RDNet: een alternatief

In de afgelopen maanden heeft het Reformatorisch Dagblad diverse informatieavonden over internet belegd. Ambtsdragers, zakenlieden en (aanstaande) gebruikers werden geïnformeerd omtrent de ontwikkelingen op het gebied van de nieuwe media.
De belangstelling voor deze avonden bleek groot; het publiek divers. Waar de een dagelijks werkt met internet, beschikt een ander nauwelijks over een computer. Ondanks de verschillen, wordt de zorg rondom de ontwikkelingen op het gebied van internet breed gedragen.
Naar aanleiding van onder meer de vragen die op deze informatieavonden door de aanwezigen gesteld werden, is een negental informerende advertorials geschreven. De informatie uit die serie is gebundeld en bieden we u op deze site aan.
Door middel van deze serie hoopt het RD een bijdrage te leveren aan een doorgaande bezinning over internet. Ook wil het RD u nog meer achtergrondinformatie en duidelijkheid verschaffen over de RDNet-producten.

J. Koetsier
Algemeen directeur

Internet is steeds moeilijker te negeren

De drempels zijn allang geslecht

Open internetaansluiting is
in beginsel onverantwoord

Wie kwalijke kanten van internet ziet,
wil zichzelf en de zijnen beschermen

RDNet staat in de voorhoede;
heeft daarom steun in de rug nodig

Reformatorische scholen kiezen
voor verantwoorde toegang

Dienende taak van een mediabedrijf

Tekenen eindtijd gegeven
ter aansporing en vertroosting

Internet is steeds moeilijker te negeren

De huidige ontwikkelingen worden wel samengevat met de letters ICT. Ze staan voor: informatie, communicatie en techniek. Informatie kan bestaan uit tekst, gesproken woord, beeld enz. Wanneer deze informatie gedeeld wordt met anderen spreken we van communicatie. Bij die communicatie kan gebruik worden gemaakt van technische hulpmiddelen. Bijvoorbeeld om tijd of afstand te overbruggen, of om meer mensen tegelijk te bereiken.

Zo zien we de ontwikkeling van kleitablet en renbode tot boekdrukkunst. Van radio tot televisie en van computer tot internet. Nieuwste technische ontwikkelingen maken het mogelijk om een enorme hoeveelheid informatie – goede en slechte – snel te communiceren over de hele wereld.

Internet is voor velen een nieuw middel. Maar internet is ouder dan velen weten. Eind jaren ’60 is internet in de Verenigde Staten ontwikkeld; het Arpa-net. Door middel van dit netwerk werden vele computers in de Verenigde Staten met elkaar verbonden.
Bij vernietiging van een deel van dit netwerk (bijvoorbeeld in een oorlogssituatie) zouden verbindingen in het land toch intact blijven. De wetenschap ontdekte de voordelen van dit netwerk. Steeds meer computers sloten zich aan en het netwerk werd wereldwijd. De brede acceptatie van de personal computer (PC) maakte het mogelijk het netwerk te verfijnen en te verdichten, als het ware tot in elk bedrijf of zelfs huiskamer. Internet ontwikkelt zich tot gemeengoed. Alle denkbare informatie vindt zijn weg via dit netwerk.
De belangrijkste toepassing van de internettechniek is ongetwijfeld e-mail. Deze vorm van elektronische postverzending vervangt steeds meer de telefax. Niet alleen geschreven berichten, maar ook beeldmateriaal (foto en film) en grote bestanden (zoals bijvoorbeeld een boekhouding) kunnen in enkele seconden over de wereld worden gestuurd.
Via de zogenoemde babbelboxen en nieuwsgroepen kunnen mensen op een directere wijze met elkaar discussiëren. De babbelboxen doen hun naam eer aan en komen meestentijds niet verder dan gebeuzel. Nieuwsgroepen groeperen zich meestal rond een bepaald onderwerp. Bijvoorbeeld genealogie of een medisch item.

Het World Wide Web is als het ware een enorme vergaarbak van informatie op allerlei gebied. Mensen en bedrijven uit de hele wereld presenteren zich via dit WWW. Door het intypen van hun internetadres kun je via de computer ’op bezoek’. De meeste informatie is commercieel van aard, maar ook is veel medische en educatieve informatie te vinden. De overheid presenteert zich ook via dit WWW. In toenemende mate bieden bedrijven hun producten aan via internet. Er ontstaat een nieuwe markt waar vraag en aanbod elkaar ontmoet: e-commerce.

Overigens geldt voor alle voornoemde toepassingen (e-mail, babbelbox, nieuwsgroepen en WWW) dat zowel goed als slecht gebruik mogelijk is. Goede, maar ook slechte informatie als pornografie, geweld, godslastering, zondagsontheiliging enzovoorts is heel gemakkelijk bereikbaar geworden.

Vanaf de basisschool
Met de komst van dit nieuwe communicatiemiddel zijn meer mensen op allerlei plaatsen sneller te bereiken. Afstanden en tijd spelen geen rol meer. Vierentwintig uur per dag zijn mensen waar ook ter wereld bereikbaar. De samenleving stelt zich in op dit nieuwe middel. Het bedrijfsleven, het onderwijs en de overheid bereiden zich voor op een toekomst waarin de internettechniek alle lagen van de maatschappij doortrekt. Het overheidsbeleid is gericht op stimulering van internet en verplicht het onderwijs deze nieuwe technieken in te bouwen in het onderwijssysteem. De jonge generatie raakt al vanaf de basisschool vertrouwd met internet. Zo groeit ook Nederland naar een digitale informatiesamenleving.
Het is een ontwikkeling die in de toekomst steeds moeilijker te negeren zal zijn. Tegelijk is het goed distantie in acht te nemen zolang dat redelijkerwijs kan. Distantie wat betreft de aanschaf van een internetaansluiting. Maar ook distantie – voor wie besloten heeft een internet-aansluiting te nemen – in het gebruik ervan. Distantie bijvoorbeeld door zoveel mogelijk bescherming te zoeken tegen de slechte invloeden van internet. RDNet wil een verantwoord alternatief bieden waarbij het verkeerde van internet wordt buitengesloten en het goede wordt benut. Daaraan wordt hard gewerkt. Een enorme klus die alleen kan lukken met hulp en geduld van de gereformeerde gezindte.
 

