10 januari 2001 |
EH laat jongeren nadenken over eigen veslavingHilde heeft spijt van het rokenDoor Cees van der Wind Op haar twaalfde stak ze samen met een goede vriendin stiekem haar eerste sigaretje op. In het begin vond ik roken best grappig en eigenlijk ook wel spannend. Je hoorde er echt bij. Mijn ouders zagen het niet zo zitten, maar ze hebben het mij nooit verboden, omdat dat volgens hen niet veel zou helpen. Dom Hilde vindt het achteraf heel dom dat ze met roken is begonnen. Vooral omdat ze steeds meer sigaretten nodig kreeg. Ja, ik was in die tijd echt verslaafd, maar dat zie je op dat moment niet. Het is alsof je blind bent. Ik had nauwelijks door dat mijn lichaam de nicotine gewoon binnen moest krijgen. Ik wou dat ik het nooit gedaan had. De afgelopen jaren heeft Hilde vier keer geprobeerd met roken te stoppen. Zonder hulp is dat bijna niet te doen. Om van het ene op het andere moment geen sigaret meer op te steken, is erg lastig. Maar nog moeilijker is om het stoppen vol te houden. Dat geldt vooral in de eerste weken, omdat vrienden en kennissen gewoon bleven doorroken. En dan die verleidelijke lucht. Probeer je dan maar eens sterk te houden. Na verloop van tijd kwam Hilde door het roken toch in de problemen. Ze was minstens 5 gulden per dag aan haar sigaretten kwijt en dat hakte er goed in. Het geld vloog eruit. Ook begon ze steeds meer over haar gezondheid in te zitten. Een trap oplopen ging steeds moeilijker. Pas toen ik merkte dat mijn conditie slechter werd, ging ik nadenken. Gesprek Hilde: Ik kreeg de keus: of zelf de sigaretten niet meer aanraken, of meedoen aan de cursus. Omdat ik het zelf niet kon, ben ik de lessen gaan volgen. De cursus startte begin september met zeven studenten, terwijl zeven anderen direct aan het begin van het schooljaar al stopten met roken. Het vreemde is dat de lessen niet bedoeld zijn om jonge studenten te dwingen er mee op te houden. Bos: Dat kan ook niet, want ik kan en wil ze niet controleren in hun vrije tijd. Het gaat er juist om, dat ik in de cursus laat zien waar ze als christenen mee bezig zijn. En dat een sigaret ze maar één ding biedt: helemaal niets dus. Voor de cursus gebruikt Bos het antirook-boek van Alan Karr. De schrijver laat hierin zien dat een roker niets mist als hij niet rookt. Heel stellig rekent Karr af met de gedachte dat een sigaret wat te bieden heeft. Daarom laat ik mijn studenten enkele hoofdstukken goed lezen, zegt Bos. Armer Hilde had in het begin weinig vertrouwen in de cursus. Maar na een paar keer voelde ik me steeds schuldiger, omdat ik rookte. Dat kwam omdat ik ging beseffen welke schade de sigaretten aanrichten. In de Bijbel staat dat het lichaam een tempel van de Heilige Geest is. Daar wilde ik eigenlijk nooit te lang over nadenken, maar gauw overheen lezen. Inmiddels is het Hilde gelukt om de sigaretten te laten voor wat ze zijn. Het is wel heel moeilijk, maar er staat ook iets tegenover: geen schuldgevoel meer en een betere conditie. Als ik een jaar niet rook, krijg ik 500 gulden van mijn ouders voor het rijbewijs. Doe ik het wel, dan moet ik ze 250 gulden betalen. Dat zou balen zijn. Daarom wil ik het volhouden. Directeur Bos van de EH en ook docent van de cursus is trots op Hilde. Ik weet nog goed dat ze heel eerlijk in de groep zei: Was ik er maar nooit aan begonnen. Dat meende ze toen heel echt. Sinds de start van de cursus twee jaar geleden is de sfeer op de EH stukken verbeterd. Waren de rokers voorheen een apart groepje buiten het hek, nu horen ze erbij. Ik kan me de jaren nog goed herinneren dat er een aantal studenten buiten het terrein stond te paffen. Voor de omgeving een zichtbaar en hinderlijk tijdverdrijf. De niet-rokende studenten hebben vooral moeite met de verslaving van hun klasgenoten, want God heeft ons zo niet geschapen, zegt Bos. |
![]() |