JONGEREN 17 juli 2000

„Relaties die na de vakantie beginnen, hebben de grootste kans”

Vijf stelletjes binnen één kamp

Door Mariska Wolters
Vakantieliefde. Cees Moree weet er alles van. Hij leidde in de afgelopen jaren niet minder dan zestien Daniël-kampen. Bijna altijd was het raak. „Sommige deelnemers geloven echt dat we premie krijgen als er tijdens het kamp een stelletje ontstaat.” Dat dat niet zo is, blijkt wel als hij even later vertelt dat verliefde deelnemers ook „uitermate irritant” kunnen zijn.

Voor deelnemers vanaf zestien jaar zijn de kampen die georganiseerd worden door de Jeugdbond van de Gereformeerde Gemeenten gemengd. Dat houdt dus in dat zowel jongens als meisjes welkom zijn. En dat heeft soms gevolgen. De vonk wil namelijk vooral in de vakantie nog wel eens overslaan.

Cees Moree denkt dat dat komt doordat je tijdens een kamp heel intensief met elkaar omgaat. „Je doet alles gezamenlijk: opstaan, afwassen, sporten, bijbelstudie. Je voert ook veel gesprekken. Soms over heel wezenlijke zaken. „Dít is hem of haar”, denken veel jongeren dan. Maar eenmaal thuisgekomen wil dat nog wel eens tegenvallen. De sfeer is dan anders. En de afstand tussen elkaar blijkt opeens wel erg groot. Doordat je iedere dag een uurtje minder slaapt, kan het zijn dat je tijdens een kamp niet meer zo heel nuchter nadenkt.”

Uren telefoneren
Cees Moree vindt het het leukst als hij tijdens een kamp niets heeft gemerkt en achteraf te horen krijgt dat er twee verkering hebben gekregen. „Dan hoor je dat ze zodra ze thuis waren direct uren aan de telefoon hingen.” De relaties die na het kamp beginnen, hebben volgens hem de grootste kans van slagen. „Het is voor de groep ook het leukst.”

Al veel jongeren hebben tijdens een zomerkamp hun toekomstige vrouw of man leren kennen. Cees Moree noemt dat heel bijzonder. „God gebruikt het zomerkampwerk om twee mensen bij elkaar te brengen. Soms in Nederland, soms in Zwitserland of Israël. Ook in de gewone zaken van het leven staat de Heere boven alles. Hij leidt ons leven, ook het leven van een jongen en een meisje die elkaar leren kennen op kamp.”

Er zijn jongeren die speciaal om verkering te krijgen op kamp gaan. „Aan de ene kant is dat een gezonde gedachte”, vindt Cees Moree. „Als je achter het raam blijft zitten wachten tot er een leuke jongen of een aardig meisje voorbijkomt, kun je het wel vergeten. Jongeren vertellen ook wel eens dat ze elkaar op een plaats hebben ontmoet, die ze liever niet noemen. Van een kamp kun je dat als jongere gewoon vertellen. Je kunt elkaar beter ontmoeten in het jeugdwerk, waartoe ook onze zomerkampen behoren, dan in een of andere uitgaansgelegenheid. Aan de andere kant is het natuurlijk geen uitgangspunt van de zomerkampen om jongeren tot elkaar te brengen, maar meer een gezond en eerlijk gevolg.”

Verwachtingen wekken
„Heel vervelend” noemt Cees Moree het als verliefden tijdens het hele kamp alleen nog maar oog voor elkaar lijken te hebben. „Als leiding proberen we daar de jongeren op te wijzen.”

Aan het begin van het kamp zegt Cees altijd tegen de deelnemers dat ze respect moeten hebben voor elkaars gevoelens. „Dat houdt dus ook in dat een jongen bijvoorbeeld geen verwachtingen moet wekken bij een meisje terwijl hij thuis al een vriendin heeft.”

Dat komt voor?
„Jazeker. Dan krijgt zo'n meisje achteraf een kort briefje met de mededeling dat het toch niks kan worden.”

Vijf stelletjes
Het record van het aantal gevormde stelletjes ligt bij de kampen die Cees Moree geleid heeft momenteel op vijf. „Al die jongeren zijn nu weer uit elkaar.” Als er eenmaal een paar verkeringen zijn ontstaan, werkt dat volgens de kampleider aanstekelijk. „Dan hangt er een ik-ben-verliefd-sfeertje in de lucht.”

„Het kan ook heel goed gaan, hoor”, zegt Cees om het verhaal een niet al te negatieve ondertoon te geven. „Jongeren die meegaan met een bepaald kamp zitten vaak op dezelfde lijn. Ze kiezen namelijk heel bewust voor bijvoorbeeld een bergwandelvakantie. Ook vinden ze het allebei belangrijk dat je je in de vakantie niet alleen maar inspant of ontspant, maar ook bezint. Het is dan ook niet voor niets dat de voorzitter van onze jeugdbond, ds. J. Driessen, gedurende een van de Daniël-kampen –waarbij hij als staflid meeging– zijn vrouw heeft leren kennen.”