De drempels zijn allang geslecht

Internet bevat een schat aan allerhande informatie en men kan er makkelijk over beschikken. Wie met internet bekend is, weet welke bruikbare informatie internet bevat. Maar er is ook een andere kant die nog vaak onderschat wordt. Steeds opnieuw blijkt dat velen zich die gevaren van internet niet bewust zijn! Op ‘fatsoenlijke’ sites staan soms hyperlinks (doorverwijzingen) naar de grootste rommel. Achter onschuldig ogende internetadressen kan zich een bron van vuiligheid bevinden. Goed en slecht gebruik zijn slechts enkele muisklikken van elkaar verwijderd. Kortom, internet biedt kansen, maar vormt ook een geweldige bedreiging.

Natuurlijk kunnen we leven zonder internet. Hoelang u deze techniek ‘buiten de deur’ kunt houden, is echter niet aan te geven. De ontwikkelingen gaan namelijk snel. En velen, ook binnen de gereformeerde gezindte, willen niet zonder internet leven en hebben zich inmiddels toegang tot dit wereldwijde netwerk verschaft. De radio had zestig jaar nodig voor er 50 miljoen gebruikers waren. De televisie dertig jaar, de kabel slechts tien jaar. En internet? In nog geen vijf jaar tijd maakten wereldwijd al 50 miljoen mensen gebruik van deze technologie. Internet dringt massaal de gezinnen binnen. De PC-dichtheid (die op dit moment nog het voertuig naar internet is) stijgt naar bijna 100 procent. Ook in de gereformeerde gezindte.

Provider
Met het oog op deze situatie is het RD gestart om een verantwoord alternatief te ontwikkelen voor internet. Het RD ziet dit als een opdracht die geheel past binnen de doelstelling van 1971: het breed verspreiden van de reformatorische beginselen en een beschermende dam opwerpen tegen de tijdgeest. Centraal daarbij staat het bieden van verantwoorde informatie.
Zo doende wil het RD een vertrouwde plaats innemen en mensen helpen zich te beschermen tegen de beïnvloeding door verkeerde of zelfs slechte informatie.
Ieder die besluit tot de aanschaf van internet willen wij ons alternatieve product aanbevelen. Daarmee kan ieder zichzelf, zijn bedrijf of zijn gezin te beschermen. Belangrijke, nuttige informatie is toegankelijk, slechte informatie wordt geweerd. Wat onverantwoord is, bepaalt het RD niet op eigen houtje. Er zijn criteria aangelegd die aansluiting vinden bij Gods Woord en wet. Dat is geen checklist, wel een staf om te gaan. Het zijn criteria waarmee ongetwijfeld de breedte van de gereformeerde gezindte instemt.

Hét alternatief
De stelling dat het RD met zijn initiatief drempelverlagend werkt, wordt stellig ontkend. Het uitgangspunt van het RD is steeds helder geweest: wie geen internet nodig heeft doet er goed aan deze ook niet te nemen. Wie besluit wel een internetaansluiting te nemen – hetgeen zijn/haar persoonlijke verantwoordelijkheid is – doet er goed aan een beschermend alternatief te zoeken. Een dergelijk alternatief biedt het RD. Velen binnen de gereformeerde gezindte hebben echter besloten een open internetaansluiting (bij een seculiere aanbieder) te nemen. Daarmee kunnen zij alle informatie – goede en verderfelijke – ongehinderd tot zich nemen. Het valt te vrezen dat het besluit tot een open aansluiting vaak lichtvaardig is genomen en men nauwelijks weet welke zaken een open internet behelsen. De aanbieding van gratis internetaansluitingen heeft de gereformeerde gezindte massaal over de drempel getrokken. Ruim 40 procent van de scholieren van de reformatorische middelbare scholen beschikt thuis over een internetaansluiting. In nagenoeg alle gevallen betreft het een open aansluiting. Het RD heeft geen drempels geslecht, maar probeert ze juist (weer) op te bouwen door een alternatief te bieden. Dat gedragen wordt door de gehele gereformeerde gezindte. Waaraan ook de hele gezindte meewerkt. Dan alleen zal RDNet ook werkelijk als alternatief geaccepteerd worden.
 

Open internetaansluiting
is in beginsel onverantwoord

De gereformeerde gezindte reageerde in beginsel verdeeld op het RD-inititatief om tot verantwoorde digitale informatievoorziening te komen. De een zegt dat RDNet te weinig informatie biedt voor werk of studie of anderszins, de ander vindt het onzin om te zoeken naar bescherming op de digitale snelweg. Verleidingen zijn er altijd en overal in ons leven en daar moeten we mee leren omgaan. Weer anderen komen uit oprechte zorg tot de conclusie dat het beter is nieuwe communicatiemiddelen als internet zoveel mogelijk te mijden en zeker te weren uit ons gezin.

Hoe sympathiek deze laatste gedachte het RD ook is, het zal de vraag zijn hoe lang dat zal lukken. Bovendien blijkt een groot gedeelte van de gezindte een andere mening toegedaan. Juist omdat de zorg voor het gezin ook het RD zwaar weegt, wil zij een alternatief bieden voor het brede, onoverzichtelijke en verleidende informatieaanbod van internet. Het is aan u om tot een verantwoorde keuze te komen.

