Kerk en Godsdienst16 januari 2001

Ds. Germs weet zich vooral gevormd door oom ds. H. Toorman

Een grafschrift als intreetekst

Door S. C. Bax
BROEK OP LANGEDIJK – „Ik hield mijn hart vast. Mijn oom, ds. H. Toorman, legerpredikant in Den Haag, vertelde me dat de tekst waarmee hij me zou bevestigen tot predikant, het grafschrift van mijn opa op de Wildervanksterdallen in Groningen, was: Psalm 32:1: „Welgelukzalig is hij wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is.” Nou, nou, alsof er een ex-delinquent bevestigd zou worden.”

Ds. J. Germs kijkt bij zijn 25-jarig jubileum als christelijk gereformeerd predikant echter vooral met dankbaarheid terug op de lessen van zijn oom. „Die boodschap uit Psalm 32 is namelijk wel de inhoud van de bediening. Daar ga ik nog steeds voor.”

„Ik wilde als jongen iets met mensen gaan doen, sociologie of zo, en ging van de vijfde van het gymnasium zo naar de hbs. Het idee om de zending in te gaan, of de pastorie in, rijpte langzamerhand.” In Utrecht rondt hij, met een onderbreking door ziekte, het propedeutisch examen af. De student gaat naar het confessionele dispuut Koinonia.

Hij verkast vervolgens naar Apeldoorn en studeert onder meer samen met de predikanten C. A. den Hertog (Apeldoorn-Centrum), A. G. van der Heiden (nu vlootpredikant), de Nederlands gereformeerde dr. A. van der Dussen en de later oud gereformeerd geworden M. Pronk.

Naast de kennis die hij bij de hoogleraren verwerft, blijkt vooral het theologisch gedachtegoed van zijn oom, ds. Toorman, een geweldig stempel op hem en een aantal medestudenten gezet te hebben. „We leerden van hem diepgravende exegese van de bijbeltekst en een ernstige Christusverkondiging in gewoon Hollands. In Apeldoorn heeft hij op zijn geheel eigen manier geïnspireerd. Daar zaten we dan, op een studentenkamertje, met een man of vijf, zes. Het duurde soms tot in de kleine uurtjes. Naast wat we allemaal aan kritiek kregen op onze preekvoorstellen, was vooral hij degene die met ons diep op de preken inging. De predikkundige stofkam was er op dat moment natuurlijk al doorheengehaald door prof. dr. W. H. Velema.”

Opbouw
Ds. Germs werd predikant in Winschoten, een toen heel kleine gemeente in een onkerkelijke streek, waar veel gemeenteopbouw plaatshad. „Velen van buiten de kerk kwamen tot geloof. Er werd dan ook veelvuldig de volwassendoop bediend. Het kerkelijk centrum De Rank dateert uit die tijd.”

Acht jaar later komt de predikant naast ds. A. van der Veer in Zwolle te staan, waar al langer een vacature was. Het werd een periode van wat hij noemt „consolidatie”, want alles stond in Zwolle reeds op de rails. Ds. Germs geeft aan dat in Zwolle de problematiek van de verschillende vleugels binnen de Christelijke Gereformeerde Kerken goed beheersbaar was. „Omdat de gemeente sterk groeide, bouwden we een nieuwe wijkkerk in Zuid. Maar we wilden voorkomen dat zich daar door perforatie vleugels zouden vormen. Dat is gelukt, mede dankzij het feit dat we een centraliserend beleid voerden: één kerkenraad voor heel Zwolle.”

In zijn Zwolse tijd verleende de predikant in een tijd van ernstige ziekte pastorale bijstand aan ds. J. W. van de Gronden, die hoofd was van de pastorale dienst van de Stichting Philadelphia Zorg te Nunspeet. „Na diens overlijden ben ik in 1993 gevraagd hem op te volgen. Dat werk, waarbij rond de 6000 mensen betrokken zijn, bleek veelomvattend”. Toerusting en begrafenissen brachten hem zowel in Sneek als in Middelburg. Na een aantal jaren besefte ds. Germs dat hij, ondanks het vele vreugdevolle, toch niet nog langer als pastorale alleenganger wilde blijven functioneren.

