| Meditatie |
De Vader„Maar de vader zeide tot zijn dienstknechten: Brengt hier voor het beste kleed, en doet het hem aan, en geeft hem een ring aan zijn hand, en schoenen aan de voeten”.Lukas15:22 We hebben in deze gelijkenis aan de ene kant gezien het beeld van een ellendige zondaar die leeft in de zonden. Aan de andere kant het beeld van een recht boetvaardig kind van God, en tevens al de zegeningen en weldaden die een zodanige in Christus Jezus van God de Vader geniet en ontvangt. De vader gebiedt zijn knechten, nadat hij zijn zoon verwelkomd had, hem nieuwe kleren aan te trekken. De vader had ook geheel anders met de zoon kunnen omgaan. Het verwelkomen met een omhelzing en een kus was achter de rug en op de weg was geen gelegenheid om met hem te spreken. Het was nu een geschikte gelegenheid om hem te bestraffen, te zeggen waar hij fout was geweest. Om hem te vertellen hoe hij zijn oude vader zo had bedroefd en hoe hij uit dartelheid was weggelopen. Hoe hij zich in de zonde had verlopen en zijn geld onnuttig had door gebracht. Zo had hij ook kunnen zeggen: „O, mijn zoon, 't is waar: u keert nu wel tot mij terug, maar het is noodgedwongen. Uw vrienden hebben u verlaten en uw geld is op”. Maar neen, zo doet de vader niet. Hij ontmoet hem vriendelijk, met alle liefde. Hier wordt in het doen van de vader afgebeeld de handeling van God met de verslagen en vernederde zondaar. Hij wil dat benauwde hart, dat verbrijzeld is over zijn zonden, niet meer bedroeven, maar oprecht vertroosten en verkwikken. „Hij doet ons niet naar onze zonden”, Psalm 103:10a. Jacobus Hollebekius, predikant te Amsterdam. | $ |
|