Groeiende honger naar Gods Woord onder Serviërs is lichtpuntje
De ontredderden van KosovoDoor K. van der Zwaag VRNJACKA BANJA Kosovo is ontredderd. Het land is volkomen afgesloten. Velen zijn gevlucht en Serviërs en Albanezen, die de afgelopen tijd in vrede met elkaar samenwoonden, worden nu tegen elkaar opgezet. Positief punt is dat er onder Serviërs een honger naar Gods Woord is ontstaan. Dat is de bevinding van twee medewerkers van de stichting Hulp Oost-Europa (HOE). Deze week kwamen ze terug van een reis naar enkele deelrepublieken in het voormalige Joegoslavië. Zij spraken daar met twee predikanten, ds. Mitovic Stojan en ds. Dragisca Armus, baptisten, die betrokken zijn bij de opvang van vluchtelingen uit Kosovo. Ook ds. Simo Ralevic werkt onder de vluchtelingen, maar deze verkeerde tijdens de reis van het tweetal in Griekenland. Inmiddels zijn al duizenden vluchtelingen buiten Kosovo aangeland. De Serven uit Kosovo zoeken hun heil onder andere bij familie in het midden van Servië, de Albanezen wijken met name uit naar Albanië. De twee medewerksters spraken vooral met Servische vluchtelingen. Ds. Stojan en ds. Armus zijn Serviërs, ds. Ralevic is Montenegrijn. Steeds slechter De situatie in Kosovo wordt met de dag slechter, zo hoorde het tweetal van de vluchtelingen. Regelmatig worden dorpen leeggehaald. De Servische politie komt in de dorpen vertellen dat de huizen binnen een halfuur verlaten moeten worden, omdat zij deze niet meer kan beschermen. De Servische vluchtelingen zien het als een strijd die door Albanese terroristen wordt veroorzaakt. Bewoners van de dorpen van de verschillende bevolkingsgroepen voeren geen strijd met elkaar. Ze zijn bereid om in één dorp in vrede met elkaar verder te leven. Het tweetal verwacht dat de situatie in Kosovo alleen maar slechter wordt. De westerse wereld kijkt machteloos toe. Kosovo is een ondoordringbaar, grotendeels bergachtig gebied, waar de strijd moeilijk te beslechten is. Informatie over de werkelijke situatie is moeizaam te krijgen omdat Kosovo, ook telefonisch, nagenoeg is afgesloten. Armoede groot De armoede is in Kosovo groot geworden. De kosten van levensonderhoud zijn tot ongekende hoogten gestegen. Een doorsnee maandloon van een arbeider in Kosovo is 300 Duitse marken, terwijl een brood al 5 mark kost. Daar sta je ook nog eens twee uur voor in de rij. Wil je je auto voltanken, dan betaal je daar een bedrag voor dat gelijkwaardig is aan dat in Nederland. Stroom en water zijn in veel gebieden afgesloten. Mensen durven het land niet op, vanwege het gevaar voor sluipschutters. De reizigers spraken kinderen uit een vluchtelingengezin en vroegen hoe ze het buiten Kosovo vonden. Ze misten de vrienden en hun eigen school, zeiden ze, maar hier horen we gelukkig geen schoten, voegden ze eraan toe. Er heerst in Kosovo veel angst. De psychische problemen onder de kinderen van vluchtelingen zijn groot omdat zij uit hun omgeving zijn weggerukt. Soms zitten hele gezinnen opeengepakt in een klein flatje bij Serviërs. Het is niet zo dat er honger heerst, zoals in Sudan, maar de situatie wordt wel steeds nijpender. Daar komt nog eens bij dat spaartegoeden niet van banken gehaald kunnen worden omdat al het geld nodig is voor de oorlog. Veel Servische politieagenten zijn naar Kosovo gestuurd om daar in de strijd te worden ingezet. Het hele land is overstuur. Jongeren worden opgeroepen voor militaire dienstplicht en in Kosovo ingezet. We hoorden van Hongaren dat velen terugkeren naar Hongarije omdat zij vrezen op de voorste posten in Kosovo ingezet te worden. Evangelisatie De stroom van vluchtelingen biedt de predikanten wel gelegenheid om evangelisatie te bedrijven. Ds. Armus huurde in zijn dorp Vrnjacka Banja aanvankelijk een kamer in een hotel om diensten te beleggen, maar ondervond daarbij veel moeilijkheden. Dat maakte het nodig een eigen kerk te bouwen. Hij heeft nu mede dankzij steun van de hervormde gemeente van Schoonhoven een kerkgebouw kunnen neerzetten. Het voordeel is dat zijn gemeente dan ook niet meer als een sekte beschouwd wordt. Het bedehuis is zo gebouwd dat het honderd mensen kan bevatten. De gemeente zelf bestaat uit dertig leden. Vanuit het nieuwe kerkgebouw vindt ook diaconale hulpverlening plaats. Er is een groot tekort aan Bijbels. De Bijbels die ds. Dragisa in het verleden kreeg van diverse stichtingen heeft hij uitgedeeld aan gemeenteleden, vluchtelingen en buitenkerkelijken. De stichting HOE en Macedonië zullen zorgdragen voor het beschikbaar stellen van Bijbels. Het invoeren van lectuur is echter uitermate moeilijk geworden. Eén of twee exemplaren invoeren is mogelijk, voor meer vraagt Servische douane hoge invoerrechten. Liturgie De twee medewerksters vinden het verrijkend te horen dat onder de Servische bevolking de honger naar Gods Woord toeneemt. We hoorden dat zelfs uit de mond van Hongaren die in Servië leven. In de Servisch-Orthodoxe Kerk is er veel aandacht voor de liturgie en vindt geen schriftuitleg plaats. Nu komt het voor dat Servische mensen zich bij Gereformeerde Kerken aansluiten voor het volgen van een bijbelstudie. Zelfs Hongaarssprekende predikanten die in Servië leven vragen om Bijbels in de Servische taal. Dat Hongaren dit alles zeggen, is zo mooi, omdat de godsdienst daarmee boven de nationaliteiten uitstijgt. Behalve diaconale hulp voor het levensonderhoud van vluchtelingen is het vooral belangrijk bijbels en christelijke lectuur te geven. Het is dikwijls het enige middel om mensen in aanraking te brengen met Gods Woord. |