Kerkelijk Leven

Ds. Moerkerken wijst SRB-publiek op uitleg moeilijke psalmen

„Onbemind maakt onbekend”

Van onze kerkredactie
CAPELLE A/D IJSSEL – „Het zou wel eens kunnen zijn dat veel psalmen onbekend blijven omdat de inhoud ons tegen de borst stuit. Bedenk echter goed dat de dichters in de wraak- en vloekpsalmen vaak mensen op het oog hadden die Gods Naam en zaak, Zijn eer en Zijn Gezalfde aantastten”.

Ds. A. Moerkerken uit Capelle aan den IJssel zei dat zaterdagavond in de Capelse Westerkerk tijdens de jaaropening van de Stichting Reformatorische Bezinningsavonden (SRB).

Ds. Moerkerken sprak over “Moeilijke psalmen”. Hij herinnerde zich een voorval uit zijn studententijd, toen een oude ouderling tegen hem zei: „Preek in het begin maar een eenvoudige stof, bijvoorbeeld een gelijkenis of een psalm”. De ervaring leert echter dat dat nu juist geen eenvoudige stoffen zijn. Psalm 42 behoort tot de bekende psalmen, maar erover preken is niet eenvoudig.

Grote gedeelten uit het psalmenboek zijn onbekend en helaas ook onbemind, zei de Capelse predikant. Onbekend maakt onbemind, maar andersom is het soms ook waar. Omdat we met bepaalde gedeelten niet goed raad weten, blijven ze ongelezen.

Psalmen worden soms als moeilijk ervaren omdat de vertaling problemen oplevert. Over de betekenis van woorden als Neginoth, Gittith en Hammaäloth bestaan wel bepaalde gedachten, maar geen zekerheid. Ook van het woord „Sela”, dat tijdens het lezen niet overgeslagen moet worden, is de betekenis niet met zekerheid vast te stellen.

Wraakpsalmen
Andere psalmen worden volgens ds. Moerkerken als moeilijk ervaren omdat ze onbekend zijn. „Er wordt zelden uit gezongen en nooit over gepreekt. Er zijn echter ook psalmen waarvan we de inhoud helemaal niet mooi vinden.

Sommige gedeelten lijken strijdig met het geheel van de Schrift, bijvoorbeeld als de dichter betuigt rechtvaardig, heilig en rein te zijn voor God. Het betreft echter geen farizeïsche uitingen. De dichters zeggen het in grote nood, niet in zelfgenoegzaamheid. Geen mens heeft persoonsgerechtigheid (niemand is zonder zonde), maar zaakgerechtigheid is wat anders: zoals iemand zich tegen een onheuse beschuldiging van diefstal mag verdedigen, zo mag dat ook in geestelijk opzicht gebeuren. De Schrift moet ook in haar geheel gelezen worden: Psalm 17 is van David, maar de Psalmen 32 en 51 ook”.

De wraak- en vloekpsalmen liggen nog het moeilijkst, zei ds. Moerkerken. „Een jaar of dertig geleden zongen we tijdens een jongerenbijeenkomst Psalm 79:6 („Vergeldt de wrede smaad”), waarop een jongedame naast me zei: „Zoiets laat je toch niet zingen?” De onbekende Psalmen 9, 10, 11, 58, 59 en 109 blijken ook allemaal wraakpsalmen te zijn.

Bedenk echter goed wie de dichters op het oog hadden: Gods vijanden; „zou ik niet haten, Heere! die U haten?”

Er zal een tijd komen dat Gods kinderen onvoorwaardelijk aan Gods kant zullen vallen. We moeten deze teksten ook niet verwringen door te zeggen dat het alleen over haat tegen de zonde zou gaan”.

Geen uitstel
In zijn slotwoord stond ds. D. J. Budding uit Waarder stil bij Psalm 25 vers 7a: „Gedenk niet der zonden mijner jonkheid”. „Zijn die zonden je al eens tot een last geworden? Hoogmoed, wellust en hebzucht zijn de drie-eenheid van de wereld, waarvan de apostel zegt: Heb de wereld niet lief. Als de liefde Gods in je hart wordt uitgestort, krijg je een haat tegen de zonde en een hunkering naar de vergeving.

Laten wij de tijd voorbijgaan met een vage hoop dat de zonden ons ooit nog eens worden vergeven? Zijn we het ongeval alweer vergeten waarbij na een SRB-avond drie jongens uit Benthuizen om het leven kwamen? Bekering kan geen uitstel lijden”.