Leusden stemt in met
nieuw beleid van IRTT

Als grond voerde men aan dat „missie, strategie en beleid” grondig doordacht zijn en perspectief bieden voor de dienstverlening van het IRTT. Het gefuseerde instituut kent vier werkvelden, zo luidt de nieuwe taakomschrijving. Ten eerste wil men de bestuursorganen in ons land toerusten. Maar de opleiding van vrijgestelde mensen voor missie en kerkelijk ontwikkelingswerk, ook in Nederland, hoort erbij. Verder wil het IRTT uitgezonden werkers op het veld begeleiden. De vierde poot is dat het IRTT zich richt op het kader van de buitenlandse kerken dat in ons land worden getraind, of in het buitenland bereikt wordt met cursussen.

Op de achtergrond speelt mee dat men mondiale regionalisering beoogt (wereldwijd ter plaatse cursussen aanbieden, in plaats van mensen naar ons land halen, red.). Dat is een idee uit de kring van de International Council of Reformed Churches (ICRC), waarbij de Gereformeerde Kerken intensief betrokken zijn. Het IRTT zou zich dan kunnen laten inhuren voor trainingsprogramma's. Men presenteert zich daarom als theologische training voor zending en hulpverlening.

Uitbreiding
Het plan van deputaten-curatoren om begeleiding in het veld uit te breiden, heeft als effect dat men predikanten zoekt die voor korte tijd kunnen worden uitgezonden. Ook wil men een databank aanleggen en het documentatiecentrum hiertoe uitbreiden.

De discussie ging over de vraag hoe een en ander afgestemd moet worden met de (niet-kerkelijke) organisatie De Verre Naasten, hoe vrijwilligerswerk benut kan worden, wie de tijdelijk uitgezonden predikanten betaalt en hoe dat verrekend wordt met de kerkenraden.

Maar ook speelt de vraag of, als men in het buitenland traint, dat gebeurt in een kerk waarmee men een relatie heeft. Dan moet weer overlegd worden met deputaten buitenlandse kerken. Voor deputaat en oud-zendeling dr. L. J. Joosse (Groningen) was de oplossing van de geldkwestie een testcase om uit te vinden of de kerken hun verantwoordelijkheid verstaan in dit wereldwijde werk.