Geroepen

Uit deze tekst blijkt dat er mensen zijn die naar Gods voornemen geroepen zijn. Dat zijn zij die God de Heere van den beginne verkoren heeft tot de zaligheid. Hij heeft ze daartoe ook geroepen door het Evangelie tot verkrijging van de heerlijkheid van onze Heere Jezus Christus.

Er is tweeërlei onderscheid onder de mensen. Het ene gaat over allen en is uiterlijk. Sommigen mensen zijn geroepen door het Woord des Heeren en er zijn er ook die niet door het Woord zijn geroepen. Sommigen blijven liggen als een woestijn, anderen worden bezaaid met Gods Woord, want Hij maakt Jakob Zijn woorden bekend. Er zijn ook sommigen wel geroepen, maar niet uitverkoren. „Want velen zijn geroepen, maar weinigen uitverkoren”, Matthéüs 20:16. Er zijn ook mensen die uitverkoren zijn en ook geroepen zijn naar Gods voornemen met een krachtige roeping. De Heere geeft hun te verstaan de verborgenheden van het Koninkrijk Gods.

U zult mij vragen: Doet dan God geen onrecht? Roept Hij iemand terwijl Hij het niet meent? God wil dat alle mensen zalig worden, maar het komt omdat de mens zelf niet wil. Die niet willen, zijn niet naar Gods voornemen geroepen. Christus heeft zovele malen bevolen dat de mensen zich zouden bekeren om ze onder zijn vleugelen te vergaderen. Dit bevel van Christus heeft de mens uit louter moedwil niet gehoorzaamd. Daarom ligt de schuld niet bij God.

Joh. Martinum, predikant te Groningen
(Geestelijke hartsterkinge, 1665)