Kerkelijk Leven

Prof. Dekker ziet in pedofiliecommotie geen rem op SoW

Een unieke crisis

Door J. M. D. de Heer
De kerk moet terdege op haar woorden gaan passen als zij zich mengt in het publieke debat. Deze conclusie trekt prof. dr. G. Dekker op grond van de crisis in de Gereformeerde Kerken in Nederland rond de aandacht die drs. L. C. van Drimmelen vroeg voor pedofielen. Dat Samen op Weg door het aftreden van het gereformeerde moderamen schade zal ondervinden, gelooft hij niet. „Dat proces is als een tanker op gang gekomen. En die verander je niet zomaar van koers”.

Sinds vorige week zit prof. Dekker een beetje met de vraag hoe de actie van Van Drimmelen voor zo'n enorme hoeveelheid publiciteit kon zorgen. „Je moet misschien terug tot de Tweede Wereldoorlog of de tijd van de discussies over kernwapens. Daarna zou ik geen voorbeeld weten waarmee ik de kwestie-Van Drimmelen kan vergelijken”.

Dit unieke karakter van de zaak brengt de godsdienstsocioloog wat in de verlegenheid. Verschillende gedachten komen bij hem boven, die samen een verklaring bieden voor de gebeurtenissen die vorige week over elkaar heen buitelden.

Supergevoelig
De kwestie die Van Drimmelen aansneed, zegt de emeritus hoogleraar, is supergevoelig. „De naam Dutroux kent iedereen. De verbijsterende moorden die deze pedofiel uit België op zijn naam heeft staan, maken het in deze tijd onmogelijk om eenzijdige aandacht te vragen voor pedofielen.

De methode die ds. Van Drimmelen gebruikte, heeft verder veel kwaad bloed gezet. Hij hield cru gezegd zijn kerk gewoon voor de gek toen hij in de open brief in het dagblad Trouw bekende pedofiel te zijn. Het moderamen van de gereformeerde synode voelde zich waarschijnlijk genomen –dit verklaart voor een deel de emotionele reactie van preses ds. Vissinga– en het dagblad Trouw voelde zich waarschijnlijk misbruikt – dit verklaart de wijze waarop de redactie gebeurtenissen onder woorden bracht”.

De gevoeligheid van de materie, plus de methode die Van Drimmelen gebruikte, bieden volgens prof. Dekker echter onvoldoende verklaring dat ook de seculiere media zo op de zaak insprongen. „Wilden zij misschien hun gram halen op de kerken?”

Gretig
De emeritus hoogleraar godsdienstsociologie legt uit wat hij met dit laatste bedoelt. „Het onderzoeksrapport “God in Nederland 1966-1996” liet zien dat de samenleving best wil luisteren naar de stem van de kerken. Dit resultaat hebben de kerken echter nogal gretig uit het onderzoek gelicht. Ik denk dat dit tot onbehagen heeft geleid. Dit wordt versterkt als de kerken zich daadwerkelijk gaan bemoeien met publieke kwesties. Dan word je afgerekend op de normen die de samenleving stelt”.

De hoogleraar noemt als voorbeeld wat vorig jaar speelde rond kardinaal Simonis. „Toen de kardinaal in verband met de dood van Meindert Tjoelker stelde dat je in een samenleving die abortus accepteert, meer geweld op straat kunt verwachten, kreeg hij de wind van voren. Hij had best mogen zeggen dat zijn kerk abortus afkeurt, omdat ze dat uit de Bijbel afleidt. De samenleving weet dat. Maar het verband tussen abortus en een zaak die op dat moment een “hot issue” was, ging de publieke opinie te ver”.

