Ict & Media | 22 mei 2001 |
Begrensd filteren
Workshop drs. ir. R. Nijhoff Opvoeden is opvoeden tot zelfstandigheid en verantwoordelijkheid. Daarmee is een grens gesteld, zeg maar de '18+ grens', maar ook een doel: verantwoordelijkheid.Het is mijn overtuiging dat kerken en christenen een beheer-verantwoordelijheid hebben in Gods schepping. Die houdt niet op als wij mensen die schepping verder ontwikkelen, integendeel, daardoor neemt deze beheerverantwoordelijkheid toe. Goed beheer vraagt kennis van zaken, en ook voorbereid zijn op het hebben leren nemen van verantwoordelijkheid. Uiteraard is het terecht je te distantiëren van zonde-stimulerende ingrediëntenen zoals die via cultuur-vormen de zonde in ons hart aanspreekt, maar het is niet in de lijn van het gedrag van Daniël je bij voorbaat terug te trekken van de cultuurvormen zelf. Hij bleef deelnemen aan de 'Babylonische heropvoeding' van de Judese adel. Maar hij weigerde varkensvlees, en gaf aan welk menu hij wel accepteerde. Hij accepteerde de baan van top-bestuurder van een rijk met ongetwijfeld veel goddeloosheid, maar bleef ook bidden op zijn tijd en wijze. Zijn vrienden weigerden te buigen voor het beeld van Nebukadnezar. Een eigentijds voorbeeld is de invoering van het studiehuis. Daar zitten tamelijk bedenkelijke pedagogische inzichten in mee. Toch is daarmee deze opzet als vorm niet zelf verwerpelijk. Wel zal een Reform. school op de overdracht van de eigen waarden alert blijven, en op onderdelen een eigen invulling kiezen. Dat past m.i. bij het gebed van Christus zelf in Joh 17: Hij vroeg bewust niet dat Zijn Vader zijn kinderen uit deze wereld zou wegnemen, maar dat Hij ze zou bewaren tegen de duivel zelf. Dus mijn insteek is: pak culturele mogelijkheden zo positief en aktief mogelijk op. Met aktieve bezinning op wat je er wel en niet mee wilt. Niet omdat de mens of zelf een christen wel mondig en sterk genoeg is om 'de knop te bedienen', maar omdat we die beheer-verantwoordelijkheid zo in elk geval nemen, en daarbij dan ook zullen bedenken dat we in de uitvoering zondaars zijn: m.a.w. hoe kunnen we een verantwoord gebruik ondersteunen, gegeven dat 'de gelegenheid de dief maakt', of liever: de dief tot daden brengt. Bijv. door PCs die voor internetten bedoeld zijn in publieke ruimtes te plaatsen. Op de zin van dat soort maatregelen inclusief filteren wil ik verder ingaan. Om de discussie te stimuleren geef ik prikkelende voorbeelden. Allereerst een observatie van Jan van der Stoep zelf, die aanvankelijk was gevraagd voor deze workshop. Hij schreef een artikel Media en seksualiteit in Beweging, het blad van de Ref. Wijsb., maart 2000 pp.14 17 [aan te vragen via of 033 465 7078]. Ik vat een passage op p.16 samen: een gevaar van schone providers of internetblockers is de suggestie dat je gevrijwaard bent van een ondermaatse seksuele moraal. Terwijl de verhulde vormen daarvan minstens zo invloedrijk zijn (minimale kleding; bewegingen; suggestie in teksten/afbeeldingen). Om dit uit te werken met een voorbeeld: de groep 'Doe maar' [de naam alleen al!] heeft op één van hun nieuwe CDs 4 onderbenen gefotografeerd, 2 mannelijke op de grond; plus 2 daarnaartoe gerichte vrouwelijke onderbenen een eindje in de lucht. Zo'n CD-hoes komen leerlingen bijvoorbeeld in Rails in de trein tegen. Dit voorbeeld toont de invloed juist van verhulde seksualiteit. Drie stellingen nu: Filteren of categoriseren: een compromis tussen te grote mazen of te kleine. a) Controle op dergelijke 'verhulde' zaken, op indirecte associaties is technisch ondoenlijk. Of je filtert teveel weg, of the laat teveel door. Om te beginnen daarom nog een keer het positieve van de RD aanpak mbv een menselijk 'selectie-team': dat werkt dan in elk geval beter dan een technisch filteren op kenmerken. Daartegenover heeft dit 'menselijk filter' een praktisch nadeel: de werksnelheid het web groeit sneller dan de pagina's die