Meditatie | 24 juli 2001 |
VreemdelingIk ben een vreemdeling op de aarde, verberg Uw geboden voor mij niet.Psalm 119:19 Ziedaar, dit is een hemelse burger, een wereldse vreemdeling en een biddende reiziger naar de zalige eeuwigheid. Een rechte wandelaar op de weg des levens. Hoe staat het in dit opzicht met ons? Zijn wij ook hemelse burgers en vreemdelingen op de aarde? Of zijn wij vreemdelingen des hemels en wereldse burgers? Een derde soort is er niet. Zijn we de reis naar de hemel al aangevangen, met verzaking van de wereld, en zetten we die reis voort? Of zijn wij daar nog vreemd van? O, dat we in dat stuk ons niet bedriegen, want alle mensen die op de aarde wonen zijn vreemdelingen. Sommigen zijn vreemdelingen des hemels, anderen zijn vreemdelingen van de wereld. Tot welke soort behoort u? U zult mij vragen: Waaruit kan ik dit weten? Denk u eens in: U leeft onder het licht van het Evangelie, maar verstaat u de dingen die van de Geest van God zijn wel met klaarheid en liefde? Of bent u nog een vreemdeling, zodat het Woord van God voor u is als een verzegeld boek en het spreken over Gods genade en werken als onverstaanbare taal? O, dan bent u nog een vreemdeling van de hemel! Zijn uw ogen echter door Gods Geest geopend, heeft u uw zondige staat leren bewenen en hunkert uw ziel naar Jezus, ja, dan bent u een vreemdeling op de aarde. Kunt u het met de wereld vinden, zowel in kleren, taal als levenswijze, weet dan dat u een vreemdeling bent van de hemel, want die de wereld liefheeft, de liefde van de Vader is niet in hem (1 Johannes 2:15). Dionisius Bouman, predikant te IJsselstein |
![]() |