Aramese christen
in Turkije weer
op vrije voeten

De uit Baden-Württemberg afkomstige Aramese christen werd op 8 juni samen met zijn neef Musa gearresteerd. Militairen hadden hen gesignaleerd met een videocamera in de buurt van een Turkse militaire basis. Abrohom, in het bezit van een Turkse pas, was video's aan het maken over het leven van de Aramese christenen in de geboortestreek van zijn ouders in Turkije. Hij werd beschuldigd van „georganiseerde propaganda tegen de staat” en daarom opgesloten in de gevangenis van Midyat. Zijn neef Musa, in het bezit van een Zwitserse pas, werd op dezelfde dag vrijgelaten en gesommeerd Turkije binnen twee weken te verlaten.

Op de videoband was de aangrenzende Turkse militaire basis in beeld gekomen bij het filmen van de oude begraafplaats van de Mariakerk te Idil. Ook toonde de band dat Abrohom kaarsen in het klooster van Mor Gabriel ontstak en daarbij zei: „Deze kaarsen zijn voor onze Arameeërs in Europa, opdat zij op een dag terug mogen keren naar hun woongebied Mesopotamië.”

De Aramese Beweging voor Mensenrechten (ABM) heeft de Europese Unie, de nationale politiek, de Europese ambassades in Turkije en diverse mensenrechtenorganistaties benaderd om de zaak aan de orde te stellen.

Hoewel Turkije graag wil toetreden tot de Europese Unie, komt het land niet in alles tegemoet aan de toelatingscriteria, met name op het gebied van de mensenrechten. De Aramese Beweging voor Mensenrechten zegt het te betreuren dat Turkije stelselmatig de rechten van de mens schendt, in het bijzonder die van de Aramese christenen.