beschikbaar komen, en zeker de oudere leerlingen zullen 'bij' willen zijn. Maar er zijn meer zaken dan dit soort praktische begrenzingen. Een geschoond net suggereert een eigen veilige toren van Babel? Valse gerustheid! b) Het punt blijft echter dat er (niet enkel seksueel) veel 'verhulde' waarden-verschuivingen denkbaar zijn: internet is geen instrument is zoals een hamer (dat je gebruikt zonder erop te gaan lijken), maar een omgeving: wonen in Duitsland maakt je steeds meer een Duitser. Juist een RD-NetPlus kan de suggestie van veiligheid versterken. De wereld bouwt met het Web aan een Babel. Maar de vraag is: als wij een muur bouwen om de toren van Babel heen, zitten wij dan aan de veilige kant, of hebben we daarmee onze eigen toren van Babel gebouwd? Ons refo-ghetto? Waarom is die suggestie van veilgheid zo tricky? Omdat je misschien vaak term hoort over 'valse gerustheid' en daarmee kun je mensen gemakkelijk bang of onzeker maken maar dit is dan een concreet voorbeeld van valse gerustheid. Een muur houdt zonde niet buiten. Denk aan de kloosters. Zonde zit van binnen. Dat is één reden dat de veiligheids-suggestie een waanidee is. En de tweede reden is dan meteen duidelijk: diezelfde neigingen zitten ook in mensen die we vertrouwen en hoog achten. Daarover meer naar aanleiding van de volgende stelling: Opvoedingsverantwoordelijkheid laat zich niet uitbesteden of afkopen. c) Niet alleen de suggestie van veiligheid kan schadelijk werken, ook het mechanisme van uitbesteding: het per selectie of filter 'afkopen van opvoedingsverantwoordelijkheid' lijkt mij ronduit slecht. Ouders die te druk zijn met andere besognes, vooral pa op z'n werk. Of ouders die beweren dat ze 'de tijd' of 'hun kinderen' 'niet meer bij kunnen benen': dat mag boven de 60 misschien waar zijn, maar daarbeneden wijst het eerder op een gebrek aan tijd steken, en energie, in het begrijpen van de wereld van je kinderen. Onverantwoord. Iets toevertrouwen aan andere mensen is normaal, maar: hoe vertrouwen we wie? Bijv. predikanten. Zelfs een preekstoel is niet bedoeld om kritisch luisteren uit te schakelen, en predikanten die dat met demagogie toch proberen, onderschatten mbt zichzelf de leer van de onze ellende die ze juist brengen. En het RD zullen velen hier vertrouwder voorkomen dan de Telegraaf (hoop ik). Iedere krant moet natuurlijk streven naar een zekere eerlijkheid en objectiviteit; maar elke lezer kan toch maar beter bedacht zijn op tendentieuze berichtgeving. Vb. de SPITS in de trein over christenen; maar net zo goed het RD: wees kritisch en eerlijk het RD wil 'refo-breed' steunen, wil niet kiezen tussen takken: dus naar mijn idee bevestigen ze graag de bestaande beeldvorming over andere christenen. En intern is het interessant welke kansen prof. Blaauwendraad krijgt. Dan naar het RD-Net: zou een site van of over Blauwendraad in de RD-selectie opgenomen worden? Maar ook wel geselecteerde sites kunnen bepaalde ideeën promoten die het selectie-team wel accepteerde, maar in feite discutabel zijn. Of niet geselecteerd, maar wel belangwekkend. Ik geef expres nog een gevoelig voorbeeld: al sinds de slavenhandel in de 17e eeuw is het reformatorische volksdeel goed in zaken doen. Ten gevolge daarvan kun je 's zondags een rijk wagenpark bij de kerk bewonderen. Sites die beleggingsvormen e.d. weergeven, maar zo ook promoten, zullen gemakkelijk door de criteria komen van een tester, als zijnde 'zakelijk'. Toch ademen ze wellicht niettemin een nogal materialistische sfeer. Ook in het synode-besluit van Oud-Geref en Ger.Gem.in Ned. valt op dat 'zakelijk' internetgebruik in bescherming wordt genomen; maar dat is in elk geval breder dan 'noodzakelijk' (een criterium bij bijvoorbeeld werken op zondag), terwijl de mogelijkheden toto uitstapjes op het werk echt niet minder zijn dan thuis, en het lijkt een juist zinvol privé-gebruik voor bijv. de Cursus Godsdienst Ondewijs