Prof. De Moor: Geen theologie zonder HebreeuwsKAMPEN Geen theologie zonder Hebreeuws, zei de Kamper hoogleraar prof. dr. J. C. de Moor gisteren in zijn afscheidscollege. Het Hebreeuws als verplicht vak staat bij de theologische opleidingen onder druk. Een theoloog kan het Oude Testament echter niet uitleggen zonder ten minste de beginselen van het Hebreeuws te kennen, aldus prof. De Moor. Prof. De Moor was sinds 1971 hoogleraar aan de Theologische Universiteit Kampen voor de vakken Hebreeuws, Israëlitische oudheden, Semitische talen en cultuurgeschiedenis van het Nabije Oosten. Hij illustreerde zijn stelling aan de hand van twee bijbelgedeelten met een miniem grammaticaal verschil, waarvan de lezer van een moderne bijbelvertaling niet het flauwste vermoeden kan hebben. Toch kan zo'n verschil de uitleg radicaal beïnvloeden. Wie het Hebreeuws als verplicht onderdeel van de theologische opleiding afschaft, breekt met een reformatorische traditie van bijna vijfhonderd jaar, zei De Moor. Luther zag al in dat er gewichtige theologische redenen zijn om op de grondtalen van de Bijbel terug te grijpen. De geestelijke wereld van het oude Israël is niet te begrijpen zonder kennis van het Hebreeuws. In de Gereformeerde Kerken wordt steeds vaker preekconsent verleend aan mensen die de Bijbel niet in de grondtalen kennen. De verkorting van de studie en het opnemen van nieuwe vakken verhogen de druk op het onderwijs in oude talen, dat een groot beslag legt op de tijd van de student. De besluiten die de Europese onderwijsministers in Bologna hebben genomen, spelen ook een rol. Omdat aan andere Europese universiteiten geen Hebreeuws meer wordt gevraagd van de theologiestudenten, wordt in Nederland de vraag gesteld: Moeten wij die eis dan wél handhaven? |