Kerkelijk Leven |
Bijbel en Wetenschap laat 200e nummer het licht zienHet moet gaan om hoofd én hartDoor K. van der Zwaag Bijbel en Wetenschap is nauw verbonden met de Evangelische Hogeschool (EH). Ik snap niet dat nog zo weinig christenen uit onze kring de moeite nemen om dit blad te lezen, zegt de hoofdredacteur met toch wel gemengde gevoelens. Een jubileumnummer van Bijbel en Wetenschap staat doorgaans in het teken van de apologetiek. Dat gebeurde al bij de nummers 50 (Schaeffer), 100 (Lewis) en 150 (Dooyeweerd). Wie is nu de grote apologeet? Cornelis van Til misschien, zegt Van Velzen, maar wie kent hem nog? Daarom is het 200e nummer gewijd aan het thema apologetiek, vooral in relatie tot de islam, de wereld van de universiteit en Azië. Ook artikelen over creationisme, hét kenmerk van oude jaargangen van Bijbel en Wetenschap, ontbreken niet. Studiedagen Niet te hard roepen Drs. Van Velzen bestrijdt de gedachte dat vragen rond evolutie en creationisme minder leven dan in de begintijd. Elk nummer van B en W schenkt aandacht aan deze problematiek. Wel wordt er veel te weinig creationistisch onderzoek gedaan om een volwaardig wetenschappelijk weerwoord vanuit christelijk oogpunt te geven, zo is de overtuiging van de hoofdredacteur. Wij zijn onvoldoende in staat geweest creationistisch onderzoek te doen. Mensen als Van der Louw, Wiegers en Murris verrichten momenteel goed werk. Ouweneel heeft zich breder ontwikkeld naar de filosofie en theologie waardoor het creationisme bij hem op een zijlijn is gekomen. We waren vroeger ook wel eens te optimistisch en niet al te bescheiden. Vooral als je weinig onderzoek doet, moet je niet te hard roepen. Relativisme De Barneveldse oud-directeur van de EH handhaaft de oorspronkelijke intentie van Bijbel en Wetenschap, geformuleerd door Kerkhof, dat er geen scheiding mag zijn tussen het zakelijk verantwoord bezig zijn en het gelovig bezig zijn in de Heere. Die scheiding is er volgens Kerkhof gekomen door de secularisatie, waardoor ons denken, overleggen en spreken meer en meer gelijk is geworden aan dat van de mensen van de wereld. Het ideaal van de EH en Bijbel en Wetenschap is ten diepste de beoefening van christelijke wetenschap. Van Velzen: Het Centrum voor Reformatorische Wijsbegeerte bezint zich ook daarop, maar het probleem is daar dat sommige aanhangers de scheppingsgegevens willen combineren met de evolutieleer. Wel is er bij Bijbel en Wetenschap een grote sympathie, mede door het werk van Ouweneel, voor de Wijsbegeerte der Wetsidee. Beide stromingen vinden elkaar in het ideaal van wetenschapsbeoefenening in het licht van Gods Woord. In een tijd van secularisatie is er juist een grote behoefte aan samenwerking. Drs. Van Velzen schaamt zich niet voor het woord fundamentalisme als het gaat om de fundamenten van het christelijke geloof, zoals van schepping, maagdelijke geboorte van Christus en andere fundamentele dogma's. Dat is wat anders dan biblicisme, waarbij teksten uit hun verband worden gerukt. Nieuwe kansen Voor de toekomst van Bijbel en Wetenschap zijn er weinig opzienbarende plannen, zegt Van Velzen. De koers zoals die nu gangbaar is, wordt voortgezet. Er zijn genoeg ideeën, maar de man- en vrouwkracht ontbreekt. De medewerkers doen vrijwel alles op vrijwilligersbasis. De brede interesses willen we in ons blad behouden. We gaan controversiële onderwerpen niet uit de weg, maar proberen polarisatie te vermijden. De artikelen verschijnen pas in het blad als de kernredactie deze unaniem heeft goedgekeurd. |