Op internet zijn veel soorten informatie te vinden. Van de (geschatte) 500 miljard beschikbare pagina’s bestaat het grootste deel (83 procent) uit commerciële informatie: bedrijven en organisaties die zich presenteren en u aanmoedigen bij hen langs te komen en vooral te kopen. Ongeveer 6 procent van de internetinformatie betreft wetenschappelijke en educatieve sites, ongeveer 1,5 procent behelst pornografische informatie en nog geen één procent beslaat religieuze informatie, variërend van de Bahai tot Banner of Truth.

Naast het aanbod op internet is ook de vraag van de gebruiker belangrijk. Waar surft de internet-gebruiker zoal heen? Welke informatie acht hij kennelijk belangrijk? Enquêtes wijzen uit dat 72 procent van de internetters zegt dit medium te gebruiken voor het werk. Ruim 69 bepaalt via internet de reisbestemming voor zijn vakantie en 60 procent gebruikt internet voor sport en amusement. Het nieuws wordt via internet gevolgd door 52 procent van de gebruikers. Ruim 33 procent geeft aan meer of minder regelmatig sekssites te bezoeken. Van dit laatste percentage is bijna 20 procent jonger dan 15 jaar.

Hoewel het aanbod van pornografische sites op internet dus ‘slechts’op 1,5 procent ligt, blijkt een op de drie internetters daarheen getrokken te worden. Wie bedenkt dat er naast pornografie nog zo ontzettend veel andere onverantwoorde informatie is – zoals godslastering, geweld, anarchisme, verslaving en zondagsontheiliging – zal niet lichtvaardig een open internetaansluiting nemen. Integendeel, die zal zoveel als mogelijk afstand willen houden van al deze verleidende invloeden. Zeker wanneer hij met onze vaderen belijdt geneigd te zijn tot alle kwaad. Een open internetaansluting is onzes inziens in beginsel onacceptabel en kan het beste – zo mogelijk – worden gemeden.

Het is dan ook moeilijk te verklaren waarom de gereformeerde gezindte internet kennelijk zonder slag of stoot accepteert. Velen beschikken inmiddels over een open internetaansluiting. Met name binnen de gezinnen met opgroeiende kinderen wordt gemakkelijk gezegd dat een open internet noodzakelijk is. Hoewel de scholen het tegendeel beweren.
Onderzoek heeft uitgewezen dat ruim 40 procent van de leerlingen van het reformatorisch voort-gezet onderwijs thuis over een open internetaansluiting beschikt. De gratis aanbiedingen hebben het internetgebruik in de gezinnen sterk gestimuleerd.
De remmingen die er bij een groot deel van de gereformeerde gezindte zijn ten opzichte van de televisie, blijken er ten opzichte van internet niet te leven. Terwijl de verleidende gevaren van een open internetaansluiting bepaald niet minder zijn. Het aanbod van internet staat de gebruiker immers op elk gewenst moment van de dag ter beschikking?

Het is van groot belang om je eerlijk af te vragen of je een internetaansluiting nodig hebt. Wie tot de conclusie komt de internettechniek nodig te hebben, adviseren we eerst te onderzoeken of RDNet een goed alternatief kan zijn. Hetzij om alleen te kunnen e-mailen, hetzij om gebruik te maken van het ruime aanbod informatie uit het krantenarchief van het Reformatorisch Dagblad, hetzij om toegang te krijgen tot een ruime, brede en zich steeds uitbreidende selectie van ver-
antwoorde sites.
Of willen we perse alles hebben wat mogelijk is? Alles zien wat de wereld biedt? Misschien wel denkend dat we sterk genoeg zijn om het slechte te weren. Bidden we voor het eten “en leid ons niet in verzoeking” en kruipen we na het eten achter de computer om de hele wereld af te shoppen? Je moet er maar mee leren omgaan? We weten toch wel beter?
 

Wie kwalijke kanten van internet ziet,
wil zichzelf en de zijnen beschermen

RDNet klinkt velen inmiddels bekend in de oren. Maar over de inhoud bestaat nog heel wat verwarring. De een heeft het over het RD-filter: maar dat bestaat helemaal niet. De ander denkt dat het RDNet vast ontoereikend zal zijn voor zijn behoeften. Misschien, maar zo zeker is dat niet. Om aan die onbekendheid met RDNet een einde te maken, beschrijven we hier eerst het basisprincipe van RDNet en de verschillende producten.

RDNet wil de voordelen van internet benutten en de kwalijke kanten weren. Wij zijn ervan overtuigd dat we met RDNet onze gereformeerde gezindte dienen. Niet omdat we die gezindte willen betuttelen. Maar omdat de gezindte er zelf om vraagt. Want wie de gevaarlijke, verleidende kanten van internet heeft gezien – en bovendien iets begrijpt van ons natuurlijke hart – zal behoefte hebben om zichzelf en anderen zoveel als redelijkerwijs mogelijk is te beschermen.

RDNet heeft een drietal producten ontwikkeld; een Basispakket, een Infopakket en een Pluspakket.
RDNet-Basis is bestemd voor degenen die de elektronische postbus willen gebruiken, maar verder geen gebruik willen maken van internet. Wie een abonnement neemt op dit pakket krijgt de mogelijkheid om te e-mailen en te telebankieren.
RDNet-Info is uitgebreider dan het basispakket. Naast e-mail en telebankieren kan de abonnee ook in het archief van het Reformatorisch Dagblad grasduinen. Sinds 1996 zijn alle krantenartikelen digitaal bewaard en vormen een schat aan informatie. Een zoekmachine maakt het gemakkelijk om op allerlei trefwoorden te zoeken.
RDNet-Plus biedt alle voorgaande mogelijkheden, maar geeft tevens toegang tot een groot aantal verantwoorde, geselecteerde en gerubriceerde internetsites. Nuttige sites worden toegelaten tot de RDNet-Plusvoorraad, slechte informatie blijft buiten beschouwing en zal door de RDNet-Plusabonnee niet kunnen worden benaderd. In de loop van de tijd worden steeds meer sites gescreend en toegelaten en wordt RDNet-Plus steeds completer.
Een zoekmachine zal het gericht zoeken binnen de voorraad sites vergemakkelijken. Wie een abonnement neemt op RDNet-Plus krijgt tevens de toegang tot onze digitale krant.

