Dagbladpers begint
campagne voor
krantenbezorgers

DEN HAAG – Steeds minder krantenjongens en -meisjes moeten steeds meer kranten bezorgen. De Nederlandse Dagbladpers (NDP) heeft daarom in Den Haag een landelijke campagne gelanceerd om het imago van de dagbladbezorgers op te vijzelen. Vacatures zouden onder meer kunnen worden ingevuld door 50-plussers.

Alle landelijke en regionale dagbladen hebben inmiddels een advertentie geplaatst op de voorpagina waarin de NDP aandacht vraagt voor „de belangrijke en cruciale rol” van de bezorger. De krantenbezorgers distribueren volgens de NDP 90 procent van de totale krantenoplage.

De campagne gaat twee jaar duren. Het thema is ”Dagbladbezorgers houden tijd over”.

De voorzitter van de Tweede Kamer, Jeltje van Nieuwenhoven, luisterde het begin van de campagne op door een exemplaar van de Haagsche Courant in ontvangst te nemen. Ze kreeg de eerste krant met NDP-advertentie van Soerinder Kienno, bezorger van de Haagsche Courant op het Binnenhof en omgeving.

Van Nieuwenhoven prees Kienno en noemde de dagbladbezorging „een fenomeen dat we niet kunnen missen.” Daarmee doelde zij op de problemen rond de huis-aan-huisdistributie van dagbladen. Terwijl de kranten de laatste jaren aanzienlijk uitdijden, daalde het aantal bezorgers van 45.000 tot 40.000. De Nederlandse bezorgcultuur zou op termijn in gevaar kunnen komen.

De NDP is overigens niet bang dat de lezer over enkele jaren structureel is aangewezen op de kiosk. „Inmiddels betalen we onze mensen goed en zijn de arbeidsomstandigheden aanzienlijk verbeterd”, zegt woordvoerder G. Arnold van de NDP. „Nu is het tijd om erop te wijzen dat bezorgers niet alleen aardig verdienen in een kort tijdsbestek. Ze houden ook tijd genoeg over om andere nuttige dingen te doen. Wij verwachten dat er voldoende mensen zijn die dit werk graag willen doen.”

De advertentiereeks is slechts een van de onderdelen van de campagne. Onlangs ging ook de website www.worddagbladbezorger.nl open. Daar kunnen potentiële dagbladverspreiders onder meer bekijken of er in hun woonomgeving nog vacatures zijn.