Aanhangwagen
Nog altijd heeft ds. Germs een van de attributen uit de tijd dat hij met verstandelijk andersbegaafden optrok, bij de hand: het opgezette lammetje. Op zulke attributen reageerden omstanders vaak in de trant van: „Daar heb je hem weer en zijn aanhanger met spullen.” De gemeente van Broek op Langedijk is er inmiddels na anderhalf jaar aan gewend dat het lammetje soms mee de preekstoel op gaat. „Het is een herkenningspunt voor de kinderen. Dat lammetje heeft een herder. Zo hebben wij een Goede Herder.”

Ds. Germs zegt graag in de traditie van zijn kerken te staan. „Je hebt hier de ruimte.” Zingen uit het Liedboek voor de Kerken of uit de bundel van ds. A. F. Troost beschouwt hij daarmee niet in strijd. „Dat gebeurt toch in veel meer van onze kerken?” De polarisatie zegt hij ook niet te zoeken. „Ik zoek geen twistpunten, maar zoek eerder de dingen die ons aan elkaar verbinden.”

Ik merk trouwens dat ik lang nog niet in alle opzichten los ben van Philadelphia, merkt hij op. Hij was betrokken bij de toenadering van Philadelphia tot de hervormd-gereformeerde vereniging van en voor mensen met een handicap ”Op weg met de ander”. Verder was hij eindredacteur van ”Stap voor stap het jaar rond”, een boek met bijbelse weekthema's. Er werden thema's behandeld als Bidden, Doop of Brood en wijn in de kerk, maar ook werd nagedacht over ”Aanraken” en over ”Als er iemand gestorven is”.

Ds. Germs: „Ik besef dat reformatorische mensen bij het lezen van het boekje met de verwerkingsvormen wel eens met de ogen zullen knipperen. Wij zijn het zo verbaal gewend. Deze mensen hebben zichtbaarmaking nodig. Het verbale en het visuele vullen elkaar aan.”

Gevaren
De predikant signaleert een tweetal gevaren in het pastoraat rond verstandelijk gehandicapten. „Je kunt niet zomaar zeggen dat het allemaal kinderen van God zijn. Ook deze mensen moeten wederom geboren worden. Dat wil zeggen: het moet, hoe eenvoudig ook, komen tot geboorte van geloof en vertrouwen. Anderzijds zijn er mensen die het boek ”Stap voor stap het jaar rond” kritiseerden in de zin van: Er zit te veel ”Jezus” in. Dat beschouw ik dan maar als een compliment.”

Integratie van mensen met een verstandelijke handicap in het gemeenteleven staat nog steeds hoog in het vaandel van ds. Germs.

In zijn huidige kerk, een echte streekgemeente, staat evangelisatie sterk op de voorgrond. „In donker Noord-Holland, een term die men hier niet graag hoort, wordt door de kerk van Broek op Langedijk nauw samengewerkt met vrijgemaakten en hervormd-gereformeerden in Enkhuizen, waar ik consulent ben. Deze vorm van kleine oecumene verheugt me”.

Jemima
Ds. Germs keerde onlangs terug uit Israël. Hij is voorzitter van de Nederlandse stichting Jemima, die een tehuis runt voor Palestijnse verstandelijk gehandicapten in Beit Jala (bij Bethlehem). „Er werken daar veel Nederlandse vrijwilligsters als verpleegkundige. Er zijn er die na hun termijn weer terugkeren. Het is een zorg voor het bestuur die plaatsen opgevuld te krijgen. Wij vinden het, ondanks het geweld op de Westbank, echt nog verantwoord om erheen te gaan”, zegt de voorzitter, die dankbaar is dat binnenkort de nieuwbouw gereed is.