Feilbare filters
Vaak wordt gedacht dat RDNet een filter is. Dat is echter niet waar. Filters werken namelijk volgens een ander principe. Bij een filter zijn in principe alle sites toegankelijk, met uitzondering van die sites die door dat filter geweerd worden. Deze staan als het ware op een ‘zwarte lijst’. Vandaar ook dat gesproken wordt van het principe van blacklisting.
RDNet geeft géén toegang tot internet, behalve tot die informatie die geschikt en verantwoord wordt geacht. Dit principe wordt whitelisting genoemd. De toegang wordt dan niet geregeld door een filter, maar door mensen die sites screenen aan de hand van duidelijk criteria. De wijze waarop het RD werkt heeft zowel voor- als nadelen. Voordeel is dat de selectiecriteria duidelijk hanteerbaar zijn en wat wordt aangeboden goed controleerbaar is en netjes gerubriceerd kan worden. De werkwijze van RDNet garandeert verantwoorde informatie. Maar tegelijk moet gezegd worden dat deze werkwijze tijdrovend is. Er is daarom een softwareprogramma ontwikkeld – SiteAnalist – dat de screeningsprocedure aanzienlijk verkort. Sites worden sneller in kaart gebracht, waarna wordt besloten om de site al of niet toe te laten. Tevens worden veranderingen in sites gesignaleerd.
Filters hebben het voordeel – als je dat tenminste voordeel wilt noemen – dat nagenoeg alle beschikbare informatie toegankelijk is. Nadeel is echter dat de beste filters ongeveer 80 procent van de slechte informatie filtert. Dat betekent dat 20 procent wel toegankelijk is. Bovendien weert een filter slechts een aantal categorieën, zoals pornografie, godslastering en geweld. Veel andere verwerpelijke informatie valt niet binnen deze categorieën en blijft toegankelijk. Een filter is een hulpmiddel voor hen die absoluut door alle informatie heen moeten kunnen surfen. Maar laten we alstublieft niet te snel zeggen dat dat nodig is. De meeste mensen gebruiken in de praktijk slechts een zeer beperkt aantal sites.
Voor RDNet zijn filters (nog) te feilbaar om daarmee te werken. Temeer omdat er altijd (technische) mogelijkheden zijn om het filter te omzeilen.

Persoonlijke profielen
RDNet-Plus bevat veel geselecteerde sites. Maar ongetwijfeld weet u sites die wel verantwoord zijn, maar nog niet beschikbaar op RDNet. De adressen van deze sites kunt u aanleveren. Het kan ook zijn dat u sites nodig heeft voor uw werk, maar die niet op RDNet-Plus staan en ook niet geschikt zijn voor alle RDNet-gebruikers. Dan biedt RDNet de mogelijkheid om deze sites voor u open te zetten en blijven ze voor andere gebruikers gesloten. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan medische informatie. Of een groep juristen die toegang moet hebben tot allerhande jurisprudentie (ook van zedenmisdrijven). ‘Persoonsgebonden profielen’ zijn dus mogelijk.
 

RDNet staat in de voorhoede;
heeft daarom steun in de rug nodig

Het RDNet vraagt om de nodige investeringen. Weggegooid geld, roept de een. Nee, zegt een ander, ga door! Had het RD er niet aan moeten beginnen? Loopt het RD achter de feiten aan? Is het geen haalbare zaak? Toch wel, meent het RD. Het RD ziet het als taak, als opdracht, dienstbaar te zijn aan de achterban. Niet om te bevoogden, wel omdat de gevaren van het internet nog veel te weinig worden onderkend. Er wordt hard gewerkt aan de verbetering van de RDNet-producten. Omdat de gezindte daar recht op heeft. Maar tevens is de medewerking van de gezindte van het allergrootste belang.

Deskundigen zijn van mening dat in de toekomst het aanbieden van gerichte, gerubriceerde en gecategoriseerde informatie van groot belang zal zijn. De hoeveelheid beschikbare informatie op internet is immers veel te groot. Daarin kan niemand meer snel en effectief zijn weg vinden. In de RDNet-filosofie speelt deze gedachte ook een grote rol. Om enerzijds te komen tot het aanbod van inhoudelijk verantwoorde informatie, om anderzijds deze informatie ook handzaam te ordenen voor de gebruiker. RDNet wil geen oceaan aan informatie bieden, maar informatiestromen kanaliseren. Dit in combinatie met een zoekmachine voorkomt dat onnodig lang gezocht moet worden naar de gewenste informatie. Eindeloos surfen is niet nodig. Ook dat vinden we belangrijk. Want hoe we onze tijd invullen doet er wel degelijk toe.

RDNet kent drie zorggebieden: techniek, geld en draagvlak van de gereformeerde gezindte.
Wat betreft de financiën heeft de Erdee-holding inmiddels enkele miljoenen guldens geïnvesteerd. Het bedrijf is bereid om ook komende jaren investeringen te plegen, mits de RDNet-producten op zeker moment rendabel worden. Dat zal weer afhangen van het draagvlak binnen de gereformeerde gezindte. Als de gezindte massaal een open internetaansluiting afwijst en besluit de RD-initiatieven daadwerkelijk te steunen, zal er gebouwd kunnen worden aan een prachtig alternatief dat voor de meeste mensen in de gereformeerde gezindte toereikend zal zijn.
Als de gezindte massaal de keuze maakt voor een open internetaansluiting, houdt op een gegeven moment de verantwoordelijkheid van de Erdee-holding op. Financiën en draagvlak zullen ook weer bepalend zijn voor de mogelijkheden om de technische voorzieningen te kunnen ontwikkelen. Het één kan en mag dus niet worden losgezien van het ander.

