Kerkelijk Leven |
Windroosjongeren spuien hun mening over de kerkPak het nou toch beet, domineeVan onze kerkredactie Dit maakte de hervormde predikant uit Huizen gisteren duidelijk op de Windroosconferentie tijdens een workshop over de toekomst van de kerk. In de eredienst, zei hij, moeten we geen onnodige drempels opwerpen. Er zíjn drempels, maar dat heeft te maken met het wereldvreemde van het Evangelie. De Geest kan mensen raken in de traditionele kerkdienst. Daarin blijkt de kracht van God. Dat ontslaat ons echter niet van de plicht zo laagdrempelig te zijn als mogelijk is. Het keuzeprogramma zette in met de vraag: Heeft de kerk nog toekomst? De jongeren mochten zeggen wat ze op hun hart hadden over de kerk. En dat deden ze dan ook. Een jongen zei: Ik zou nooit iemand meenemen naar mijn kerk. Nooit. Je ongelovige vrienden zouden zich ontzettend ergeren aan de psalmen. Ze zingen bij ons op z'n elfendertigst. En de preek, nou ja, dat gaat dan nog. Je hebt het over je vrienden, reageerde gespreksleider Gert van den Bos. Bedoel je ook jezelf? Ja, ook mezelf. In de kerk zingen we alleen psalmen en op de jeugdvereniging alleen opwekking. Dat slaat nergens op. Een ander herkende dit helemaal. Maar, zei hij, trekt de Heere God, dan kan de liturgie langzaam zijn, maar dan kan God maken dat je vriend alleen naar de preek luistert. Een volgende zei van de kracht van het Woord weinig te merken. Je tot de buitenkerkelijken richten mag dan belangrijk zijn, misschien. Ik heb het gevoel dat het Woord zelf niet tot leven komt. Jongeren krijgen geen enkele verantwoordelijkheid, klonk de volgende klacht. Jargon Toch wel kritisch, reageerde ds. Geluk op deze woordenstroom. Dat vind ik heel wat. Zijn er die zeggen: Ik beleef het toch positief? Die bleken er ook te zijn. Een jongen die gewoonlijk in Rijssen of Delft naar de kerk gaat, zei zich te verbazen. Ik ben erg gezegend. Juist de psalmen vind ik erg mooi. Die hebben veel diepgang. Mijn bezwaar tegen de opwekkingsliederen is dat ze veel minder diepgang hebben. Het deuntje is wel leuk. Ik vind de traditie juist erg belangrijk als je ziet hoe God daarin werkt. Weer een ander: Ik ontmoet God in mijn gemeente. De God Die ik ken, wordt daar gepresenteerd. Er wordt veel geschopt, maar ik ga daarvoor niet naar een andere gemeente. Ook bij evangelischen is er trouwens een jargon. Voor niet-christenen maakt dat geen hout uit. A. J. van Heusden, directeur van de Evangelische Alliantie, gaf aan dat hij de traditie niet de deur uit wil gooien. Dat hebben evangelische gemeenschappen gedaan en er andere, minder goede voor in de plaats gezet. Dat wordt een ramp, ik voorspel het je. De kerk is volgens hem daar waar een gelovig iemand kans ziet aan de postmoderne mens uit te leggen waarom het er toe doet naar de kerk te gaan en te geloven. De 52-jarige Van Heusden zei dat hij graag op de achterste bank zit. Ik zie graag hoe jullie het doen. Een preek over de schepping, jeugdpuistjes, over opvoeding, over de manier waarop je met tijd, geld en je buren omgaat, daar zit ik graag bij. Het moeten jullie thema's zijn. Een meisje vroeg zich af of de dominee dan het obstakel is. Ik heb zo zelden het gevoel dat ik gevoed word. Hoe kan dat? Het Woord heeft toch kracht. Ik leer ook niks, zei een ander. Een ander meisje: Ik leer heel veel. Maar ik denk: Ga nou eens dieper door. Soms preekt de dominee er net omheen. Pak 't nou beet, denk ik dan. Van Heusden wees op het belang de predikant veel meer als mens te behandelen. Opbouwend het gesprek over de preek zoeken, adviseerde hij. En je kunt bidden: Ik heb niet direct gezien wat ik met de preek kan. Wilt U het me laten zien? Hij vindt het ook niet reëel te denken dat iedere preek een reeks nieuwe gedachten bevat. Als je één goed idee krijgt waar je de week mee door kunt, dan ben je een gezegend mens. Gaven ontplooien Verbazing en verwondering over het feit dat God de mens heeft begiftigd met gaven, is voor Timmer de eerste stap. Er steekt wat achter. Elke gave heeft volgens de IZB-evangelist een bedoeling. Hij wil ons steeds meer op Hem laten lijken. Door de gaven zijn wij in staat dingen te doen die Hij wil. Zo worden we ingeschakeld in Gods heilsplan. Het gebed, de tweede stap, speelt een belangrijke rol, stelde Timmer. Het gaat er bij de gaven van de Geest om dat ze iets uitdrukken van de Gever en Zijn relatie met de ontvanger. Alleen als mensen zich hebben toegewend, als ze bidden, kunnen ze goed met gaven omgaan. Het is ook nodig je te laten informeren. Het ligt voor de hand dat te doen vanuit de gavenlijsten in 1 Korinthe en Efeze. Maar die kunnen je, volgens Timmer, juist op het verkeerde been zetten. De lijsten zijn open, dat wil zeggen incompleet. De Geest heeft meer gaven dan die daar genoemd zijn. Er zit ook geen rangorde in. Van alle gaven geldt dat ze gericht zijn op de gemeente. Ieder gemeentelid heeft volgens de evangelist een gave. Meestal ligt die in het verlengde van iemands persoonlijkheid. Het gebruik van een gaventest zonder meer wees hij van de hand. Er bestaat geen snelle vrijblijvende manier om je gaven vast te stellen. De weg duurt een poosje. Niet meer terug |
![]() |