10 juni 2000

Niet alleen in reformatorische gezindte aversie tegen voetbalgekte

Klatergoud

Door J. van Klinken
De voetbalkoorts die vanaf vandaag in alle hevigheid om zich heen zal grijpen, roept niet alleen in de reformatorische gezindte aversie op, maar ook daarbuiten. Moeders vrezen dat het gezinsleven wekenlang zal worden beheerst door het leren monster en jongeren verafschuwen de gesprekken die nog maar over één ding gaan. Een ex-topsporter weet uit eigen ondervinding waaraan iedereen zich vergaapt: klatergoud.

Zou ze nog zo zijn als in de jaren '70, dan draaide haar hele leven de komende weken om de prestaties van ons nationale voetbalteam. De vroegere atlete Nelli Cooman was altijd een echte Oranjegek. „Ik heb zelf ook gevoetbald. Het was Oranje voor en Oranje na.”

Maar nu is alles anders. Ze heeft kaartjes gekregen om wedstrijden van het Nederlands elftal te bezoeken. Maar ze gaat niet. „Ik heb er geen behoefte meer aan.”

De atlete, die sinds een jaar of tien op het Zeeuwse platteland woont, was vijf keer Europees kampioen indoor en twee keer wereldkampioen. Haar roem was groot, haar populariteit was ongekend. Ze deed er alles voor. „Mijn hele leven draaide om sport. Lopen, lopen, lopen.”

De ommekeer kwam in 1994. In korte tijd veranderde er veel in haar leven. Ze rouwde nog om het verlies van haar vader toen ze zelf voor een ingrijpende operatie in het ziekenhuis moest worden opgenomen. „Ik was zo naïef om te denken dat mensen me van alle kanten zouden helpen. Ik was immers een bekende Nederlander. Maar het was alsof iedereen tegen me was. Toen zijn mijn ogen opengegaan. Ik zag hoe afschuwelijk het wereldje was waarin ik had verkeerd. Het is een eenzame, harde wereld van glamour en glitter. De mens achter de sporter doet er niet toe. Zodra je eruit bent, tel je niet meer mee.”

Ze zegt nu een andere loopbaan te willen lopen: die van 1 Korinthe 9. „Ik ben gelovig opgevoed. Thuis kerkten we bij de volle evangeliegemeente. Het gebeurde wel dat ik drie of vier keer in de week naar een bijeenkomst ging. De ene avond was er een bidstond, dan een kerkdienst. Ook toen ik sportte, ben ik altijd naar de kerk blijven gaan. Maar Christus had geen werkelijke betekenis in mijn leven. Toen, in 1994, is alles anders geworden. Ik liep op het strand en viel in wanhoop op mijn knieën. Ik was als de verloren zoon. Voor mijn gevoel had iedereen me verlaten. Maar de Vader bleek er nog te zijn. Hij stond te wachten om me te helpen.”

Vergankelijk
Als ze één ding uit ondervinding heeft geleerd, is het wel dat roem vergankelijk is. Het goud waar velen zich door laten verblinden, bleek klatergoud te zijn. „Ik hoefde maar met de vingers te knippen of ik werd met de limousine afgehaald. Maar de belangstelling is heel oppervlakkig. Het ene jaar word je opgewacht door de tv-camera, het andere jaar kun je een schop krijgen. Ik ga er van over mijn nek.”

Met het Nederlands voetbalelftal gaat het precies zo. „Nu is het een en al glorie, maar als het elftal wordt uitgeschakeld, ziet niemand de voetballers meer staan. Dan hebben ze afgedaan.”

Ze hoopt dat de voetballers er op tijd achter zullen komen hoe armzalig het bestaan is dat ze leiden. Zelf dacht ze ook altijd dat haar prestaties als topsporter haar gelukkig zouden maken. „Maar ik heb ontdekt dat sport er niet echt toe doet in het leven. Na de nodige teleurstellingen hebben wij sinds maart een baby. Nu voel ik me pas echt rijk. Ze mogen alle medailles van me hebben.”

Sinds enkele jaren is Nelli Cooman officieel ambassadrice van de gehandicaptensport. Ook die ervaring heeft haar leven verrijkt. „Commercieel is gehandicaptensport totaal niet interessant. De media schenken er nauwelijks aandacht aan. Maar mij geeft het veel meer voldoening dan heel dat liefdeloze wereldje van de topsport. Ik zie nu pas hoe eng het was. Mensen vragen me wel eens: „Nelli, mis je het niet?” Nee, ik mis het geen moment.”