Loopt het RD achter de feiten aan? Zijn we feitelijk al te laat? Als we zien naar het aantal
mensen uit de gereformeerde gezindte dat inmiddels een open internetaansluiting heeft, zou je bevreesd worden te laat te zijn. We moeten ons echter bedenken dat de start van RDNet gepaard ging met een diepgaande discussie binnen de gereformeerde gezindte. Om in deze discussie niet aanscherpend te werken, besloot de raad van bestuur tot terughoudendheid. Inmiddels stonden de ontwikkelingen niet stil en internet veroverde de wereld en hield geen halt bij de gereformeerde gezindte. Nu, slechts enkele jaren later, groeit het besef dat er hard gewerkt moet worden aan een verantwoord alternatief. Het RD verwijten dat het te laat is, is onzes inziens onterecht. Bovendien is het RD niet te laat. Wij betreuren vanzelfsprekend dat er zoveel mensen een open internetaansluting hebben. Velen zullen echter niet weten welke verleidingen ze daarmee ‘in huis’ gehaald hebben, maar daar wel achterkomen. We hopen en verwachten dat velen vervolgens zullen besluiten alsnog een beroep te doen op de RDNet-producten. Intussen blijft RDNet hard werken aan de verbetering van de technische communicatiemogelijkheden en de inhoud van de producten.
De samenwerking met reformatorische scholen is verder uitgebouwd. De markt voor het bouwen en onderhouden van websites groeit ook sterk. Er zijn daarbij steeds meer ondernemers die de grote gevaren van internet zien en voor wie het RD met bepaalde profielen maatwerk kan leveren. Laat dus de praktijk niet zien dat velen verwachting hebben van de RDNet-plannen?

Voert RDNet een achterhoedegevecht? Nee, integendeel. RDNet heeft het gevoel in de voorhoede te staan. Maar wil je op die (soms eenzame) plaats staande blijven, dan heb je wel steun in de rug nodig.
 

Reformatorische scholen kiezen
voor verantwoorde toegang

Nederland gaat digitaal. Het onderwijs moet digitaal. Minister Hermans heeft op de congresdag voor het onderwijs op 25 januari nog eens benadrukt dat hij het van belang acht dat de scholen onderling verbonden zijn. En de scholen worden nu aangesloten op de digitale snelweg. Het voortgezet onderwijs moet in dit voorjaar aangesloten zijn op de kabel van Kennisnet. Het primair onderwijs moet voor het einde van het jaar aangesloten zijn.

Ook het reformatorisch onderwijs moet digitaal. Het primair onderwijs moet voldoen aan de kerndoelen. Eén kerndoel gaat over het omgaan met de nieuwe media. De overheid verstaat daaronder het leren e-mailen en het kunnen zoeken van informatie op internet. Het voortgezet onderwijs heeft te maken met kerndoelen en exameneisen. Voor sommige vakken wordt overwogen het examen per computer af te nemen, waarbij het zoeken van informatie via internet onderdelen van de opgaven zijn. Binnen het reformatorisch onderwijs wordt het belang gezien van het leren van vaardigheden op dit gebied. Ook wordt de onderwijskundige meer-waarde van het kunnen gebruiken van digitale informatiebronnen ingezien. Daarbij realiseert het onderwijs zich dat er nog veel gedaan zal moeten worden voordat er echt sprake is van een goede integratie van ICT in het onderwijs. In een schrijven van 31 mei 2000 hebben de Ridderkerkse organisaties: AGS, BGS en VGS, de besturen en directies voor primair onderwijs geadviseerd positief te reageren op het aanbod de school aan te laten sluiten op de Kennisnetkabel. Het laten aansluiten was één beslissing. Het gebruik maken van de basisdienst van Kennisnet is een andere. De scholen staan nu voor de beslissing op welke wijze zij deelnemer worden in het digitale snelverkeer.

Onzekerheden
Er zijn nogal wat onzekerheden bij het realiseren van digitaal snelverkeer voor de onderwijs-situatie. Wat is de werkelijke onderwijskundige behoefte van dit moment en wat zal de onderwijskundige behoefte in de nabije toekomst zijn? Wat zijn de mogelijkheden voor scholen als zij geen gebruik maken van de Kennisnetkabel, maar besluiten het digitale transport via ISDN of ADSL (veredelde telefoonlijnen) te laten verlopen? Zal de minister besluiten het transport via de kabel los te koppelen van het gebruik van de content (de informatie) van Kennisnet als mevrouw Lambrechts (D66) en Dhr. Van der Vlies (SGP) daar op aan zullen dringen in het overleg wat de minister met de Tweede Kamer heeft over het ICT-dossier? Zal de minister Kennisnet dwingen de basisdienst op te splitsen naar gebruik van de infrastructuur (o.a. de kabelverbinding) en de overige basisdiensten zoals het gebruik maken van de content (de inhoud) en een e-mailadres voor alle leerlingen vanaf groep 5 van de basisschool? Of zal de basisdienst één geheel blijven, zodat voor het gebruik van de kabel het volle bedrag van f 12,28 per leerling van de basisschool afgedragen moet worden, ook al wordt er geen gebruik gemaakt van de inhoud?

Zekerheid
Eén ding is wel zeker: het reformatorisch onderwijs kiest er voor de leerlingen op een verantwoorde manier toegang te bieden tot digitale informatie. Dat daarbij opvoedings- en leertraject noodzakelijk zijn, staat voor iedereen vast. Dat jonge kinderen beschermd moeten worden en oudere leerlingen begeleid geconfronteerd moeten worden met de werkelijkheid van en in deze maatschappij is al meermalen verwoord en beschreven en zal in gezin en school waar gemaakt moeten worden.

