Royalty-watcher zet punt achter loopbaan
Gewone mensen op bijzondere postenDoor N. Sterk Zijn eerste koninklijke tweekolommer voor dagblad Trouw schreef Fred. J. Lammers op de dag dat Juliana 50 werd. Een collega die 's morgens het defilé op Soestdijk versloeg, vroeg hem de avondlijke taptoe te willen doen. Morgen, precies 40 jaar later, is het Lammers' laatste werkdag voor zijn krant. Het feit dat hij niet echt iemand van Oranje Boven is, verhinderde hem niet blijmoedig veertig koninginnefeesten te verslaan en bijna zeventig 'vorstelijke' boeken af te scheiden. Wat journalistiek inhield, wist hij niet tot hij er op z'n 21e inrolde. Hoewel: ruim 10 jaar eerder gaf hij al 2 jaar lang in eigen beheer een 'weekblad' uit. Vijf exemplaren, waarvan mijn moeder en m'n oma er voor een stuiver allebei een afnamen. Moeder maakte de illustraties, altijd in vijfvoud, want reproductietechnieken waren ons onbekend. Voorafgaand aan zijn dienstplicht werkte Lammers 1,5 jaar bij een chique bank in Baarn, zijn geboorteplaats. In het huis dat hij nu bewoont, kwam Fredrik Johan 61 jaar geleden ik ben 3 maanden ouder dan Beatrix ook ter wereld. Die Baarnse bank had veel deftige klanten. Ze kwamen niet zelf naar de balie, nee, ik moest ze hun geld thuis bezorgen. In zijn eerste betrekking werkte hij in 4, 5 maanden ook het archief van de bank bij. Heerlijke tijd gehad, op die grote zolder, tussen stapels oude papieren. Gedurende zijn dienstplicht, toen 18 maanden, ondernam Lammers al pogingen in de richting van een journalistieke opleiding. Ik kende geen journalisten, wist ook niet echt wat het werk inhield. Dat ik aanleg had, wist ik wel. Op school werden míjn verhalen altijd voorgelezen. Een open-sollicitatiebrief aan Trouw bleek een schot in de roos. Na zijn diensttijd kon hij in 1959 als leerling-journalist aan de slag. Op zaterdag bezocht hij het toenmalig Persinstituut in Amsterdam, waar hij les kreeg van onder anderen Henri Knap. Een spannend bestaan, zegt hij, terugblikkend. Veel streekredacties, een ochtend- en avondeditie. Na een lange werkdag op de krant ging je de provincie in. Veel werk op nare tijden. Maar het 'heilig vuur' was aanwezig. Dat is een voorwaarde om journalistiek te kunnen bedrijven, nog steeds. Nog voor hij na 3 jaar zijn vaste aanstelling kreeg, runde hij 4 maanden de vooruitgeschoven Trouw-post in Haarlem. Hoger doel Na Haarlem volgden Amersfoort dat voelde als een soort verbanning en de redactie in Utrecht. Vanaf 1975 pendelde Lammers tussen Baarn en Amsterdam. Tot hij een jaar of 10 geleden deel ging uitmaken van de mediaredactie van Trouw, schreef hij 15 jaar lang elke week een lang, persoonlijk interview met een bijzonder, opvallend of kleurrijk mens, dat al die tijd vast op de maandagse pagina 7 verscheen. Achteraf gezien vindt hij dat een van de mooiste onderdelen van zijn journalistieke arbeid. Aan de reacties merkte je dat je er mensen soms gelukkig mee maakte. Dat vind ik een hoger doel, dat mensen iets van herkenning, vreugde of ontroering beleven aan jouw verhaal. Zijn geschiedkundige interesse werd danig gevoed toen hij, via collega Jan Roelfs, in de 'royalty' belandde. Kort na die taptoe-tweekolommer deed Margriet belijdenis. Ik meldde me bij de president-kerkvoogd, maar de pers bleek niet welkom. Na enig aanhouden kreeg Trouw dan toch een uitnodiging en ik versloeg de kerkdienst. Op de krant vonden ze 't wel leuk, want niemand had dat verhaal. Kritiekloos Oranje Boven ben ik nooit geweest, zegt Lammers, maar in de geschiedenis zijn het wel altijd de vorstelijke figuren die er opvallend doorheen lopen. Voor mij een ideale combinatie in mijn werk. De mix van historie en koningshuis heb ik wel uitgebuit. En met het schrijven van boeken zal hij dat ook blijven doen. Praktisch en voordelig Voor de kwestie-Irene, in de jaren zestig, bleek het ook nog eens bar handig dat er een verslaggever in Baarn woonde, om de hoek bij Soestdijk. Om de haverklap was er iets te melden, en dan was ik er al. Ook in de tijd van Beatrix' verloving was dat praktisch en voordelig voor de krant, net als bij de geboorte van Willem-Alexander. Toen in 1961 uitgeverij Hollandia Fred. Lammers benaderde om de serie Juliana Regina voort te zetten de oorspronkelijke schrijver werd ziek, hapte hij toe. Begin juli kwamen ze bij me. Ze zaten met de handen in het haar, want het boek moest in september verschijnen. Ik nam een maand vakantie op en zette het boek in elkaar. Hij bleef het doen tot 1980, het jaar van de abdicatie. Zijn eerste echte Oranjeboek vindt hij zelf Vijf generaties Oranje, dat direct na de geboorte van de kroonprins verscheen. Dat een boek een betere ingang vormt dan een krant voor het benaderen