Bord op schoot
Het officiële speelschema voor Euro 2000 vermeldt 31 wedstrijden, die bijna allemaal rechtstreeks op tv te volgen zijn. Het is niet moeilijk om te voorspellen dat het voetbalvirus in het leven van menig gezin diepe sporen zal trekken. Daar komt nog bij dat een deel van de wedstrijden wordt gespeeld om zes uur 's avonds, een tijdstip waarop in veel gezinnen de prak wordt opgediend.

„Dat wordt met het bord op schoot voor de buis”, verzucht Henriët Kouwenhoven, een Utrechtse die haar weerzin tegen de voetbalgekte niet onder stoelen of banken steekt. Haar man, haar oudste zoon van 14 en haar jongste van 8 zijn „compleet verslaafd.” Die laten zich geen wedstrijd ontglippen.

„In de eerste jaren van mijn huwelijk heb ik ertegen gevochten. Nu geef ik het over. In 1998 ben ik samen met een vriendin op vakantie naar Griekenland gegaan. Heerlijk. Dat ze af en toe eens een wedstrijd willen zien, vind ik best, maar ze hebben nergens anders meer oog voor. Anders werken we nog al eens samen in de tuin, maar dat schiet er de komende weken volledig bij in. Ik vind het allemaal superongezellig. Ook mijn dochter van 13 gruwt van voetbal. Ze baalt nu al dat de gesprekken op school de komende weken steeds weer over voetbal gaan.”

Voordat Henriët in 1998 afreisde naar een Grieks eiland, had ze haar man gevraagd een enkele keer op ziekenbezoek te gaan bij een vroegere buurman. „Achteraf schaamde hij zich ervoor, maar het was er niet van gekomen. Als de wedstrijd was afgelopen, keek hij ook nog eens op een andere zender naar de samenvatting. Het lijkt wel een ziekte. Als het aan mij ligt, bedenken ze er een pilletje voor.”

Oranje interieur
Dat vrouwen tijdens langdurige voetbalevenementen de wijk nemen naar zonnige oorden, is in de reiswereld een vertrouwd verschijnsel. „Twee jaar geleden was dat duidelijk aan de orde”, zegt woordvoerster Patricia Egelie van Arke Reizen en Holland International.

Tot haar verrassing vallen er dit jaar nauwelijks veranderingen in het reisgedrag te bespeuren. „Echtparen gaan gewoon samen op vakantie. Wel vragen veel mannen of ze in het hotel of appartement Nederland kunnen zien voetballen. Ze zien ook graag dat er veel Nederlanders zijn. Verder merken we dat de plaatselijke bevolking op de interesse van de klanten inspeelt. In Turkse badplaatsen zijn bijvoorbeeld horecagelegenheden van een oranje interieur voorzien. De eigenaren hebben natuurlijk gehoord hoe het in Nederland toegaat.”

Spanningsbron
Voor andere vrouwen is de maniakale belangstelling voor de voetbalkampioenschappen de druppel die de emmer doet overlopen. Een kleine rondgang langs hulpverleners op het gebied van relatieproblemen wijst voorzichtig in die richting. Het is niet zo dat het aantal echtscheidingen na het EK omhoog zal schieten, maar hulpverleners zijn wel bedacht op een toename van de problemen.

„Het hele voetbalgebeuren kan een grote spanningsbron zijn. Het is niet zo dat ik ertegen ten strijde trek, maar als ik weet dat er veel voetbal op tv is, ben ik er wel op bedacht en stel ik er ook vragen over. Als het dan toch al niet goed gaat in een huwelijk, kan de ergernis over de voetbalgekte in huis er soms net niet meer bij”, zegt Saskia van Lawick van het Lorentzhuis in Haarlem.

Ze wil nog wel kwijt dat er tegenwoordig een vergelijkbare spanningsbron is: de computer. „Mannen die avond aan avond achter de computer zitten en nergens anders meer oog voor hebben, zijn geen zeldzaamheid. Verslaafd zijn aan de computer komen we net zo goed tegen als in de ban zijn van voetbal. Daar horen we hier hele krasse voorbeelden van.”