Folder over De Deur
mag verspreid worden

Dat is de uitkomst van het kort geding dat gisteren diende voor de Zutphense rechtbankpresident mr. J. J. van Oostveen. Met het proces had De Deur willen voorkomen dat Veenhuis de folder huis aan huis in Zwolle zou laten verspreiden. De folder bevat een overdruk van een publicatie uit een aantal regionale kranten waarin voorganger Van Diermen wordt beschuldigd van seksueel misbruik en financiële malversaties.

De raadsman van De Deur, mr. W. J. E. Hendriks, zei het onbetamelijk te vinden dat Veenhof de beschuldigingen aan het adres van Van Diermen wil verspreiden terwijl hierover een proces loopt. Morgen zal de Haagse rechtbankpresident uitspraak doen over de vraag of de beschuldigingen, die gedaan zijn door woordvoerder M. C. van Hoeven van stichting De Keursteen, onrechtmatig zijn.

Volgens Hendriks verspreidt Veenhuis al anderhalf jaar laster over De Deur. Een aantal vrouwelijke leden van de evangeliegemeente heeft vorige week aangifte wegens smaad gedaan tegen Veenhuis, zo maakte de advocaat bekend. „De Deur is het zat. Veenhuis heeft maar één doel en dat is De Deur beschadigen”.

Dat ontlokte de rechtbankpresident de vraag waarom de gemeente nu pas in actie komt. „We wilden geen spektakel en hoopten dat het vanzelf zou ophouden. Maar het wordt steeds erger”, reageerde voorganger A. H. Kooijker van De Deur in Arnhem.

Crimineel
Veenhuis bestreed dat er sprake is van laster. „Er zijn de laatste jaren zo veel mensen door toedoen van De Deur beschadigd. Ik doe dit niet zo maar. Deze misstanden moeten openbaar worden gemaakt”.

Hij zei dat hij door leden van De Deur was bedreigd. Na afloop werd hij onder politiebegeleiding naar zijn auto elders in Zutphen gebracht. Volgens hem is De Deur „een uiterst criminele sekte”. Zo had hij naar zijn zeggen destijds van Van Diermen opdracht gekregen een ongehoorzaam lid te „verbouwen”.

Op de vraag van de rechtbankpresident waarom hij niet wacht met verspreiding tot de uitspraak van de Haagse rechter, zei hij dat hij niets met De Keursteen te maken heeft. „Er is nu een stevig artikel voorhanden en daar maak ik gebruik van”.

Mr. Van Oostveen wees De Deur op de vrijheid van meningsuiting en besloot, na zich enkele uren op de kwestie beraden te hebben, de eis af te wijzen.