Voortgezet Onderwijs
In het licht van het bovenstaande is het reformatorisch voortgezet onderwijs, na een periode van onzekerheid, tot een besluit gekomen. Het reformatorisch voortgezet onderwijs wil leer- lingen op verantwoorde wijze leren omgaan met digitale informatie. Het voortgezet onderwijs wil daarbij over verschillende mogelijkheden van verlenen van toegang tot informatiegebieden beschikken. Het onderwijs wil daarbij gebruik maken van de methode van insluiten van verantwoorde informatie en van uitsluiten verkeerde informatie. In vaktermen gebruik maken van whitelisting en van blacklisting. Om dat te kunnen realiseren is besloten een eigen computer als proxyserver te plaatsen naast de computer van Kennisnet. Kennisnet zelf kan ons deze mogelijkheden (nog) niet bieden. Hierdoor wordt het mogelijk via de Kennisnetkabel naar deze computer te gaan. De school kan via deze computer aan groepen leerlingen, maar ook aan docenten toegang verlenen tot de ‘whitelisting’ en/of de ‘blacklisting’. Voor whitelisting wordt gebruik gemaakt van het RDNet-Plus. Voor de blacklisting wordt gebruik gemaakt van filtering door ASG.

Primair onderwijs
Het reformatorisch onderwijs kiest ervoor leerlingen op een verantwoorde manier toegang te bieden tot digitale informatie. Voor het primair onderwijs wordt daarbij gedacht aan informatie via whitelisting, zoals het RDNet-Plus dat kan bieden. Of het primair onderwijs daarbij gebruik gaat maken van de Kennisnetkabel heeft onder andere met financiële overwegingen te maken. Voor het reformatorisch primair onderwijs is er de vraag naar het identiteitsgehalte en de relevantie van de informatie op Kennisnet voor de leerlingen. Als die er (nog) niet is en er weinig digitaal snelverkeer is, kan overwogen voorlopig gebruik te maken van de ISDN-telefoonlijn of straks van de ADSL-mogelijkheden, waarbij RDNet als provider kan fungeren.

Onderwijs en RDNet
Als het onderwijs gebruik gaat maken van het RDNet-Plus is van belang dat er zorg gedragen wordt dat binnen het RDNet-Plus die informatie te vinden zal zijn die voor de onderwijskundige toepassing van belang is. Dat het RDNet-Plus aansluit op de vraag van het onderwijs. Hierover worden afspraken gemaakt tussen het RD en het onderwijs. Het RD en het onderwijs hebben daarbij een gezamenlijke inspanningsverplichting. Het onderwijs draagt er zorg voor dat de vragen geformuleerd worden, het RD draagt er zorg voor dat de informatie gescreend wordt en beschikbaar gesteld wordt. De internetselecteurs die voor de commissie Reformatorische Filtering Internet actief geweest zijn, zullen nu gevraagd worden hier hun bijdrage aan te leveren.
Het RD zal tevens zorgdragen voor een goed zoeksysteem. Docenten, leerlingen en alle gebruikers van het RDNet-Plus kunnen daar gebruik van maken.
RD en onderwijs maken zich samen sterk voor verantwoorde digitale informatievoorziening die bijdraagt aan een meerwaarde voor het onderwijs.
 

Dienende taak van een mediabedrijf

Op een bovenkamer in een een Driebergse woning zit een aantal mannen bijeen.
’t Is 1968. Er heerst bij hen grote zorg over de wijze waarop de gereformeerde gezindte via de dagbladen wordt geïnformeerd. Zaken die voor die gezindte teer liggen, worden in die bladen te zeer afgedaan als fundamentalisme. Zou het niet mogelijk zijn om een eigen reformatorische krant op te richten? Dat zou een goed middel kunnen zijn om onze gezindte van eerlijke en verantwoorde informatie te voorzien. Bovendien kunnen door middel van zo’n dagblad de reformatorisch beginselen breed worden uitgedragen.

Als in hetzelfde jaar de Stichting Reformatorische Publicatie wordt opgericht, verwoorden de statuten deze doelstelling. Er ligt een offensief aspect in: het breed verspreiden van de reformatorische beginselen. Aan ieder die het maar horen wil. Er ligt tegelijk een defensief aspect in: bescherming van de gereformeerde gezindte tegen verkeerde beïnvloeding door eenzijdige informatie en valse wind van leer. Een dam opwerpen tegen de tijdgeest werd het later genoemd. Een hoog doel, een hoge verantwoordelijkheid.

Zoals de naam van de stichting al aangaf, was het de bedoeling te opereren als mediabedrijf. In eerste instantie leek een reformatorisch dagblad het aangewezen middel om dat doel te bereiken. En inmiddels mag deze krant – van orthodox gereformeerde signatuur – al dertig jaar een vertrouwde plaats innemen binnen de gereformeerde gezindte. Huisvriend zijn, een product afleveren waarin slechte informatie wordt geweerd en nuttige en eerlijke informatie wordt gebracht.
De Stichting Reformatorische Publicatie zag meer mogelijkheden om haar ideële doelstellingen te verwezenlijken. In 1983 verscheen het familieblad Terdege. Ter ondersteuning van de adverteerders (met name de middenstanders uit de eigen gezindte) werd vervolgens een reclamebureau gestart (KRB Reclame). Het Reformatorisch Dagblad verschijnt zowel in papieren vorm als in digitale vorm. Vanuit de gehele wereld kan kennis worden genomen van het (digitale) Reformatorisch Dagblad. En daarmee krijgt ook de doelstelling van brede verspreiding van reformatorische beginselen nader gestalte.

