Kerkelijk Leven

Achtergrond en motieven van daders nog onduidelijk

Vrieswijk nader onderzocht

Van een onzer redacteuren
ARNHEM – Sipke Vrieswijk en zijn vriendin Aagje F. moeten opnieuw door deskundigen worden onderzocht. De Arnhemse rechtbank heeft daartoe opdracht gegeven.

De rapportage die eerder over het tweetal was uitgebracht, geeft volgens de rechtbank onvoldoende inzicht in het motief van de daders. Vrieswijk heeft erkend dat hij als leider van de sekte “Gemeente Gods” seksuele omgang heeft gehad met minderjarigen.

Achtergrond
Als rechtvaardiging voerde hij veertien dagen geleden tijdens de behandeling van de strafzaak aan dat hij opdracht van God kreeg. Volgens het psychiatrisch onderzoek is hij niet toerekeningsvatbaar.

Tegen Vrieswijk werd vier jaar celstraf en tegen zijn vriendin twee jaar celstraf geëist, voor beiden gevolgd door tbs met dwangverpleging. De raadsman van het tweetal, mr. W. J. E. Hendriks, had ernstige kritiek op het uitgebrachte deskundigenrapport. De onderzoekers hadden volgens hem weinig begrepen van de godsdienstige achtergronden van de daders. Hij bepleitte nader onderzoek.

De rechtbank, die gisteren vonnis had moeten wijzen, heeft dat verzoek ingewilligd. Daardoor komt er voorlopig geen uitspraak.

Geweten
De rechtbank wil vooral meer weten over het functioneren van het geweten van beide daders. Enerzijds hebben zij toegegeven dat hun gedrag strafbaar is „in de wereld van de zonde des doods”, anderzijds gaan ze naar hun eigen mening vrijuit omdat ze handelden in „de geest van de wet des levens”.

Verder wil de rechtbank meer weten over de behandelmogelijkheden. De onderzoekers waren hierover zeer pessimistisch. Volgens de rechtbank zou dat kunnen betekenen dat beiden de rest van hun leven vast zitten in een psychiatrische kliniek. Vrieswijk is 69, zijn vriendin 46 jaar.

Het nader onderzoek zal plaatsvinden in het Pieter Baancentrum in Utrecht. Advocaat mr. Hendriks is blij met het tussenvonnis. „Dit is voor iedereen beter. Ook voor de slachtoffers, omdat een beter beeld zal ontstaan over de achtergronden van de daders”.