Koninklijk huis | 6 oktober 1999 |
WapengekletterDoor Bea Versteeg In een radio-interview wond hij geen doekjes om zijn standpunt. Als de prins gebruik maakt van zijn rechten krachtens de Grondwet, dan wordt hij ervan beschuldigd ondemocratisch te handelen. Als hij het niet doet, dan kan hij gekritiseerd worden omdat hij de door hem afgelegde eed niet nakomt. Wat ik ook doe, ik bevind me in een onmogelijke situatie. Die situatie heeft Hans Adam voor een groot deel aan zichzelf te danken. Nergens in Europa heeft een regerend vorst zoveel macht als in het Alpenstaatje. Hij mag zich bemoeien met de benoeming van ambtenaren en rechters, kan het parlement naar huis sturen, de noodtoestand uitroepen en een strafrechtelijk onderzoek afbreken. Van de meeste van deze rechten maakt de prins al lang geen gebruik meer. Hans Adam en het parlement kwamen een jaar geleden lijnrecht tegenover elkaar te staan. Inzet was een oud grondrecht dat Hans Adam opnieuw opeiste. Hij wilde voortaan zijn goedkeuring verlenen aan de benoeming van ambtenaren. Hij was bereid van dit recht af te zien in ruil voor betrokkenheid bij de benoeming van rechters. Met name de rechters van het staatsgerechtshof, die verantwoordelijk zijn voor constitutionele vragen. De vorst wil de kandidaten zelf voordragen, waarna het parlement zijn goedkeuring kan geven. Het parlement heeft de prins niet zijn zin gegeven. Vandaar dat deze nu al dik een jaar aanstuurt op een grondwetsherziening. Hans Adam wil dat in de grondwet komt te staan dat de autonomie van het vorstenhuis en de bestaande privileges gehandhaafd blijven. De monarchie wordt in zijn voorstel ingebed in de democratische orde doordat het volk de mogelijkheid krijgt om zijn vertrouwen in de vorst op te zeggen en eventueel zelfs kan besluiten de monarchie af te schaffen. Het parlement en de regering willen niets weten van een grondwetsherziening. Zij zien daarin een verzwakking van de macht van het parlement en de regering. Voorzitter Wolff van een parlementaire commissie die probeert te bemiddelen beschouwt het voorstel van de prins nauwelijks als een versterking van de rechten van de gewone Liechtensteiners. Het is eerder een verzwakking van hun rechten. Als de twee partijen er niet uitkomen, gaat Hans Adam over tot het houden van een referendum. Een volksraadpleging kan alleen voorkomen worden, als wij kunnen instemmen met een voorstel van het parlement. Voor een referendum heeft de vorst wel de steun van 1500 Liechtensteiners nodig. Mocht Hans Adam inderdaad opstappen, dan zit het vorstendom niet zonder staatshoofd. Zijn zoon Aloïs (31) kan hem dan opvolgen. Voor het geld hoeft de vorst het niet te laten. Hij is de enige Europese monarch die geen cent uit de staatskas krijgt. Zijn kosten betaalt hij uit eigen portemonnee. De Liechtensteinse vorstelijke familie is verre van arm. Hun vermogen, waaronder een meerderheidsbelang in een bank, wordt geschat op 10,6 miljard gulden. |