24 juni 2000

„Eigenlijk is
voetbal totaal
onbelangrijk”

Door Wim van Hengel
ZEIST – „Eigenlijk is voetbal totaal onbelangrijk.” Een uitspraak van een dominee in een kerkbode? Van een voetbalhater misschien? Mis! Het zijn de woorden van een dokter die pas in aanraking kwam met een groep kinderen die leden aan een ernstige, steeds erger wordende spierziekte.

Het bijzondere is dat het geen gewone dokter is, maar niemand minder dan Huib Plemper, de begeleidend arts van het Nederlands elftal. Hij doet zijn uitspraak in het artsenblad Medisch Contact.

„Als je zoveel kinderen ziet met een ernstige, vaak voortschrijdende spierziekte, dan besef je het weer: eigenlijk is voetbal totaal onbelangrijk”, zegt de dokter van 'Oranje'.

Een onthullende uitspraak waar je het op grond van de Bijbel alleen maar mee eens kunt zijn. Want voetbal ís totaal onbelangrijk, niet alleen in het licht van ziekte en lijden, maar vooral ook in het licht van onze eindbestemming: de eeuwigheid.

Dokter Plemper zegt nog meer. Een voetballer wordt in het ziekenhuis altijd direct onderzocht als hij klachten heeft. Een dure scan kan onmiddellijk worden gemaakt. Andere patiënten moeten daar soms weken of zelfs maanden op wachten. Wat vindt de dokter van Oranje daarvan? „Dat is een gewetensvraag. Want wat is het belang van een snel herstel van een voetballer van het Nederlands elftal? Veel mensen beleven plezier aan het Nederlands elftal, maar ik kan me heel goed voorstellen dat iemand de heup van zijn moeder veel belangrijker vindt.”

Moeder moet echter keurig op haar beurt wachten, terwijl de topvoetballer direct wordt geholpen. Tweedeling in de gezondheidszorg noemen ze dat in politiek Den Haag. En daarvan willen de dames en heren politici niets weten. Maar voor een geblesseerde voetballer moeten de principes wijken. Want het spel moet doorgaan.