Kerkelijk Leven

Zwolse hervormd-gereformeerden moeten weer verhuizen

Van Bethlehem naar St. Michaël

Door S. C. Bax
ZWOLLE – De Irish pub naast de eeuwenoude Zwolse Bethlehemsekerk trekt op doordeweekse avonden en op zondag doorgaans veel bezoekers. Maar tegelijk laten ook veel jongeren en ouderen de pub links liggen en gaan naar het naastgelegen hervormde wijkgebouw Het Refter. Op zondagen passeren altijd wel 700 kerkgangers het dranklokaal op weg naar de Bethlehemsekerk. Echter, na zestien jaar moeten de hervormd-gereformeerden alwéér hun preekplaats verlaten. Om uit te wijken naar de vlakbij gelegen monumentale Grote of St.-Michaëlskerk. Maar de roeping voor de stad nemen ze mee, net als de psalmborden.

De wortels van de huidige gemeente liggen in de evangelisatie die in gebouw Elim bijeenkwam. Ds. P. Zandt was een van de mentoren. De eerste predikant, in 1964, was ds. W. L. Tukker. Zijn foto hangt in de consistorie van de Bethlehemsekerk naast die van zijn opvolgers L. J. Geluk en J. J. W. Mouthaan, zo laat de huidige predikant K. van Meijeren zien. Vanaf de integratie in de hervormde gemeente kerkten de hervormd-gereformeerden in de Broerenkerk, waar de Minderbroeders eerder hun heil zochten.

In de jaren zeventig liet de burgerlijke gemeente echter haar oog vallen op deze kerk om het stedelijk conservatorium tegemoet te komen. De Broerenkerk werd geruild voor de Bethlehemsekerk en gebouw Het Refter. In 1982 nam hervormd-gereformeerd Zwolle de juist daarvoor gerestaureerde kerk in gebruik. Over enkele weken, op 23 augustus om precies te zijn, preekt ds. Van Meijeren voor het laatst in de kerk. Hij mediteert nu al over de 'afscheidspreek', waarbij de Zwolse burgervader J. Franssen aanwezig zal zijn.

Emoties
Bij nogal wat kerkgangers komen emoties los. Hier trouwden ze, hier lieten ze hun kinderen dopen, hier vierden ze het avondmaal en hier werden ze aangesproken door het Woord. Voor de tweede keer van kansel en kerk verdreven. Voor de ouderen geldt zelfs een drievoudige verhuizing, als we er de evangelisatie bij tellen. Hoewel, kansel en herenbanken verhuisden mee van de Broerenkerk naar de Bethlehemsekerk.

De Bethlehemsekerk is een oude kloosterkerk, die haar oorsprong vindt in 1309. De Moderne Devotie stempelde kerk en klooster. Jan à Kempis, de broer van Thomas, ligt begraven in deze kerk.

Verkassen is voor een gemeente niet fijn. Het verenigingsgebouw Het Refter naast de kerk blijft wel in gebruik als ontmoetingsplaats voor de gemeente. „De paar minuten lopen van kerk naar wijkgebouw, bijvoorbeeld voor de kinderoppas, moeten we als kerkgangers maar op de koop toe nemen”.

Kerkelijk denken
Ds. Van Meijeren kijkt met respect terug naar zijn eerste voorganger, ds. W. L. Tukker, die de hervormd-gereformeerden kerkelijk denken bijbracht. „We hebben het aan hem te danken dat we niet alleen een mentale maar ook een geografische gemeente zijn. In de onderhandelingen met de centrale gemeente maakte hij van het ritmisch zingen en het staande zingen van het laatste psalmvers geen breekpunt. Deze zaken vond hij daarvoor niet wezenlijk genoeg. Nu staan wij voor de worsteling hoe we kerk kunnen zijn in de stad. Anders gezegd, hoe wij staande in de gereformeerde traditie verstaanbaar kunnen zijn voor de mens van vandaag”.

Bezig zijn in het hartje van de stad betekent: staan midden in de wereld, zo ervaart ds. Van Meijeren. Als we van de Bethlehemsekerk naar de Grote Kerk wandelen, hoeft dat weinig betoog. Achter prachtige gevels van ruwe kloostermoppen, Amsterdams antiek, groen en geel geschilderde ramen en glas-in-lood gaat de wereld schuil. Hier bruist het uitgaansleven, hier heeft de kerk een woord voor de wereld. Op zondagen zijn de honderden kerkgangers levende getuigen als ze optrekken naar Gods huis.

