Verwarring rond moslimuniversiteit

Algemeen secretaris R. Cokdas van de ISN schreef in juli aan de moskeebesturen dat de stichting „geen enkele band” heeft met de initiatiefnemers van de nog op te richten Islamitische Theologische Universiteit in Utrecht en van de particuliere Islamitische Universiteit Rotterdam, die onlangs haar poorten opende. „Er is ook geen enkele sprake van samenwerking”.

De Raad van moskeeën, een bundeling van ruim 200, vooral Turkse, moskeeverenigingen, steunt echter het Utrechtse initiatief. Vertegenwoordigers van de ISN in de Raad van Moskeeën werken volgens voorzitter M. E. Ates van harte mee aan de realisering van de plannen. Hij vermoedt dat het ISN-bestuur de brief geschreven heeft voordat het duidelijkheid had over de aard van de beoogde opleiding.

In de brief schrijft Cokdas inderdaad dat onduidelijk is wat de doelstelling en de inhoud van de plannen zijn, door welke landen en personen ze worden gesteund en „wat hun nut zal zijn voor de in Nederland levende moslims”. Op dezelfde dag schreef S. Ulusal, attaché voor godsdienstzaken van de Turkse ambassade, een brief aan de imams in dienst van de Turkse overheid waarin hij zich van de Utrechtse opleiding distantieerde.

ISN-administrateur A. Ciftci erkent dat het voor de moskeebesturen verwarrend is dat het ISN-bestuur afstand neemt van de plannen, terwijl de Raad van moskeeën ze steunt. Van het ISN–bestuur was gisteren niemand voor commentaar bereikbaar.

Ates heeft deze week een gesprek met vertegenwoordigers van het ISN-bestuur om de ontstane verwarring uit de wereld te helpen. Hij verwacht dat de ISN alsnog haar zegen zal geven aan de Utrechtse opleiding.