van de koninklijke familie, ervoer hij al snel. Met een boek moet je je meer bewijzen, en geschonken vertrouwen mag je nooit beschamen. Eind jaren zeventig begon Lammers aan een boek over prins Bernhard, waarin lange persoonlijke gesprekken werden verwerkt. De toegang tot het prinselijk fotoarchief die ik kreeg, was echt uniek, zegt Lammers. Dat het boek pas vele jaren later verscheen, had onder meer te maken met het feit dat de prins de RVD niet had ingelicht over zijn medewerking. En een beetje rust rond het koningshuis was in die jaren ook beter, vond de RVD. Onverwachte kansen Het persoonlijk contact met de koninklijke familie vooral met de huidige Soestdijk-bewoners vindt Lammers vooral van belang omdat dan de mens achter de Oranje naar voren komt. En natuurlijk biedt het onverwachte kansen. Op een keer fotografeerden we op Soestdijk schilderijen van de hand van de prins. Voor een expositie in een particulier verzetsmuseum van een vriend van 'm. Op een gegeven moment nam Juliana me mee naar een zijkamertje, daar hing nog een schilderij met Bernhard erop, in een jongenspakje. Ook had ze nog een aquarel ter gelegenheid van zijn belijdenis doen. Zegt Juliana: Op het Loo hangt heel veel, maar het mooiste heb ik er wel uitgepikt. En dan moet je weten dat Wilhelmina daar niets meer van geëxposeerd wilde zien. Schitterend toch? Behalve aan het persoonlijke boek over Bernhard is Lammers bijzonder gehecht aan Alexander, de vergeten kroonprins, dat voor het eerst verscheen in de zomer van 1979. De zoon van koning Willem III en diens eerste vrouw Sophie. Hij werd slechts 33, was miskend tijdens zijn leven en daarna. Onder andere door een bijzondere ingang in het archief van de Vrijmetselaars kon Lammers de prins vlees en body geven. Onlangs kreeg het boek een herdruk, mede om de recente bijzonder slechte serie die de KRO-televisie over Alexanders leven maakte, recht te zetten. Een week geleden kwam Lammers' nieuwste boek uit: Juliana gefeliciteerd, ter gelegenheid van haar 90e verjaardag. Het boek bevat onder meer een persoonlijke open brief van Lammers aan de jarige prinses. De vorige koningin heeft een speciale plaats in zijn hart. Juliana was informeler, menselijker, eenvoudiger dan haar dochter. Beatrix vertoont in eerste instantie weinig menselijke warmte, die moet vooral feilloos zijn. Soms laat ze even iets zien van twijfels en onzekerheden, en dat maakt haar dan op slag veel sympathieker. Kwajongen Bij de naam van Willem-Alexander aarzelt Lammers even. Een aardige jongen. Hij zal wel een goede koning worden, geloof ik. Hij is in elk geval in mensen geïnteresseerd. Als hij bijvoorbeeld verzetshelden ontmoet, bereidt hij zich goed voor. Het kan nog alle kanten op. Met zijn 32 jaar is het nog steeds een kwajongen. Zijn gedrag tijdens de Olympische Spelen leek op dat van iemand van 16. Zijn handicap is dat hij een erg dominante moeder heeft. Daar breekt hij niet zomaar doorheen, en daardoor blijft hij wat gevangen in zijn rol. Niets is boeiender dan mensen, zegt Lammers. De Oranjes zijn heel gewone mensen in bijzondere omstandigheden, die zelf het mysterie mee in stand houden. Want alles wat onbereikbaar is, is prachtig. De monarchie in deze vorm wordt toch door de meeste mensen gewaardeerd, al is het een wonderlijk instituut. Lakei zijn lijkt me een vreselijke baan, ik zou binnen 2 dagen grote ruzie hebben. Beatrix werkt eraan mee om dat alles zo te laten voortbestaan, Juliana benadrukte meer de gewoonheid. Om die reden is morgen in Houten ook alleen voor de Koningin het onderdeel fietsen uit het programma geschrapt. Beatrix wil dat niet, het tast haar imago aan. Zodra ze buiten komt, speelt ze haar rol als vorstin. Een koningin fietst niet. De kleine rel die losbarstte toen Lammers in 1997 in Beatrix, een instituut de woede-uitbarstingen van de Koningin memoreerde en vertelde dat de prinsen de stijl van Koninginnedag vieren een ware crime vonden, had hij niet echt zien aankomen. Alles bij elkaar wel een enerverend geheel. Op een gegeven moment hadden we drie cameraploegen tegelijk in huis. Zelfs de BBC kwam opdraven. De vrede met het koningshuis werd snel nadien weer getekend. Bij het staatsbezoek aan Egypte dat volgde op de verschijning van het boek, stapte de Koningin van haar matje af toen ze me begroette bij de kennismaking voor journalisten. Ook toen ze haar 60e verjaardag vierde, hoorde ik er helemaal bij. Een van de voordelen van de stijl van Beatrix is, zegt Lammers, dat het koningshuis weer helemaal op de kaart staat. Beatrix geldt in het buitenland als een potig mens, er wordt rekening met haar gehouden. De royalty-journalistiek wordt sinds haar aantreden ook weer serieuzer genomen. |