Geaccepteerd
Een evenwichtige publicatie die aandacht vraagt voor pastorale zorg voor pedofielen, met het afwijzen van seksueel contact en met oog voor slachtoffers van seksueel misbruik, zou waarschijnlijk zowel in de kerk als in de maatschappij zijn geaccepteerd, denkt prof. Dekker. „Iedereen aanvaardt immers ook dat de kerk pastorale zorg verleent aan misdadigers in de gevangenis. Niemand trekt hieruit de conclusie dat kerken misdadigers de hand boven het hoofd houdt. Toen echter bleek dat ds. Van Drimmelen samenwerkte met ds. J. Huttenga, die weer bevriend was met de voor seksueel misbruik veroordeelde Adriaan B., begon de maatschappij te steigeren. „Ho”, klonk het, „die man is door de rechter veroordeeld. Ga je je nu als kerk met deze zaak bemoeien?”

Mag de kerk dan geen uitspraken doen over maatschappelijke kwesties?
„Ik vind dat ze dat wel moet doen. Maar dan moet de kerk in de eerste plaats voldoende kennis in huis hebben. Ze moet een probleem eerst grondig bestuderen. Verder moet de kerk niet op politieke wijze spreken, maar op kerkelijke wijze over politieke kwesties. Ze moet dus bijvoorbeeld geen uitspraken doen over lonen, maar vanuit het Evangelie het probleem van armoede aan de orde stellen”.

Met een voorbeeld maakt prof. Dekker duidelijk wat hij bedoelt. „De uitspraak van bisschop Muskens dat een arme volgens de ethiek van de Rooms-Katholieke Kerk een brood mag stelen als hij honger lijdt, kreeg veel belangstelling. Maar toen hij later daaraan toevoegde dat de minimumlonen omhoog moeten, kreeg hij de wind van voren. Hij sneed daarmee een enonomische kwestie aan, zonder voldoende deskundigheid op dat terrein”.

Gevolgen minimaal
Prof. Dekker denkt niet dat de kwestie-Van Drimmelen de kerk blijvende schade zal bezorgen. „Zij die toch al kritiek op de kerk hadden, zullen nu misschien zeggen: Wie moet je in de kerk nog geloven? In betrouwbaarheid van informatie staat de kerk, zo blijkt uit “God in Nederland 1966-1996”, vlak onder de wetenschap, boven kranten en vakbonden en ver boven overheid, bedrijfsleven en politiek. Misschien dat de score van de kerken nu wat lager zou zijn.

Op landelijk niveau zal de kerk in de toekomst heel voorzichtig moeten zijn met maatschappelijke stellingnames. Maar op plaatselijk niveau zullen de gevolgen, denk ik, minimaal zijn. Je zegt het vertrouwen in je wijkagent toch ook niet op als fraude in de politietop aan het licht komt? Ik denk dat ds. Vissinga als gemeentepredikant weer goed kan functioneren. Als hij voorheen als pastor goed functioneerde –en ik denk dat hij een goed pastor is– zou ik redeneren: Hij heeft als bestuurder een fout gemaakt en dat zag hij gelukkig zelf in. Maar dat hoort geen blokkade te zijn om hem als pastor te aanvaarden”.

Voor de zuiverheid van de discussie zou het volgens de hoogleraar uit Baarn goed zijn als de stap van het gereformeerde moderamen wat meer aandacht krijgt. „Hoeveel ministers en topambtenaren zijn in het verleden met een besmet blazoen gewoon op hun post blijven zitten?”

Vrijzinniger
De godsdienstsocioloog toonde in het verleden diverse keren aan dat de Gereformeerde Kerken een proces van liberalisering doormaakten. „Ze werden theologisch gezien vrijzinniger. Ze veranderden ook met betrekking tot de ethiek. De kerken staan over het algemeen open voor moderne opvattingen en zo ontstond ruimte voor zaken als homoseksualiteit en echtscheiding”.

Van Drimmelens pleidooi voor de positie van pedofielen wil de emeritus hoogleraar echter niet zien in het licht van deze ontwikkelingen. „Van Drimmelen deed iets onbegrijpelijk doms, maar hij verwoordde niet een gevoelen in de kerken als zou pedofilie geaccepteerd moeten worden. Ds. Vissinga maakte ernstige bestuurlijke fouten, maar we moeten serieus nemen dat de synode uitdrukkelijk heeft verklaard dat seksueel contact met kinderen een kwalijke zaak is. Ik denk dat de kerken hiervan, meer dan twee weken geleden, overtuigd zijn”.

