Prof. Van de Beek kritiseert IZB op symposium:Kerk moet niet te veel lonken naar de mensVan onze kerkredactie LUNTEREN De mens is een verloren schepsel, stelde gisteren prof. dr. A. van de Beek tijdens een symposium ter gelegenheid van het 65-jarig bestaan van de IZB. Dat kun je oude koek noemen, benepen en schadelijk voor de communicatie. Maar een goed contact met de moderne mens krijgen we wanneer wij beseffen dat wij verdorven zijn en dat God de dood van het kruis heeft ondergaan en dáár het leven met ons deelt. De hoogleraar aan de Vrije Universiteit gaf tijdens het symposium, dat twee keer overtekend was, samen met drs. Ineke Bakker, secretaris van de Raad van Kerken, en ds. P. van de Kraan, hervormd predikant in Bleskensgraaf, commentaar op het jubileumboek van de IZB Uitgedaagd door de tijd. Prof. Van de Beek had flinke kritiek op het boek. Het boek ademt de middenorthodoxe apostolaatstheologie van de jaren vijftig en de geest van de Doorbaak. Na de kerk heeft ook de Gereformeerde Bond de wereld ontdekt. Het viel hem op dat de naam van Christus eigenlijk weinig voorkwam in de bundel. Het gaat in het boek om kerstening op weg naar het Koninkrijk. Maar cultuur verdraagt zich niet met verkondiging van Christus. Ik mis een radicale cultuurkritiek. Het probleem van de kerk is niet dat ze te weinig, maar te veel rekening houdt met de mens. Je mag in deze tijd alles zeggen, behalve dat de mens een verloren mens is en alleen door Christus verzoend kan worden. Niet de mensen, maar Christus moet centraal staan. Zwartekousenkerken Op deze opmerkingen kwam de nodige kritiek van drs. P. L. de Jong, predikant in Rotterdam-Delfshaven. Het lijkt wel of wij weer twintig jaar terug zijn. Hoe moet je dan communiceren? Welk kerkbegrip hanteert u dan? Dat moet wel een smal kerkbegrip zijn, zo vreesde hij. Inderdaad, beaamde Van de Beek, de kerk staat aan de rand van de samenleving, net zoals de profeten in Israël. Zij werden toen gezien als de zwartekousenkerken. Neem ook de preken van Paulus: ze geloofden er in die tijd geen fluit van. Dat is de werkelijkheid van het Evangelie. Drs. H. de Leede, rector van het theologisch seminarium Hydepark, was geneigd om naar aanleiding van de opmerkingen van prof. Van de Beek de bal weer keihard terug te schoppen. Over welke mens hebt u het? zo vroeg hij de hoogleraar. Het gaat toch om de concrete mens in de concrete geschiedenis? Waar blijft de inculturatie van het Evangelie? Hoezo inculturatie? speelde prof. Van de Beek de bal weer terug. Elke cultuur staat onder het oordeel. Als u het hebt over de mens, dan moet het gaan over deze Mens. Het missionaire ligt niet in het zoeken naar een aanknopingspunt maar in het blootleggen waar we aan sterven. We willen er niet aan dat het Evangelie niet naar de mens is. Open houding Het verbaasde Ineke Bakker dat de IZB zo echt open stond voor andersgelovigen. Ik had dat eerlijk gezegd niet van de IZB verwacht. Dat zegt misschien ook iets over mij, zo voegde zij eraan toe. Dit bracht haar echter tot de vraag hoe dit spoort met de krampachtige opstelling in het SoW-proces. Hoe kan men zo royaal zijn tegenover andersgelovigen maar ruzie blijven maken over de naam van de kerk? Ook verbaasde het haar dat andere kerken in de bundel nauwelijks genoemd werden. Ook trof haar de terughoudendheid tegenover de oecumene. Voor de publieke opinie zijn de kerken één pot nat. Mensen zien niet het verschil tussen rooms-katholiek en protestant, tussen hervormd op gereformeerde grondslag en gereformeerd synodaal. Als één kerk positief in het nieuws is, slaat het op alle kerken terug. Maar is het negatief nieuws, dan hebben alle kerken er last van en doet het afbreuk aan de boodschap van liefde die de kerk moet brengen. Koploper Ds. Van der Kraan prees de uiteenzetting van de IZB-bundel over de postmoderne cultuur, maar had wel de indruk dat we samen de zee zijn opgegaan terwijl we nog eigenlijk bezig zijn met de koersuitzetting. De IZB wil duidelijk een koploper zijn, maar kijkt u ook of de achterhoede aansluit en in het gelid komt? Het hart van de kerk ligt voor ds. Van der Kraan in de zondagse verkondiging. Deze stelt Gods waarheid centraal maar drukt zich ook uit in authentieke geloofservaring. In dat kader miste hij in het boek een machtig pleidooi voor bevindelijkheid, niet in de vorm van gestolde orthodoxie maar levensecht. Echte bevinding staat met beide benen in de werkelijkheid. Tijdens de discussie onderscheidde hij zijn visie op bevinding van die van drs. Bakker, die ook sprak over authentieke geloofsverhalen. Ds. Van der Kraan voelt zich op dit punt meer met prof. Van de Beek verwant: God spreekt ook het oordeel uit over de bevinding van de mens, die van nature een vijand van God is. De boodschap komt van Boven en bevinding is vooral het waar bevinden van Góds waarheid. Heilige onrust Drs. W. Dekker, hoofd vorming en toerusting van de IZB, is hoopvol gestemd over Gods daden in de toekomst. God heeft veel betekend in het verleden, maar we mogen Hem nooit daarin opsluiten. Laten we nieuwe daden verwachten en die ook laten duiden door profeten, anders gaan we er nóg aan voorbij. Dr. P. J. Visser uit Den Haag, die samen met ds. W. Dekker het jubileumboek van de IZB redigeerde, gaf aan het einde van de dag een slotbeschouwing. Hij hoopte dat de aanwezigen iets hadden ervaren van de heilige onrust die de vragen van deze tijd losmaken. Dr. Visser noemde de persoonlijke omgang met God de eerste voorwaarde om in ballingschap te overleven. Maar van daaruit zoeken we toch naar openingen in de richting van de ander. Hoe meer je met God hebt, des te serieuzer zul je ook de wereld willen kennen. Is het Jezus Christus alleen? Natuurlijk, maar Hij is wel de Levende, Die met levende mensen omgaat. |