De predikant herinnert zich een avondmaalszondag toen het carnaval was. Binnen gingen brood en beker rond, werd het Woord hoorbaar en zichtbaar verkondigd. Buiten raasde de wereld in al haar liederlijkheid, en de flarden van het gelal en geschreeuw verstoorden de rust van de dienst. „Toch hebben we juist in die scherpe tegenstelling een bijzondere zegen ervaren. De stilte, de tafel des Heeren, stond midden in de wereld. Aan die tafel was het goed”.

Hoogtijdagen
Ds. Van Meijeren is niet onbekend op de kansel van Zwolles Grote Kerk, waar hij op de 30e augustus voor het eerst als vaste predikant zal voorgaan. Bij doopdiensten of andere hoogtijdagen gebruikten de hervormd-gereformeerden al langer de Grote Kerk, mede omdat de Bethlehemsekerk maar amper de eigen gemeente kan bergen en sommige van die bijzondere diensten beduidend meer kerkgangers trekken. De Grote Kerk zelf is een juweel, die in ieder geval in 1129 al bestond. Toen de toren het in 1682 begaf, ging een herkenningsteken van allure verloren. De toren was hoger dan de Utrechtse dom.

Ds. Van Meijeren betreurt de gedwongen verhuizing, maar zegt tegelijk ook niet op een roomse manier aan een kerkgebouw te willen hechten. „Ik zie ook een andere kant. De verhuizing benadrukt nog meer dan voorheen dat we een evangeliserende taak hebben. Hervormden en anderen lopen makkelijk naar de Grote Kerk. We voelen heel nadrukkelijk onze roeping”. Dat blijkt ook uit het feit dat zijn kerkenraad een relatief grote bezetting kent. „We zijn 32 man sterk en hebben alleen al tien ouderlingen voor de geografische wijk, de binnenstad, en zeven ouderlingen voor de mentale gemeente. Onze kerkgangers komen immers uit heel de stad”.

Vanuit de Zwolse gemeente zijn ook al drie zendingsmensen uitgezonden. Een verpleegkundige via de GZB naar Zuid-Sudan en een echtpaar naar Jemen (via GZB en Interserve). Daarnaast is er nauw contact met anderen die werkzaam zijn in Egypte (Interserve) en Mozambique (Wycliffe).

Roeping anno 1998
Dat de gemeente haar roeping anno 1998 wil verstaan, blijkt uit het feit dat ze gedurende twee maanden zondag aan zondag de ruimte biedt aan zo'n vijftig asielzoekers. De preek moet dan ruimschoots van tevoren klaar zijn, want samenvattingen in wel vijf of zes talen, inclusief het Farsi, liggen dan voor gebruik in de kerk.

Neen, ds. Van Meijeren ziet de verhuizing niet alleen als een verdrietige gebeurtenis. Natuurlijk bedroeft het hem dat de binnenstad steeds meer een horecafunctie krijgt. En het is niet fijn als je een paar minuten moet lopen naar de crèche. Maar dat men nu in de grootste, mooiste en meest centraal gelegen kerk mag bijeenkomen om Gods Woord te verkondigen, kan ook als een zegen ervaren worden, zo vindt hij.

De pastor loci kijkt met enige weemoed naar het uit 1826 stammende orgel, waarop organist R. E. Klein Beekman zondag aan zondag speelt. „In de Grote Kerk mag deze uitstekende organist straks niet spelen. Hij heeft niet de vereiste papieren. Er komt eind dit jaar een cd uit met gemeentezang en solopartijen, waarop deze organist speelt”. In de Grote Kerk is vorige week Toon Hagen tot organist benoemd. Hij gaat vanaf 1 oktober het vierklaviers Schnitger-orgel uit 1721 bespelen en zal de gemeentezang van de hervormd-gereformeerden begeleiden.

Het Woord
De 23e en 30e augustus worden twee mijlpalen in Zwolles hervormde geschiedenis. Dat de hervormd-gereformeerden naar de grootste kerk van Zwolle gaan, is geen beeldenstorm van een klein groepje geuzen. Het is hun overkómen. Ze ervaren het als een roeping en zien de Latijnse woorden aan de gevel van de Grote Kerk als een devies: Orate et vigilate, bidt en waakt. Voor ds. Van Meijeren, zijn kerkenraad en de gemeente is het een helder richtingbord en een appèl op de stad.