Kerkelijk Leven 10 juli 1999

Aan het Liedboek van de kerken in Suriname is 25 jaar gewerkt

Het nieuwe singi boekoe is af

Door J. M. D. de Heer
ZEIST – „Het is klaar, wat nu?” Op de tafel lag een grote stapel ouderwetse, met de hand gedraaide stencils. Maar het pak papier was wel de kant-en-klare kopij van een compleet nieuw liedboek van de kerken in Suriname! Mr. O. van Luyn stond erbij en hij keek ernaar. Vier jaar later kijkt de algemeen secretaris van het Zeister Zendingsgenootschap (ZZG) tevreden naar een fraaie bundel met 150 psalmen en 625 gezangen.

De klus is geklaard, het fraai uitgevoerde liedboek wordt vandaag in Paramaribo gepresenteerd. De ontstaansgeschiedenis van 25 jaar telt best wat hobbels. De prijs van het liedboek ligt nu de helft boven het geplande bedrag, vanuit Nederland moest een forse financiële bijdrage de uitgave mogelijk maken, terwijl in bestaande liedboeken diverse fouten bleken te zitten.

Maar die moeilijkheden zijn vandaag vergeten. Vandaag hebben de Evangelische Broedergemeente, de Hervormde en de Evangelisch-Lutherse Kerk, de drie grootste protestante kerken in Suriname, een feestelijke bijeenkomst. Waar –hoe kan het anders– veel gezongen wordt.

Want in de Surinaamse kerken wórdt veel gezongen. „Ze vieren hun vierdagen”, zegt Van Luyn. „In de eredienst rolt het ene lied na het andere uit de monden. Het zingen is in de beleving van Surinamers een antwoord op het Woord van de Heer. Het vertolkt hun vroomheid, die ook een emotionele kant heeft. Surinamers zingen met verstand én hart.”

Gezongen verhaal
Een predikant in Suriname zingt ook tijdens de eredienst. De gemeente antwoordt met coupletten van allerlei liederen door elkaar heen, zodat een gezongen verhaal ontstaat. Bij het zingen komt het ook rustig voor dat een vrouw de laatste regels opnieuw inzet, waarna de gemeente erachteraan komt.

Ook het zogeheten liefdesmaal, met thee en krentenbollen, wordt omlijst met veel gezang. De voorganger opent en besluit de maaltijd, leest af en toe een paar teksten, maar staat verder wat aan de zijlijn. En dan niet te vergeten de ”bigi jari”, de 'grote' verjaardagen bij 50, 60, 70 jaar. Deze beginnen met een ochtendwijding, met veel gezang én de dominee erbij en eindigen met een avondzegen.

Wat zongen Surinaamse christenen tot nu toe?

„Veel. De Broedergemeente heeft een eigen ”singi boekoe”, met Surinaamse teksten op Duitse melodieën uit de traditie van de hernhutters. Daarnaast worstelden ze met kopieën uit allerlei bundels: de hervormde bundel van 1938, het Liedboek voor de Kerken, Johannes de Heer, Glorieklokken van het Leger des Heils en de bundel van de vrijzinnige Nederlandse Protestanten Bond. De Javaanse en Hindostaanse gemeenten hadden weer eigen vertaalde liederen. Het was, vergeef me het woord, een ratjetoe.”

Hard gewerkt
De behoefte aan een nieuw liedboek was er al lang, zegt Van Luyn. De eerste commissie om een bundel samen te stellen werd 25 jaar geleden opgericht, onder leiding van bisschop Th. A. Darnoud. Deze was samengesteld vanuit de Broedergemeente, de Hervormde en de Lutherse Kerk in Suriname.

„De commissie heeft heel hard gewerkt. Je moet bedenken dat de drie kerken elk hun eigen liederen meenamen. Vele honderden liederen heeft de commissie doorgenomen. De kopij die ze begin 1995 gereedhadden, was een uitstekend stuk werk, compleet met registers.”

Het vervolgtraject speelde zich voor een groot deel in Nederland af. Uitgeverij Boekencentrum wilde de bundelgraag uitgeven, de Interkerkelijke stichting voor het Kerklied zegde toe de auteursrechten te verzorgen. „Uiteindelijk heeft ze er geen cent voor hoeven te betalen. Voorwaarde was wel dat de bundel uitsluitend in Suriname te koop is.”

De secretaris van de stichting, dr. O. Th. Boonstra, nam de drukproeven door. Dat zorgde voor verrassingen. Hij spoorde talloze fouten op. Zijn correcties werden ook in Suriname bekend. Maar zo zingen wij het al jaren, was de reactie. Zo staat het ook in de bundel van de Broedergemeente in Nederland. Daarin staat het ook fout, was het antwoord van Boonstra.

Van Luyn pakt een ordner met de drukproeven en slaat deze op een willekeurige plaats op. „Dit lied moet vervallen!” noteerde Boonstra. „Het is ongeoorloofd deze tekst te zetten op de verminkte melodie van Psalm 75.” Elders streepte hij een notenbalk door en tekende zelf een nieuwe. Zijn uiterst grondige werk zorgde wel voor spanningen in de verhoudingen met de Surinaamse kerken. „Beide partijen hebben water bij de wijn gedaan”, zegt Van Luyn. „Heel knap hoe ze eruit kwamen. Maar uiteindelijk doet het resultaat er ook weer niet zoveel toe. De broeders en zusters in Suriname zingen toch wat ze willen.”

Inflatie
De enorme inflatie van de laatste tijd legt een grote druk op de Surinaamse kerken. Was de Surinaamse gulden voorheen meer waard dan een Nederlandse gulden, nu is de verhouding 750:1. Voor het liedboek heeft de inflatie vervelende consequenties. Vorig jaar was een prijs van 5000 Surinaamse gulden afgesproken. „Een fors cadeau, dat je bij een feestelijkheid geeft”, typeert Van Luyn. Inmiddels moest de prijs 50 procent omhoog. Het liedboek kost nu voor heel wat Surinamers een half maandsalaris.

De NHK en het ZZG, de zendingspartner van de Broedergemeente, hadden al een renteloze lening van in totaal een ton toegezegd om het drukken van de bundel mogelijk te maken. Uit de verkoop zouden de Surinaamse kerken het bedrag kunnen terugbetalen. Dat lijkt nu onmogelijk. De kans is groot dat de lening deels moet worden omgezet in een gift.

Oefening
De samenstelling van het liedboek is een bewijs dat Surinaamse kerken die van oorsprong tegenover elkaar stonden, nu in goede harmonie samenleven. De Broedergemeente immers was een echte kerk van de slaven, de Hervormde Kerk was een typische planterskerk. Is de Broedergemeente een volkskerk met 56.000 belijdende leden, de Hervormde Kerk telt enkele duizenden leden. De Lutherse Kerk is nog iets kleiner.

Voor de afschaffing van de slavernij in 1863 ondervond de Broedergemeente nogal wat tegenwerking van de Hervormde Kerk, zegt Van Luyn. De onderlinge verhoudingen zijn vooral sinds de onafhankelijkheid in 1975 sterk verbeterd. De Hervormde Kerk is absoluut geen blanke kerk meer, de liturgische sfeer sluit nu goed aan bij die van de Broedergemeente. „De kerk kleurt bij”, lacht de secretaris.

Resultaat van de samenwerking is wel dat er nu een Liedboek ván de kerken in Suriname gereed is. „Dus niet vóór de kerken, zoals bij ons in Nederland.”