Kerk en Godsdienst | 9 juli 2001 |
Achttiende landelijke dag in Harskamp trekt zo'n 600 bezoekersDe grootste ramp na een zendingsdagVan een medewerker Ds. Budding noemde de verkondiging van het Evangelie het belangrijkste in deze wereld. Dat u en ik hier mogen zijn, is een werk van God. Waar het Evangelie komt, komt het persoonlijk tot u. Wij zijn niet samengekomen voor een godsdienstig tijdverdrijf. We kunnen godsdienstig zijn en rechts en degelijk, en toch een vijand van Christus. Goede werken De predikant kan zich de vraag voorstellen of deze prediking niet te lijdelijk is. We moeten de Heere toch zoeken? Jazeker. We moeten toch geloven? Jazeker. Maar wie doet het? Niemand. Kandidaat C. H. van de Scheur, die sinds tien jaar werkt op het zendingsveld in Azië en thans op verlof is in Schoonrewoerd, sprak over de gevangengenomen Paulus. De Heere brengt ook tot ons mensen die helemaal niet tot onze gezindte behoren. Bent u daar bewogen onder? Paulus komt voor Felix. Hij is daar door de Heere geplaatst. Hij vraagt bij deze uitgelezen gelegenheid niet om vrijheid, maar hij spreekt over de Heere. Hij spreekt over het geloof. Maar als hij spreekt over rechtvaardigheid, matigheid en het toekomende oordeel, wordt Felix zeer bevreesd. De rechte grondhouding van iedere christen moet volgens Van de Scheur zijn: Als het voor mij kan, dan kan het zeker voor een ander, waarin hij doelde op de bekering. Kiemkracht Er kan, zei de hervormde predikant uit Maartensdijk, ook een dodelijke werking van het Woord uitgaan. Weet u wanneer? Als de boodschap ons voorbijgaat. Daarom wordt het Woord wel vergeleken met een zaad. Dat heeft kiemkracht. Gods knechten worden geroepen om dat zaad te strooien. Weet u wat zij niet kunnen? Zij kunnen niet voor de wasdom zorgen. Dat heeft God aan Zichzelf voorbehouden, anders zou God de eer niet krijgen. Als laatste spreker stond ds. A. Simons uit Goudswaard stil bij het slot van de eerste brief aan Korinthe: Indien iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking; Maranatha! De predikant sprak over De uitspraak van het Evangelie aan zendingsvrienden: Vervloekt! Zeg vanmiddag niet, dat geldt mij niet, want deze boodschap raakt u allen. Vul uw naam maar in. Indien u Christus niet liefhebt, bent u vervloekt. Dat zeg ik niet maar mijn Meester. Je bent een vloek. De liefde van Christus dringt mij om het u aan te zeggen. Het is een bevel. Dat houdt in dat je vanmiddag door de Allerhoogste wordt vervloekt. Wij worden vanmiddag vervloekt door het Evangelie. We zijn zonde. Wie vanmiddag niet gelooft, die is reeds vervloekt. Ik verkondig u vanmiddag, als dienstknecht van God, dat Christus is gekomen. Dat is een liefdesdaad des Vaders om Hem te zenden in de wereld. In de belofte van het Evangelie openbaart God Zijn Zoon. |
![]() |