Ict & Media 27 juli 2000

Lidstaten Interpol missen nog wetgeving

Maleisië in geweer tegen
computercriminaliteit

Van onze redactie digitale media
HONGKONG/WASHINGTON – De regering van Maleisië wil het in haar ogen oneigenlijke gebruik van internet fors straffen. Een nieuwe wet in Maleisië bepaalt dat „verspreiders van leugens” en mensen die via het net dreigementen uiten met maximaal een jaar cel gestraft kunnen worden.

De regeling lijkt vooral gericht tegen militante moslims die internet gebruiken om de regering van de autoritaire premier Mahathir aan te vallen.

Volgens een bericht in de krant South China Morning Post hebben extremistische moslims via internet al opgeroepen tot een heilige oorlog (jihad) in het overwegend door moslims bewoonde Aziatische land. Ook veel aanhangers van de Maleisische voormalig vice-premier Anwar Ibrahim gebruiken hun websites om kritiek te leveren op de Maleisische regering.

Mahathir ontsloeg zijn populaire plaatsvervanger in 1998. Volgens Anwar is hij het slachtoffer van een politieke hetze. Hij zit momenteel in de cel na een veroordeling wegens corruptie. Een rechtszaak wegens vermeende sodomie loopt nog. Het hooggerechtshof doet op 4 augustus uitspraak in deze zaak.

Wetteloosheid
De voorstellen van de Maleisische regering komen op hetzelfde moment dat het hoofd van een Amerikaans instituut dat banden onderhoudt tussen Interpol en de VS zijn regering gewaarschuwd heeft voor het feit dat zeker 60 procent van de lidstaten van Interpol de juiste wetgeving mist om de strijd met computercriminaliteit aan te gaan.

Door de afwezigheid van wetgeving kunnen de betreffende landen niet alleen nauwelijks optreden tegen onder meer internetfraude, het sturen van virussen en kinderporno op internet, maar ook geen hulp bieden bij internationale onderzoeken.

Volgens het hoofd, Adamson, is dat des te pijnlijker omdat internationale samenwerking bij de bestrijding van computercriminaliteit onontbeerlijk is.

Interpol, de internationale politieorganisatie waar 178 landen lid van zijn, heeft het tegengaan van internetmisdaden hoog op het lijstje staan.