk een geanimeerde kout was, ontwikkelde zich tot een interessant onderhoud.

Als een keerpunt geldt het gesprek in 1996 in de Zuid-Afrikaanse hoofdstad Pretoria. Voorafgaand aan de reis was uitgelekt dat koningin Beatrix een hand zou hebben gehad in de overplaatsing van ambassadeur Röell van Pretoria naar Brussel. Tijdens de persontmoeting deed de Koningin de kwestie af als onzin. Ze verkende daarbij de grenzen van haar staatsrechtelijke positie. De meereizende minister van Buitenlandse Zaken, Van Mierlo, dekt de zaak wat de ministeriële verantwoordelijkheid betreft een dag later af.

Dikke duim
Een jaar later grijpt koningin Beatrix in Griekenland de gelegenheid aan om de vermeende afkeer van de Oranjes van Koninginnedag uit de wereld te helpen. Trouw-journalist Lammers had het verhaal volgens haar uit zijn hele dikke duim gezogen.

De koninklijke ergernis, die af en toe de kop opsteekt, komt voor een deel voort uit de taakopvatting die koningin Beatrix zichzelf heeft gesteld. Bij haar gaat het om de inhoud. En daar dient het journaille wat haar betreft zijn aandacht aan te besteden. In de praktijk zou dat neerkomen op het aanhalen van toespraken en het beschrijven van de projecten die zij bezoekt.

Het eerste gebeurt ook regelmatig, het tweede wat minder. Natuurlijk wordt er iets vertelt over zo'n project, maar het gaat in de verslagen over koninklijke bezoeken toch vooral om haar en hoe zij het doet. Dat wil het volk weten en af en toe leidt dat tot aandacht voor wat in de ogen van koningin Beatrix bijzaken zijn, zoals haar kleding. Maar ook dat is geen bijzaak, want aan de kleren kent men de Majesteit.