De laatste jaren hebben zich grote veranderingen voorgedaan op het gebied van media en op het terrein van informatie- en communicatietechniek. De informatiestroom neemt toe. Vrijwel de gehele wereld is voor iedereen bereikbaar. Maar wie weet zijn weg nog te vinden in die brede informatiestroom? En wie kan het kaf scheiden van het koren? De Erdee-holding ziet met zorg aan hoe de informatiestroom het leven binnenkomt en ook de gereformeerde gezindte niet voorbijgaat, zelfs de beslotenheid van gezinnen zal openbreken. Daarom is de grondgedachte van de Erdee ook: distantie! Wees voorzichtig! Haal geen dingen in je bedrijf of huis die je verkeerd beïnvloeden. Die (te grote) verleidingen in zich bergen. Dagelijks bidden we: “En leid ons niet in verzoeking”. Zoek die verleiding dan ook niet op, maar probeer zoveel en zolang als redelijkerwijs mogelijk is, afstand te houden. Met een open internetaansluiting haal je veel verleiding wel ‘binnen’. Die is – in beginsel – onverantwoord.
Maar wie besluit om wel een internetaansluiting te nemen – hetgeen zijn/haar eigen verantwoordelijkheid is – adviseren wij te zoeken naar een beschermend alternatief. Zo’n alternatief wil de Erdee-holding met RDNet bieden. De doelstelling van de holding is in 2001 immers niet anders als in 1968? Daarom wil de Erdee-holding door middel van RDNet verantwoorde informatie – en communicatiemogelijkheden bieden aan abonnees. Zakelijke gebruikers wil zij een verantwoorde plaats op internet bieden.

Ligt op het gebied van internet niet juist een taak bij de kerken? Helaas bestaat er tussen en binnen de kerken verdeeldheid. Bovendien is het wel de taak van kerken om Wet en Evangelie te prediken, om een leven in dienst van de Heere aan te prijzen en concreet te maken wat rechtvaardiging inhoudt, maar tevens wat levensheiliging betekent. Maar het is niet de taak van
kerken om een mediabedrijf te vormen. Ook de scholen hebben een eigen taak. Zij dienen, evenals de kerken, gewetensvormend bezig te zijn. Concrete bescherming op internetgebied kunnen ook zij niet bieden. De Erdee-holding heeft inmiddels dertig jaar ervaring op mediagebied. Al die tijd is zij al bezig om uit de enorme hoeveelheden aangeboden informatie het nuttige te selecteren en het slechte te weren. Zo een product samenstellend dat door bijna 60.000 gezinnen op prijs wordt gesteld. Het maken van een krant vereist ook technische bekwaamheid. Het produceren en verspreiden van een digitale krant kan alleen door middel van technisch hoogwaardige apparatuur. Deze kennis en apparatuur kunnen breder ingezet worden. De Erdee-holding neemt een overkoepelende plaats in binnen de gezindte. Bereikt nog de breedte van de gezindte. Waar – helaas – de kerken verdeeld zijn, de politiek geplitst is, de scholen hoogstens plaatselijk of regionaal de gezindte overkoepelen, mag het RD nog een breed geaccepteerde plaats hebben binnen de gehele gezindte.
Daarom ziet de Erdee-holding een verantwoordelijkheid liggen op het gebied van de moderne media. Daarom wil zij door middel van het providerschap de gezindte dienen met RDNet, een product dat verder ontwikkeld moet worden. Maar waarmee het grootste deel van de gezindte een goede vervanger voor het open internet kan hebben. De scholen zijn daarvan inmiddels overtuigd en willen voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezette onderwijs al gebruik maken van RDNet-producten.

Had dat niet sneller gekund? De visies op internet wisselen sterk; daarmee moet RDNet rekening houden. De één vindt dat het RDNet te traag van start gaat, maar een ander vindt dat het RD zich afzijdig(er) moet houden van de ontwikkelingen op ICT-gebied. Bovendien speelt een rol dat RDNet-Plus een groeiproduct is. Dagelijks wordt er hard aan gewerkt om het product te optimaliseren. Maar dat kost tijd, want er zijn ook veel technische uitdagingen aan te gaan. Een voorbeeld daarvan SiteAnalist. Dat is een uniek softwareprogramma dat speciaal voor RDNet is ontwikkeld. Een andere factor vormt de financiële spankracht. De Erdee-holding heeft inmiddels enkele miljoenen in de digitale producten geïnvesteerd. Dit bedrag is echter heel beperkt in vergelijking tot hetgeen andere ondernemingen in hun internetactiviteiten steken. Anderzijds mag ook gezegd worden dat er in de afgelopen jaren met weinig middelen heel veel tot stand is gebracht. De digitale krant oogst in medialand veel lof en internet-deskundigen hebben aangegeven dat RDNet-Plus de enige absoluut veilige manier is om confrontatie met slechte informatie te voorkomen. Ondanks de vele obstakels en uitdagingen is er – het zij nogmaals gezegd – veel gepresteerd. Niet dat het RDNet daarmee tevreden is. Er moet nog zeer veel gebeuren. RDNet is er wel van overtuigd dat RDNet-Plus binnen afzienbare tijd een volwaardig product is, dat voor velen voldoende informatie biedt. Maar tegelijk is het een product dat groeit met de medewerking van de abonnees. Ook zij kunnen en moeten helpen met het aanreiken van nieuwe suggesties van goede en verantwoorde sites. RDNet-Plus is onze gezamenlijke verantwoordelijkheid.
 

Tekenen eindtijd gegeven
ter aansporing en vertroosting

Staat internet in het teken van de eindtijd en kunnen we hierin het teken van het beest herkennen waarvan in het boek Openbaring wordt gesproken? ’t Is een hachelijke zaak om je, als niet-theoloog, uit te spreken over dergelijke vragen. Waar een man als Calvijn zijn mond dichthield, moeten andere theologen dubbel voorzichtig zijn, leken driedubbel. Een bescheiden reactie dus.

