Koninklijk huis

Corruptie verzwakt status IOC

Door Bea Versteeg
Prins Willem-Alexander zal in februari officieel lid van het Internationaal Olympisch Comité worden. Hij zal zich binnen de organisatie bezig gaan houden met de verbreiding van de kennis over het IOC. Ook geeft de commissie waarvan hij deel uit gaat maken studiebeurzen uit. De prins werd in februari dit jaar door IOC-voorzitter Samaranch persoonlijk tot het tweede Nederlandse IOC-lid benoemd.

De benoeming deed toen al de nodige wenkbrauwen fronsen. In de Tweede Kamer vroeg de PvdA'er Rehwinkel zich af of het politiek niet altijd onomstreden IOC de ideale scholingsplaats voor een troonopvolger. Premier Kok wuifde de kritiek weg. Met de prins had het kabinet goede afspraken gemaakt. Zodra er politiek gevoelige kwesties binnen het IOC aan de orde zouden komen, zou de prins zich bij de besluitvorming afzijdig houden.

De zorgen van de kamerleden hebben sinds afgelopen zondag een extra dimensie gekregen. Tijdens een vergadering van het dagelijks bestuur in het Zwitserse Lausanne bleek dat de Amerikaanse stad Salt Lake City de Olympische Winterspelen van 2002 mede via corruptie in de wacht had weten te slepen. De stad had aan kinderen van zes IOC-leden studiebeurzen verleend.

Geen uitzondering
De mormonenhoofdstad bleek geen uitzondering. De Zwitser Marc Hodler, die al 35 jaar lid van het IOC is en vorig jaar nog herkozen in het hoofdbestuur, deed er nog een schepje boven op. Hij zei geen enkele olympische stad te kennen die met schoon blazoen de nominatie had verworven. Het zou in bepaalde gevallen gaan om bedragen van een half miljoen tot drie miljoen dollar. De uitlatingen van Hodler zijn inmiddels bevestigd door een Noors IOC-bestuurslid.

Het IOC heeft een speciale onderzoekscommissie ingesteld die de beschuldigingen moet onderzoeken. Het is de bedoeling dat de commissie binnen enkele weken met een rapport zal komen.

Een paar weken geleden wees de prominente VVD'er en oud-commissaris van de Koningin, Vonhoff, nog op de bedenkelijke zakelijke praktijken van sommige IOC-leden. Hij deed dat nadat zijn partijgenoot Rijpstra gepleit had voor een Nederlandse kandidatuur voor de zomerspelen van 2012. Nederland zou zich volgens Vonhoff niet kandidaat moeten stellen, omdat de kans groot was dat prins Willem-Alexander in verlegenheid zou worden gebracht. Vonhoff wist waarover hij sprak. In de jaren tachtig was hij betrokken bij de pogingen van Amsterdam om de Spelen van 1992 te organiseren. Hij merkte toen dat het zonder omkoping niet zou gaan. Bij een nieuwe kandidatuur zou die kwestie ongetwijfeld opnieuw gaan spelen. Als de prins dan IOC-bestuurslid is, ook al neemt hij geen cent of cadeau aan, zal dat een smet op zijn blazoen werpen. Dat moeten we de prins niet aandoen, vond Vonhoff.