uit te sluiten (bijv. sites met christelijke literatuur en achtergrond-informatie bij de Bijbel). Bovendien hebben verschillenden al opgemerkt hoe privé en zakelijk door elkaar lopen. En juist internet faciliteert e-commerce, en daarmee een 7x24-uurs economie: juist het zakelijke gebruik van internet is misschien wel de grootste aanslag op de rust van de zondag! Als 'zakelijk' zoiets als 'openbaar' betekent, 'publiek', dan suggereert het synode-besluit (weer een ongetwijfeld onbedoelde suggestie) dat het openbare leven een ethisch neutraal soort terrein is. Als we filtering of selectie inzetten voor bijvoorbeeld de basisscholen en de eerste klassen van het Voortgezet Ondderwijs, dan is dat mij uiteraard prima. Maar zodra jongeren ouderen worden die vrij bewegen in onze samenleving, en in Internetcafé's terecht kunnen, dan blijft de vraag: HOE leren we omgaan met een niet of beperkt gefilterd web? Ook daarover drie stellingen. Allereerst:Wie kwaad niet onderschat maar generaliseert, geeft de duivel teveel eer. a) Dat leerlingen in de trein reclame voor van alles en nog wat tegen komen daarmee is de 'trein' zelf niet plotseling taboe. Dus: benoem wat werkelijk kwaad is, veralgemeniseer niet. Dit is een discussie-punt, wat mij betreft, maar m.i. is internet niet zelf 'het kwaad' (al komt er nogal wat in mee waarover het belangrijk is met elkaar na te denken). Vooral wat er wordt gepresenteerd is m.i. bepalend, of liever: wat wij er zoeken. Er is een on-line Bible website, inclusief Statenvertaling met kanttekeningen. Er is een website met vrijwel alle werken van alle kerkvaders t/m Augustinus! Dan wordt de vraag dus: hoe leren en stimuleren we doelgericht en selectief op het web bezig te zijn? Dat leren zoeken vind ik erg belangrijk. En dat heeft te maken met de totale gerichtheid van opvoeding, onderwijs en leerling. Beschermende maatregelen zijn in vergelijking daarmee slechts een beperkt hulpmiddel. Vandaar mijn volgende stelling: Sociale contrôle is een belangrijk hulpmiddel, maar ook niet meer dan dat. b) PC's in publieke ruimtes plaatsen (zodat de schermen zichtbaar zijn voor voorbijgangers). Dat is verstandig. Niettemin beschouw ik ook deze vormen van sociale controle ('rode oortjes controle') wel een noodgedwongen, en een vrijwel noodzakelijke aktie, maar niet echt een 'koninklijke' weg. Waarom niet? En daar zit wat mij betreft de crux van mijn verhaal: Zonde laat zich nooit uitbannen, maar verantwoordelijkheid nemen moet je wel leren. c) De aangewezen weg is m.i.: bij de opgroeiende leerling bewust de groeiende eigen verantwoordelijkheid aanspreken en stimuleren. In het besef dat daamee nooit zonde kan worden uitgebannen of zoiets, maar wel dat dit een noodzakelijk onderdeel is van het aantrekken van de geestelijke wapenrusting van Ef 6. In een RD interview van 16 feb jl. met studenten zeiden die: vroeg of laat komen we in aanraking met open internet. En daar moeten we op voorbereid zijn. En dan zijn we weer terug bij het begin: opvoeden is opvoeden tot zelfstandigheid. Samenvattend: naast de voordelen van de selectie-aanpak en de blijvende bruikbaarheid, zie ik als nadelen:a) beperkte mogelijkheden (niet alleen van technisch filteren, maar ook van categoriseren door mensen); b) de valse en tamelijk defensieve suggestie van veiligheid ('achter de muur'); c) het risico van uitbesteding, het 'afkopen' van aktieve eigen inzet (opvoedingsverantwoordelijkheid). Een weg die daarnaast m.i. ook betreden moet worden is het leren omgaan met het 'open' web. Handreikingen: a) benoem wat kwaad is zonder te generaliseren en train het vermijden daarvan; b) gebruik sociale controle (bv. plaatsing van PCs), maar niet als het belangrijkste middel tot bijsturing; c) vorm en stimuleer aktief de eigen verantwoordelijkheid van de opgroeiende leerling. Slotwoord: Slecht gebruik sluit goed gebruik niet uit. Streef het omgekeerde na (Rom. 12:21). |