Kerkelijk Leven2 augustus 2000

EA-directeur: Amsterdam 2000 houdt mijn visie luchtig

De slagroom, of liever de sambal

Door J. M. D. de Heer
AMSTERDAM – Intensief was Arnold van Heusden, directeur van de Evangelische Alliantie (EA), betrokken bij de voorbereiding van Amsterdam 2000. Maar tijdens het congres zelf houdt hij zich wat rustig. „Je kunt je week volstoppen met lezingen en workshops. Maar ik wil aan het einde geen omgevallen boekenkast lijken.” Wat wilt u wel? „Samen praten, samen bidden, mensen ontmoeten, tot rust komen, me bezinnen.”

Voor Afrikanen bijvoorbeeld betekent een dergelijk congres, zegt Van Heusden, dat ze naar huis keren met een schat aan „onbetaalbare ervaringen.” „Daardoor zullen ze een nieuwe ingang hebben in hun land, een nieuw gezag ook. Ze hebben verhalen die niemand anders heeft.”

Nederlandse deelnemers zien op hun beurt „lichtende voorbeelden” uit andere landen en horen „bemoedigende getuigenissen” over Gods werk in de wereld.

Wat betekent Amsterdam 2000 voor uzelf?
„Voor mij is het congres de slagroom die mijn visie luchtig houdt. Of nee, slagroom is te soft. De lezing van Ravi Zacharias bijvoorbeeld vond ik absoluut sensationeel. Zijn strijd om in deze tijd het Woord te behouden, was geweldig indrukwekkend. Amsterdam 2000 is meer sambal dan slagroom.”

En na afloop, wat gaat u ermee doen?
„Denk niet dat ik een tournee ga houden over Amsterdam 2000. Voor mij is het congres vooral een steun in de rug, dat we als christenen in onze plurale samenleving bescheiden moeten zijn, maar dat we tegelijkertijd goed door moeten hebben dat het verspreiden van het Evangelie niet arrogant is. De wereld heeft haar boodschap en komt daar openlijk voor uit. Nu, wij ook. Ik denk dat we wat minder omzichtig, minder besmuikt het Evangelie in deze tijd ter sprake moeten brengen.”

Daarmee zitten we dicht bij het landelijke Project 2000, dat onder de paraplu van EA en EO niet-christenen „de rijkdom van het christelijk geloof wil laten zien.” Van Heusden verwacht dat Amsterdam 2000 „ongetwijfeld” vruchtbaar zal zijn voor dit project. „Op de eerste vergadering na de zomer gaan we bezien wat we ermee doen.”

Typisch Amerikaans
Er hebben geluiden geklonken dat Amsterdam 2000 een typisch Amerikaans congres is, dat overgeplant is naar een geschikte locatie ergens ter wereld.

Van Heusden: „Dat is echt flauwekul. Bij het programma was een brede, wereldwijde commissie betrokkken.”

Zijn eigen betrokkenheid is tweeledig. Aan de ene kant is de EA gevraagd een aantal zaken in de uitvoering van het congres op zich te nemen. Een praktisch voorbeeld. De EA was contactpersoon voor de Chinese ambassade in verband met de visa van de zestien Chinezen die het congres bijwonen. De EA stuurde verder bijna zevenduizend mailings naar kerkenraden en voorgangers in Nederland. Dat leverde 165 deelnemers op, inclusief de personen die een aandeel hebben in het programma. Niet overdreven veel; eenzelfde aantal Tanzanianen, Argentijnen en Zimbabwanen kwam naar Nederland en zij moesten heel wat meer moeite doen om naar Amsterdam te komen.

Tarief
Van Heusden wijt het wat tegenvallende aantal er vooral aan dat de mailing pas laat, dit voorjaar, beschikbaar kwam. „Iedereen heeft zijn vakantie dan al gepland.”

Het tarief speelt ook mee? 80 gulden voor een dagkaartje en 935 voor de hele conferentie is niet gering.
„Ja, maar ik begrijp dat ook weer niet. Ik vind het oppervlakkig als bij zo'n mogelijkheid om inhoudelijk verrijkt te worden geld een rol speelt.”

Eigen doelen
Minstens zo belangrijk is dat Van Heusden in de commissie zat die het programma van Amsterdam 2000 voorbereidde. „Natuurlijk had de organisatie van Billy Graham haar eigen doelen. Maar die vormden geen verborgen agenda. Ideeën kwamen open op tafel; soms werden ze er weer afgeveegd, soms zette de organisatie haar visie door.”

Voor welke punten heeft ú zich sterk gemaakt?
„Ik wilde meer vrouwen en meer jongere sprekers in het programma, in elk geval een beperking van 65-plussers. Verder was het mijn wens dat het zwaartepunt onder de deelnemers tussen de 25 en 45 jaar zou liggen.”

Het laatste punt is het beste gelukt, de andere twee slechts in beperkte mate. Zo is het gros van de sprekers ouder dan 50 jaar. „Ik begrijp dat veel mensen een lange en dierbare relatie met Billy Graham hebben, maar je moet toch ook kijken of ze nog actief in het veld zijn. Nee, ik noem geen namen van sprekers met wie ik niet blij ben. Laat ik het positief zeggen: Ik heb sterk gepleit dat Ajith Fernando uit Sri Lanka zou spreken en was blij dat hij gisteren een plaats in het hoofdprogramma kreeg.”

Opvallend is wel het geringe aantal sprekers van het zuidelijk halfrond. Blijven die voor westerlingen nog altijd buiten beeld?
„Het aparte is dat Afrikanen, Aziaten en Latijns-Amerikanen goed vertegenwoordigd waren in de programmacommissie. Maar juist zij vroegen om mensen als John Stott. Je kunt de conclusie trekken dat evangelisatie op het zuidelijk halfrond nog altijd een geïmporteerd karakter heeft. Vooral Afrikanen kijken op tegen westerlingen en voelen zichzelf tekortschieten.”