Kerkelijk Leven

Beraad EO/EA mondt uit in document

Evangelicalen willen
af van 'anti-imago'

Van onze kerkredactie
RIJSWIJK – Reformatorische en evangelische christenen willen af van het imago dat ze overal tegen zijn. Op initiatief van de Evangelische Omroep en de Evangelische Alliantie gaan ze daarom proberen hun minderheidspositie in de samenleving op een positieve manier te versterken.

Uitgangspunt voor het veranderingsproces is het document “Van pretentie naar presentie”. Reformatorischen en evangelischen profileren zich volgens deze notitie tot nu toe „niet op erg wervende onderwerpen”. Ze staan in ons land vooral bekend als mensen die tegen abortus, euthanasie, homoseksualiteit en de openstelling van winkels op zondag zijn.

Slechts weinig gezichtsbepalende voormannen in de reformatorische en de evangelische beweging zijn buiten hun eigen kringetje bekend, constateert het document verder. Ze hebben bovendien weinig of geen niet-christelijke vrienden. Contacten met niet-christelijke collega's, buren en bekenden blijven vaak „functioneel en oppervlakkig”.

Evangelisatie heeft daardoor meestal een krampachtig karakter. „Weinig mensen associëren evangelisatie met een levensstijl die boeiend en verrijkend is”. De werkgroep die de notitie heeft geschreven, meent dat evangelicalen zich moeten afvragen hoe ze meer invloed kunnen krijgen. „Niet defensief, maar dienstbaar” moet daarbij het motto zijn. In de werkgroep zaten vertegenwoordigers van de EO, de EA, Youth for Christ, de christelijke studentenorganisatie IFES, Open Doors en het Centrum voor Reformatorische Wijsbegeerte.

Bespreking
Het document is volgens de opstellers inmiddels besproken met vertegenwoordigers van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk en evangelische organisaties zoals stichting Opwekking en Agapè. De EO en de EA hopen dat kerken en organisaties zich afzonderlijk en gezamenlijk gaan bezinnen op hun langetermijnbeleid en waar mogelijk zullen samenwerken.

Ds. A. Baas uit IJsselmuiden bezocht donderdagmiddag het zogeheten Belmont-beraad waar de meningen over het document werden gepeild. „Er is primair op gereageerd. Dat het echt is besproken, is, in ieder geval wat betreft de Gereformeerde Bond, te veel gezegd. Ik heb vooral geluisterd”. In ieder geval vindt het hoofdbestuurslid het onderwerp wel de moeite waard om intern te bespreken en constructief eraan mee te werken om splinterachtig bezig zijn zo veel mogelijk tegen te gaan. „Op confessionele grondslag moeten we accolades slaan”.

De algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond, dr. ir. J. van der Graaf, kon de bijeenkomst niet bijwonen. Bij het opstellen en doordenken van het document was de GB niet betrokken, licht hij toe. Dat wil overigens niet zeggen dat Gereformeerde Bond op voorhand negatief tegenover het document zou staan. „Ook wij vinden dat we geen enkele confrontatie moeten schuwen. Ook ik heb de vraag regelmatig opgeworpen of wij wel voldoende zijn getraind in de communicatie naar buiten toe. Wie zal dergelijke problemen niet herkennen?”