Kerkelijk Leven 2 juli 1999

Internationale gereformeerde theologen in Doorn bijeen

IRTI, een steuntje in de rug

Van onze kerkredactie
DOORN – Theologen van over de hele wereld die zich gereformeerd noemen in de brede zin van het woord, zijn deze week bijeen op Hydepark in Doorn. Ze denken na over wat in hún situatie de christelijke hoop betekent. Hoop heeft dan betekenis voor het hier en nu, maar tegelijk leeft het besef dat het heil aan 'gene zijde' is.

Prof. dr. A. van de Beek is voorzitter van het nog jonge The International Reformed Theological Institute (IRTI). Het idee hiertoe ontstond toen gereformeerde theologen uit Oost-Europa na de val van de Muur aangaven altijd erg eenzaam te zijn geweest. Zij wilden meer internationaal contact en dat kreeg vorm in de IRTI. Zo'n steuntje in de rug krijgt dezer dagen een Ambonese predikant die zijn gezin –gezien de situatie op Ambon– op Java onderbracht zolang hij in Nederland is.

De IRTI vergaderde vier jaar geleden in Hongarije en twee jaar terug in het Zuid-Afrikaanse Stellenbosch. Dit jaar valt ons land de eer te beurt. Morgen beslist de vergadering waar de volgende tweejaarlijkse ontmoeting zal zijn. Tot nu toe verscheen steeds een boek met daarin de gehouden lezingen.

Levende theologie
Men beoogt vooral bezig te zijn met 'levende theologie', betoogt de voorzitter. Zo is men nu bezig met de betekenis van de christelijke hoop. Prof. Van de Beek vat samen dat de lezingen twee dimensies hebben: het hier en nu en de eeuwige toekomst. Het blijkt uit de onderwerpen. Dr. E. B. Rudoh spreekt over de christelijke hoop in Afrika, zijn collega prof. dr. E. Antwi (Accra) over de uitdaging van de hoop en de Roemeense predikant L. Varga over het waar, hoe en wanneer van de wederkomst.

Maar ook de situatie in het nieuwe Zuid-Afrika en de uitdagingen voor de kerken daar worden belicht. De preses van de Nederduits Gereformeerde Kerk van Zuid-Afrika (NG-Kerk), prof. dr. P. Potgieter, is dezer dagen ook in Doorn. Maar ook dr. W. Verboom, prof. dr. W. Balke en prof. dr. G. G. de Kruijf houden lezingen. Voor het eerst in het bestaan van de IRTI komen de deelnemers echt van over de hele wereld. De ongeveer veertig conferentiegangers komen onder meer uit Korea, Indonesië, Australië, Zuid-Afrika, Roemenië en de VS.

De opzet van de bijeenkomst is internationaal voeling te houden en elkaar te behoeden voor theologische valkuilen. In de discussies komt de diversiteit van de achtergrond van de gereformeerde theologen tot uitdrukking, aldus de voorzitter. Hij maakt dat duidelijk aan de hand van de discussie na zijn lezing over de hoop. „Ik heb het bijbels-theologisch neergezet. Duidelijk werd in het gesprek en in andere lezingen dat men als gereformeerd christen zeker een taak heeft in het hier en nu. Zeg maar dat er de kant van het 'social gospel' aan vastzit. Tegelijkertijd is de meest optimistische theoloog veel kritischer dan de tot nu toe gangbare westerse apostolaatstheologie.”

Prof. Van de Beek: „Theologen uit derdewereldlanden hebben veel meer oog voor de weerbarstigheid van de werkelijkheid en de gebrokenheid van de wereld dan veel theoretisch redenerende westerse apostolaatstheologen. Zouden die te weinig nuchter zijn, dan wijst de Indonesische delegatie hen wel op de werkelijkheid.”

Voor prof. Van de Beek betekent het dat de opstanding van Christus en de verwachting van het eeuwige leven tijdens dit congres niet ten koste gaan van de roeping als christen hier en nu. „Er is hier gezegd dat de opstanding in het kruis verborgen ligt en het kruis in de opstanding.”

Korte preek
Verder ervaart de Leidse hoogleraar het als aangenaam dat men elkaar –„zoals wel gebruikelijk op westerse theologische bijeenkomsten”– geen vliegen af wil vangen. „We beginnen dagelijks met een korte preek.”

Het trof de hoogleraar dat een Amerikaanse theoloog die zendeling was in Japan al snel mocht spreken in een gevangenis waar ter dood veroordeelden zaten. „Hij beheerste de taal nog lang niet goed. Toch werkte die verkondiging iets uit en enkele gedetineerden werden vlak voor hun executie gedoopt. De zendeling zag er het bewijs in dat het Woord Zelf doorwerkt en dat de Heere niet afhankelijk is van mooie, evenwichtige en toegespitste preken. Zo zijn we hier bijeen. Zo bedrijven we theologie. Zo leren we ook veel van elkaar.”