Er zal een einde komen aan deze bedeling. Over de slotaccoorden van deze wereld is Gods Woord sober. Het antwoord op de vraag hoe het in het laatste der tijden wezen zal, bevindt zich in het tussengebied van geopenbaarde en verborgen zaken. De eeuwen door hebben we gezien hoe mensen, aan de hand van de geopenbaarde zaken, ook de verborgen invulling probeerden te geven. Maar ook andersom. Er waren mensen die zoveel afstand van de niet-geopenbaarde zaken hielden, dat ze ook geen oog meer hadden voor de tekenen, zoals de Heere die zelf aangeeft. Twee klippen waarvoor we ons moeten hoeden. Ons hoeden voor speculaties, maar tevens het Woord van de Heere Jezus ter harte nemen: “Ziet, ik heb het u voorzegd” (Mt. 24:25).

Hoofdlijnen
Het bijbelboek Openbaring tekent in enkele lijnen het laatste der dagen, een weg van toenemende chaos, maar uitlopend op de wederkomst van Christus. In het geschetste scenario wordt in Openbaring 13 gesproken over een beest dat opkomt uit de zee en een beest, opkomend uit de aarde. Droeg het eerste beest aan zijn hoofd de naam godslastering, het tweede – hoewel sprekend als een draak – draagt hoornen als van een lam, daarmee suggererend op te treden in de geest van Christus.
Uitleggers zien in het eerste beest de vele wereldrijken, heersers, machtigen die te vuur en te zwaard trachten het christendom uit te roeien. Verwoestend gaat het tekeer, het herstelt zich van dodelijke verwondingen, lijkt onoverwinnelijk. De goddeloze wereld valt dit beest bewonderend en aanbiddend te voet.
Het beest uit de aarde heeft geen andere bedoelingen, maar heeft wel een andere werkwijze. Waar het eerste beest niet slaagt door middel van geweld, probeert het tweede beest het doel te bereiken met list en verleiding. Het oefent zijn macht uit door grote tekenen en wonderen, door zelfs aan beelden van het beest een geest te geven en is ten leste zelfs in staat een boycot door te voeren. Wie het teken van het beest niet draagt, zal het functioneren in de maatschappij onmogelijk gemaakt worden.
Dit beest komt op uit de aarde, uit de gewone loop der dingen, de gewone orde der dingen, maar zal geleidelijk zijn verleidende kracht vergroten.

Aspecten
Herkennen we in internet het teken van het beest? Er is in internet zeker een aantal aspecten terug te vinden, die je doen denken aan de werkwijze het beest uit de aarde. Nieuwe tijden, nieuwe uitvinden en ontwikkelingen. ’t Lijkt allemaal zo logisch en vanzelfsprekend. Maar ondertussen sluipen verleidende krachten binnen. Zeker, ze zijn er altijd geweest. Satan weet de zwakke plekken van een mens wel te vinden. Maar hier gebruikt hij de technische vooruitgang om die verleiding nóg dichter aan het menselijk hart te leggen. Dringend en dwingend de mens te bewegen tot zonde. En daarmee tot aanbidding van de antichrist. Wie zal dan staande blijven? Hartvernieuwende genade is nodig, de vreze des Heeren moet in beoefening zijn; het gebed levend: Wend, wend mijn oog van de ijdelheden af.
Daarom is een zekere distantie van al deze technische ontwikkelingen zo nodig. We mogen ons niet te gemakkelijk laten meeslepen met nieuwe ontwikkelingen, maar eerst toetsen wat de voordelen maar vooral ook de nadelen zijn. Wat de risico’s voor onze lichamelijke en geestelijke gezondheid zijn. Proberen te voorkomen dat we worden uitgeleverd aan de verleidende krachten van het beest.
Distantie alvorens we besluiten tot de aanschaf van een internetaansluiting. Maar vervolgens ook distantie in de wijze waarop we gebruik maken van de internettechnieken. Niet nodig? Niet doen! Wel nodig? Zoek dan zoveel mogelijk bescherming voor uzelf en de uwen.

Laatste der dagen
Staat internet in het teken van de eindtijd? Vanzelfsprekend. Maar internet niet alleen. We leven in het laatste der dagen. Alle ontwikkelingen duwen en stuwen ons in de richting van de tweede komst van Christus. De tekenen van de eindtijd, zoals gegeven in het boek Daniël, in Matthéüs, in Openbaring, zijn wel op één of andere wijze herkenbaar in de tijd waarin wij leven. Hij komt!
De wetenschap dat alle ontwikkelingen, ook die op het gebied van informatie- en communicatietechnologie staan in het teken van de eindtijd geeft ons geen antwoord op de vraag hoe “er dus mee om te gaan”. Ze zijn ons gegeven als voorzegging. Je zult het zien; dát staat te gebeuren. Gevraagd naar de eindtijd antwoordde eens bisschop Irenaeus relativerend: “Hoe het gaan zal weten we niet precies; maar als het zover is, zullen wij het weten”.
De tekenen van de eindtijd zijn ons ook niet gegeven om onze rekensommen te maken. Om tot speculaties te komen waar, wanneer en hoe die wederkomst zal plaatshebben. Wel zijn ze ons ge-geven tot aansporing. Hij komt! Maar hoe zal hij ons vinden? Gevangen in het web van de zonden? Verleid door de aantrekkingskracht van het beest? Dat beest aanbiddend? Hij komt! Hoedanig is uw leven?
De tekenen van de eindtijd zijn gegeven tot vertroosting. ’t Zal er niet gemakkelijker op worden voor allen die Zijn verschijning hebben liefgekregen. Die – door vernieuwende genade – zich met hart en ziel verbonden weten aan het Woord, aan de God van het Woord, aan de Zoon des mensen, Die Zijn leven gaf tot een rantsoen van velen. Hij komt! ’t Vraagt om een geestelijk antwoord: Ja, Kom!
“Daarom, zijt ook gij bereid; want in welke ure gij het niet meent, zal de Zoon des mensen komen” (Mt. 24:44).