Meditatie

Verwond

„Mijn zonden maakte ik U bekend…”.
Psalm 32:5

Toen ik in zo'n grote angst was de gehele nacht en dag, toen en niet eerder kwam U tot mij. Want die met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien. Wanneer het geweten geraakt is, hoewel het geen genade is, zo kan het nochtans wel een voorbereiding zijn.

De belofte dat de Heere hen met goederen zal vervullen, is gedaan aan hongerigen. Zolang een mens zijn ellende, die ontstaan is door de zonde, niet ziet, heeft hij ook geen behoefte aan Christus. Hij hongert noch dorst naar Zijn verdienste, hij acht Zijn bloed niet hoog en daarom heeft hij ook geen deel aan Hem, omdat hij niet bekwaam is Hem te ontvangen. „Zo iemand dorst die kome tot Mij en drinke”, Johannes 7:37. Het hart van een mens is gelijk een woest land dat geploegd, gescheurd en geëgd moet worden, voordat er gezaaid wordt. God wil er Zijn hemels zaad niet inwerpen voordat de woeste grond geopend is door ploegen en eggen. Dat gaat niet zonder pijn.
Tot dit einde laat de Heere Zijn Woord prediken om de mensen hun geestelijke ziekte en hun zonden bekend te maken. Nathan zei tegen David: „Gij zijt die man”. De bekering van een zondaar is als de genezing van een zieke en verwonde ziel. De dokter is God Zelf, Die eerst de wond doorzoekt. Dat gaat niet zonder pijn. Daarna doet Hij er zalf op en verbindt de wond. Er zijn vele dodelijke wonden in onze ziel. Wij zullen dan ook de pijn voelen eer wij volkomen genezen zijn.

Thomas Thaylor, predikant te Londen
(De weg tot de ware gelukzaligheid, 1668)

$