Koninklijk huis 24 november 1999

Jongste koningin neemt
geen blad voor de mond

Door Bea Versteeg
Ze is de jongste koningin van de wereld, Rania van Jordanië. Ze is hard op weg een megaster te worden. Ze is mooi, doet het leuk met kinderen en zet zich in voor liefdadigheidsdoelen. Ze schuwt moeilijke situaties niet. Rania was de afgelopen maand voor de tweede keer in voormalig Joegoslavië. Kortom: genoeg om regelmatig op de voorpagina's van kranten en tijdschriften te staan.

Nu schuwt de Jordaanse koningin zelf de publiciteit allerminst. Sinds februari heeft zij diverse journalisten en fotografen ten paleize ontvangen. Zij mogen haar fotograferen als zij de laatste hand legt aan haar make-up, als zij in haar speciaal beveiligde auto rijdt, praat met haar adviseurs en speelt met haar kinderen. Het beeld dat uit de reportages oprijst is niet dat van een Oosterse onderdanige vrouw. Rania profileert zich eerder als een Westerse zakenvrouw, die goed doet aan de vluchtelingen.

Alle media-aandacht is haar nog niet naar het hoofd gestegen. „Voor ik koningin werd, was ik de vrouw van prins Abdullah van Jordanië en daarvoor een burger zoals ieder ander.”

Haar leven is wel totaal veranderd sinds haar man in februari koning werd. „We kunnen geen stap meer zetten zonder bewaking. Elke beweging die we maken wordt zorgvuldig in de gaten gehouden. Ons dagelijks leven is veel formeler geworden. Daaraan moeten wij nog wel wennen.”

De verandering is het grootst „voor mijn man. Hij staat nu aan het hoofd van een land en een volk. Ik ben erg trots op hem. Hij bewijst dat hij tegen de situatie opgewassen is. Hij een waardig zoon van zijn vader.”

Het koninklijk paar heeft minder vrije tijd. „Mijn man werkt tussen de twaalf en zestien uur per dag. Hij is erg aan zijn gezin gehecht en maakt bewust tijd vrij om bij ons te zijn. Wij gaan nog wel eens naar ons buitenhuis in Aqaba aan de Rode Zee. Ver verwijderd van mobiele telefoons brengen we de dagen daar door in alle rust. Maar zelfs als we gewoon thuis zijn, lukt het nog wel om gezellig met elkaar te zijn.”

Zij vindt het ook haar plicht om rustige en vreedzame momenten in het drukbezette leven van haar man te brengen. „Natuurlijk ben ik bezorgd over zijn veiligheid. Maar ik heb troost gevonden in het idee, dat wij zijn in de hand van god. Hij bepaalt wat er gebeurt.”

Als het kan brengen koning Abdullah en koningin Rania hun kinderen Hoessein (5) en Iman (3) naar bed. Zoals bijna alle ouders lezen ze hun kroost voor. Naast sprookjes krijgen de prins en prinses ook enige verzen uit de Koran mee. „Wij vinden hechten grote waarde aan hun godsdienstige opvoeding. Kinderen moeten niet alleen leren praten en lezen en kleuren.” Als de kleintjes in bed liggen, kijken hun ouders graag tv. Een film of een soapserie behoren tot hun favoriete programma's.

Veel van haar werk staat in het teken van de liefdadigheid. Als hoofd van een Jordaanse hulporganisatie reisde Rania dit voorjaar naar de Kosovaarse vluchtelingen in Macedonië. De omstandigheden waaronder die toen moesten bivakkeren deden de jonge koningin in tranen uitbarsten. Achteraf schaamt zij zich daar niet voor. „Iedereen die een hart in zijn lijf heeft, zou gaan huilen als je de verhalen hoorde hoe de mensen van huis en haard waren verdreven. Wat mij bijzonder raakte was de ontmoeting met een kind. Het wist niet waar zijn ouders waren.”

Bij haar werk ervaart Rania haar titel niet als een belemmering. „Mijn titel kan ook deuren openen. Ik heb besloten om gewoon door te gaan met mijn bezoeken in zowel Jordanië als daarbuiten. Het is mijn wens om nauw betrokken te blijven bij het wel en wee van de Jordaniërs.”

Over haar bezigheden praat ze dikwijls met haar man. „Tijdens de gesprekken nemen wij beide geen blad voor de mond. Hij laat mij zijn ideeën weten.” Van haar voorgangster, koningin Noor, krijgt ze veel steun.