Den Heyer
Prof. Dekker is het eens met prof. A. P. Bos, die de discussie rond de verzoening van vorig jaar voor de kerk van meer gewicht achtte dan een ethische kwestie als pedofilie. „Ik kan in dit verband eigenlijk niet veel meer doen dan constateren. Blijkbaar is binnen de kerken theologisch zoveel verschoven dat de meesten Den Heyers discussie over de verzoening aanvaardbaar vinden. En blijkbaar valt de kerk, mede door de hevige protesten uit de samenleving, wel over Van Drimmelens pleidooi voor aandacht voor pedofielen”.

Met de koppeling die dr. ir. J. van der Graaf, algemeen secretaris van de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk, maakte tussen 'Van Drimmelen' en 'Den Heyer', is prof. Dekker niet gelukkig. „Ik zie de recente crisis echt niet als een sluitstuk van ontwikkelingen, temeer daar het moderamen zelf geschrokken is van zijn optreden. Binnen de kerken is pedofilie volstrekt niet aanvaard. De synodevergadering van donderdag heeft dit nog eens onderstreept. Je zou de crisis –om het met een wat eigenaardige term te zeggen– een bedrijfsongeval kunnen noemen. Nu dit duidelijk is, zou Van der Graaf dit moeten erkennen.

Persoonlijk vind ik dat de algemeen secretaris te haastig heeft gereageerd. Vanuit zijn moeite met Samen op Weg kan ik het wel begrijpen, maar niet goedkeuren. Ik geloof Van der Graaf op zijn woord dat hij geen kerkpolitieke munt uit de crisis wilde slaan, maar hij is zich denk ik onvoldoende bewust geweest van mechanismen die in de loop van jaren zijn gegroeid. Dit zorgt bij mij soms voor de onplezierige indruk dat de ontwikkelingen in mijn kerken wel heel snel worden aangegrepen als wapen tegen Samen op Weg.

Van der Graaf had beter kunnen wachten tot de kerken officieel hun mening hadden gegeven, niet over de persoon van Van Drimmelen, maar over een mogelijke acceptatie van pedofilie, wat achteraf gezien dus duidelijk niet is gebeurd”.

Loopt Samen op Weg een deuk op door de crisis in een van de partnerkerken?
„Nee. Het gebeuren wil ik op geen enkele wijze onderschatten; het is hoogsternstig dat slachtoffers van pedofilie zo in hun gevoelens zijn geschaad. Maar dat deze kwestie nadelige invloed zal hebben op een zo breed gedragen proces van Samen op Weg, kan ik niet geloven. Net zo min als ik kan geloven dat de Hervormde Kerk en Lutherse Kerken kopschuw worden van de Gereformeerde Kerken, op grond van de fouten van twee personen, die zich inmiddels hebben teruggetrokken.

Ds. J. W. Doff zal als nieuwe preses inderdaad zijn schouders eronder moeten zetten, maar dat moest ds. Vissinga ook toen hij als gewoon gemeentepredikant tot preses van de synode werd gekozen. De kerken verliezen met drs. Van Drimmelen inderdaad een goede kerkrechtdeskundige. Maar het meeste kerkordelijke werk voor SoW is al gebeurd. De kerkorde is al in tweede lezing vastgesteld, de ordinanties in eerste lezing”.

Tanker
„Aan het SoW-proces leveren zo veel vrijgestelden een bijdrage, dat de voortgang niet afhangt van een crisis in een van de kerken. SoW zou je kunnen vergelijken met een tanker. Deze komt langzaam op gang –dat vereist een grote krachtsinspanning– maar als hij eenmaal vaart, wijzig je niet zomaar de koers. U weet dat ik kritisch ben over het hele proces, maar ik zou het een verkeerde manoeuvre vinden als het proces op grond van deze zaak een poosje in de ijskast komt te staan”.