Kerkelijk Leven | 15 december 1999 |
Duitse onderscheiding voor hulp aan vluchtelingenKerk moet daar zijn waar nood isDoor K. van der Zwaag De gebeurtenissen volgden in 1958 elkaar in snel tempo op. Op 30 juli van dat jaar trad Hamoen op 25-jarige leeftijd in het huwelijk, op 3 augustus werd hij in Bodegraven bevestigd tot predikant voor buitengewone werkzaamheden, op 10 augustus vertrok het jonge echtpaar naar Berlijn. De stad lag ruim tien jaar na de oorlog nog in puin. Bijna elke vierkante meter was gebombardeerd. Berlijn, zo groot als de provincie Utrecht, was een stad waarin je vanwege de slechte straten uren onderweg was, zo herinnert de predikant zich. Ds. Hamoen kreeg in Berlijn de leiding over het Holländerheim, een opvangtehuis voor vluchtelingen die van oost naar west trokken. Er waren in die tijd vijf van die tehuizen, die de Wereldraad van Kerken had neergezet. Het onze viel onder het toezicht van de Nederlandse kerken. We kwamen in dienst van de Evangelische Kirche Berlin-Brandenburg. Onze taak lag op het gebied van de maatschappelijke dienstverlening en het pastoraat. Vluchtelingengolf In Berlijn was ds. Hamoen belast met de eerste opvang van de vluchtelingen, in afwachting van het moment waarop zij verdertrokken. De predikant zorgde samen met een handvol stafleden voor opvang, kringwerk, het uitdelen van kleding, het maken van schoenen, en vele andere dingen meer. Elke dag was er een dagsluiting, ds. Hamoen bediende verder doop en avondmaal. Dit alles vond plaats in een houten barak waar ruimte was voor 100 tot 150 bezoekers. Tegenover dit gebouw stond een oude fabriek waar 2300 vluchtelingen onderdak hadden. Je kunt ons tehuis vergelijken met een militair tehuis bij een legerplaats. Jaarlijks legde ds. Hamoen maar liefst 90.000 bezoeken af. Hij zegt dat hij weinig had kunnen doen zonder de grote steun vanuit Nederland en die van zijn ouders. Mijn vader heeft veel gemeenten aangeschreven, waaruit allerlei contacten zijn gegroeid. Sommige bestaan nog steeds. Er zijn nu 370 gemeenten in Nederland die een partnergemeente in Oost-Duitsland hebben. Die relaties zijn van onschatbare betekenis voor de contacten met de DDR geweest. Wederkerigheid en gelijkwaardigheid waren daarbij een sleutelwoord. Zij konden van ons leren, maar wij ook van hen. Geen vrijheid Toch zette ds. Hamoen zijn werk door. Hij bewandelde daarbij nagenoeg uitsluitend de officiële kanalen. Met bijbelsmokkel heeft hij zich niet beziggehouden. Dat hoefde in feite niet. Het gebruikmaken van de officiële kanalen verliep in de praktijk goed. De Bijbel was vrij verkrijgbaar in de DDR en ook nog goedkoop. We wilden eerlijke mensen zijn, maar moesten natuurlijk wel voorzichtig te werk gaan. Er kwam ook verraad voor. Veel van wat wij deden was niet spectaculair. We hebben in stilte ons werk gedaan. Veel mensen wisten van elkaar niet dat ze geholpen werden. Economisch gezien was de situatie in de DDR volgens ds. Hamoen redelijk goed, ook de sociale voorzieningen Het was beslist geen chaos, maar de onvrijheid en het isolement waren wel groot. Kinderen mochten niet studeren. Alleen wanneer iemand boven de 65 was, kon hij of zij naar het westen voor een bezoek. Het ergste was wel het isolement. Je was niet vrij in je contacten. Pas na de omwenteling kon de kerk weer godsdienstonderwijs geven op scholen. In de tijd van het communisme stond alleen de DDR op de kaarten, de rest was wit, ook West-Berlijn. Men wist even weinig van bijbelse als van westerse geschiedenis. Thomas Müntzer kreeg een plaatsje, omdat hij de leider was van de boerenopstand. Wereldraad Wel was een van de teleurstellingen voor ds. Hamoen dat na de omwenteling het kerkbezoek niet is toegenomen, zoals wel werd gehoopt. De Oost-Duitsers hebben vaak alleen de glinster van het westen gezien, maar dat is hard tegengevallen. Arbeiders in het oosten verdienen minder dan die in het westen, maar ze moeten wel dezelfde prijzen voor alles betalen. Het probleem is nu hoe de vrijheid gestalte krijgt. We moeten niet vergeten dat het land vanaf 1933 eerst onder Hitler en daarna onder het communisme nooit democratie heeft meegemaakt. De kerk was in de DDR de enige plek waar men zich in het openbaar kon uiten. Alles verziekt Het kruis van verdienste werd ds. Hamoen gisteravond uitgereikt door de Duitse ambassadeur, E. von Puttkamer. Het is een van de hoogste Duitse onderscheidingen. Als motivatie is aangedragen de inzet voor mensen in de voormalige DDR en daarin de verdienste voor de Duitse eenheid, zo vermeldt de brief. Ds. Hamoen wil zo bescheiden mogelijk dit feit vermelden. Wij probeerden bezig te zijn in de kerk tussen oost en west. Er was grote nood onder de vluchtelingen. De kerk moet gewoon daar zijn waar de nood is. |