Kerk en Godsdienst10 juli 2001

Dr. Hoek: Kerk zoekt tussenweg in mistige formuleringen

Geen visie meer op het huwelijk

Van onze kerkredactie
VEENENDAAL – De Samen-op-Wegkerken doen „geen enkele principiële uitspraak” meer over het huwelijk. Tot deze conclusie komt dr. J. Hoek, voormalig moderamenlid van de hervormde synode, na lezing van de voorstellen van de werkgroep kerkorde omtrent de zegening van homoseksuele relaties in een kerkdienst.

Voor dr. Hoek, manager van de opleiding godsdienst-pastoraal werk aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE), was het duidelijk dat de voorstellen zoals de commissie kerkorde ze nu lanceert eraan zaten te komen. „Ze liggen in de lijn van eerdere discussies binnen de triosynoden van eind 1996 en begin 1997. Maar nu staat het standpunt zwart op wit.”

Het zit dr. Hoek vooral hoog dat de SoW-kerken „blijkbaar geen visie willen geven op het huwelijk. Dat is een grote verarming ten opzichte van de hervormde kerkorde.”

De werkgroep kerkorde geeft zelf aan dat ze in de tekst van de ordinanties geen keuze wil maken voor of tegen het zegenen van niet-huwelijkse relaties, omdat de kerk zelf op dit punt nog geen keuze heeft gemaakt. Dr. Hoek vindt dit een verhullende redenering. „Als je nadrukkelijk ruimte biedt voor zegening van homoseksuele relaties, heb je al een keuze gemaakt, een keuze die afwijkt van wat eeuwen in de kerk gebruikelijk is. De werkgroep start namelijk niet in een nulpunt, maar staat in de traditie van de kerk der eeuwen.”

Geen indruk
Dat de werkgroep onderscheid maakt tussen het begrip ”inzegenen” voor het huwelijk en ”zegenen” voor andere levensverbintenissen om daarmee ook tegemoet te komen aan hen die van mening zijn dat huwelijk en andere relatievormen niet hetzelfde zijn, maakt op de hervormde predikant geen indruk. „Over het woord inzegenen kun je sowieso discussiëren. Velen zetten op de trouwkaart dat ze in de kerkdienst Gods zegen over hun reeds gesloten huwelijk willen vragen. Nu, deze ruimte wordt straks ook gegund aan homoparen.” Dr. Hoek bevestigt dan ook de analyse dat het onderscheid tussen huwelijk en andere relatievormen „flinterdun” wordt als de voorstellen van de commissie worden aangenomen.

Tekenend vindt hij ook dat de commissie kerkorde van de SoW-kerken enkele voorstellen van de hervormde kerkordecommissie niet overnam. „Laat duidelijk zijn dat we als hervormd-gereformeerden ons ook niet in die voorstellen konden vinden, want ook daarin werd openheid geboden voor alternatieve relatievormen. Maar het onderscheid met het huwelijk was ondertussen wel veel duidelijker.”

„Als de kerk”, concludeert Hoek, „blijkbaar tot op het bot verdeeld is over het huwelijk kan ze beter de visies die diametraal tegenover elkaar staan beide verwoorden dan een tussenweg zoeken in mistige formuleringen.”

Vrijheid
Dr. Hoek ziet in de voorstellen ook een positief element, namelijk dat de kerkenraad, na beraad in de gemeente, kan besluiten of ook andere levensverbintenissen van twee personen kunnen worden gezegend. „Ook op dit punt wordt de vrijheid van de plaatselijke gemeente gehonoreerd.” Hij tekent daarbij aan dat de kerkenraad wel gebonden is aan de mening van de gemeente. Zijn standpunt ten opzichte van een zegen over homorelaties moet, in de visie van de werkgroep, gedragen worden door de gemeente. „Dat kan problemen opleveren als de gemeente verdeeld is en de kerkenraad een meer behoudend standpunt inneemt.”